32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2013

Tijdens het recente Algemene Overleg met de Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 september jl. (Kamerstuk 32 605, nr. 130) over de Nederlandse visie op de post-2015 ontwikkelingsagenda heb ik toegezegd de Kamer periodiek te blijven informeren over de voortgang en de Nederlandse inzet. Met deze brief informeer ik u over de laatste stand van zaken.

1. Terugblik AVVN Ministeriële openingsweek

De noodzaak van een eindsprint voor de Millenniumdoelen (MDGs) en van een ambitieuze, coherente post MDG-agenda stonden centraal tijdens de start van de 68e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Er was duidelijk momentum voor het leren van lessen. Aandacht ging uit naar vrouwenrechten, meisjes, fragiele staten en partnerschappen met het maatschappelijk middenveld en de private sector.

  • Medio augustus 2013 verscheen het rapport van VN-Secretaris-Generaal Ban Ki-moon over de Millenniumdoelen en de nieuwe ontwikkelingsagenda1. Dit stuk is mede gebaseerd op het uitstekende rapport van het High-Level Panel over Post-2015 waarover ik de Kamer op 4 juli jl. informeerde (Kamerstuk 32 605, nr. 125). Het bevestigt de noodzaak van consensus over een ambitieuze agenda in 2015 die armoedebestrijding, duurzaamheid, welvaart en vrede verbindt.

  • Het rapport vormde de basis voor de MDG-top van de AVVN in New York op 25 september waaraan ik deelnam. Ik benadrukte de noodzaak van meer aandacht voor de rechten van vrouwen en meisjes, fragiele staten en voor partnerschappen. Tijdens deze bijeenkomst is grote aandacht geschonken aan de voortgang op de Millenniumdoelen en is een uitkomstendocument aangenomen. Dit document legt vast dat in september 2015 een nieuwe set doelen aangenomen zal worden die de drie dimensies van duurzame ontwikkeling omvat (economisch, sociaal en milieu). De onderhandelingen hierover starten in september 2014 in de AVVN.

  • Groeiende consensus ontstaat over de noodzaak van één enkel doelenraamwerk voor post-2015 en over de focus van deze agenda op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Ook vinden steeds meer landen dat daarbij alle mogelijke financiële middelen ingezet moeten worden, en dat alle relevante partijen kunnen participeren. De rechten van vrouwen en meisjes komen ook sterk naar voren als prioriteit. Onderwerpen als veiligheid en ontwikkeling en mensenrechten (waaronder seksuele en reproductieve gezondheid en rechten) liggen gevoelig. Er is nog een lange weg te gaan in de onderhandelingen en ik zal de komende tijd, naast continu overleg met gelijkgezinden, ook dialoog zoeken met andersdenkenden. Het is zaak de sterke partnerschappen die Nederland met landen op specifieke thema’s heeft, te benutten om voor de moeilijkste punten steun te genereren.

  • Eveneens in New York werd op 24 september jl. het High-level Political Forum (HLPF) geïntroduceerd. Dit is in plaats gekomen van de Commission for Sustainable Development (CSD) en werd op hoog niveau bijgewoond: namens het Koninkrijk participeerde premier Asjes. Hij benadrukte dat het uitbannen van armoede en duurzame ontwikkeling geen tegenovergestelde belangen zijn, maar hand in hand gaan. Het HLPF dient de voortgang van de post-2015 agenda te monitoren, bijvoorbeeld door peer reviews. Ook vond een High Level Meeting on MDGs and Disability plaats om meer actie voor een verbeterde toegang tot voorzieningen voor mensen met een beperking te genereren. Een andere belangrijke activiteit was een bijeenkomst over het tegengaan van moedersterfte, het High-level Forum on Accelerating MDG-5. Hier riep de SGVN op tot meer actie. In het algemeen riep de SGVN alle landen nogmaals op versnelling richting 2015 in te zetten opdat de Millenniumdoelen worden behaald.

  • Op diverse manieren vroeg ik aandacht voor thema’s die Nederland belangrijk vindt. Samen met ministers uit Canada en Ghana, UNICEF en UNFPA zat ik een side event voor om steun te verwerven voor het opnemen van de strijd tegen kindhuwelijken in de post-2015 agenda. In een paneldiscussie bij het Clinton Global Initiative, geopend door Hillary Clinton, sprak ik over de belangrijke economische rol die vrouwen kunnen hebben in ontwikkeling. Met ministers van Zwitserland, Colombia, de SGVN’s Advisory Board on Water and Sanitation (UNSGAB) en UN Water zat ik een side event voor over Disaster Risk Reduction and Water. Doel was dit onderwerp duidelijk op de kaart zetten voor de post-2015 agenda. Ook organiseerde Nederland een speciale bijeenkomst van de door Nederland geïnitieerde groep voor voedselzekerheid met het bedrijfsleven om ook deze prioriteit op de agenda te zetten. Fragiele staten en rechtsstaat kwamen ook aan de orde in diverse bijeenkomsten waaraan Nederland deelnam en waartoe de g7+ coalitie van fragiele staten het initiatief had genomen. Hier werd uitgedragen dat vrede en stabiliteit voorwaarden zijn om armoede uit te bannen en duurzame ontwikkeling te realiseren.

  • Tijdens de ministeriële week van de AVVN besprak ik de post 2015-agenda ook in bilaterale gesprekken met vertegenwoordigers van landen en VN-organisaties. Ook spraken we over de extra inspanningen die nodig zijn om de Millenniumdoelstellingen te behalen. Op de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de VN overlegde ik met de aan de AVVN deelnemende ngo’s over onze inzet en hoe zij daar tegenaan keken.

  • In het bijzonder wil ik graag vermelden dat ook H.K.H. Koningin Máxima als VN-pleitbezorger voor inclusieve financiering (UNSGSA) tijdens de AVVN, op uitnodiging van de Voorzitter van de AVVN, universele toegang tot financiële diensten in de post-2015 agenda heeft bepleit in haar interventie.

2. Consultaties met betrokkenen

Ik blijf graag in dialoog met alle betrokken partijen in het post-2015 proces en heb het afgelopen jaar regelmatig de Nederlandse maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en kennisinstellingen geconsulteerd. Hierover informeerde ik u al in mijn brief van 4 juli jl.

  • Sindsdien heb ik, om momentum rondom het High-Level Panel proces te behouden, eind augustus een evenement geleid met de CEO van Unilever, de heer Paul Polman, en de Speciale Vertegenwoordiger van de SGVN voor de post-2015 agenda, mevrouw Amina Mohamed, onder de titel «post-2015 actie». Tijdens dit evenement waren het Nederlandse bedrijfsleven, belangengroepen en jongeren goed vertegenwoordigd.

  • Tijdens de recente Nacht van de Verenigde Naties waar vele jongeren geïnteresseerd in het werk van de Verenigde Naties bij aanwezig waren, heeft de Nederlandse gezant voor MDGs en Post-2015 eveneens discussies met jongeren over de ontwikkelingsagenda na 2015 gevoerd.

  • Voor later dit jaar staan thematische consultaties met het maatschappelijk middenveld rondom de onderwerpen SRGR en gendergelijkheid, veiligheid en rechtsorde en duurzame ontwikkeling op de agenda.

3. Vervolgstappen

De onderhandelingen over de nieuwe ontwikkelingsagenda beginnen formeel in het najaar van 2014, maar informeel zijn we al aan de slag.

  • Nederland heeft aanzienlijke aandacht besteed aan het High Level Panel en is verheugd dat Nederlandse prioriteiten in het rapport goed verwoord zijn. Ook binnen de Europese Unie hebben we draagvlak voor onze aandachtspunten geworven en zijn deze in de raadsconclusies over de nieuwe ontwikkelingsagenda opgenomen. Deze punten zijn uiteindelijk ook goed doorgekomen in het uitkomstendocument dat tijdens de MDG-top werd aangenomen.

  • Een sleutelrol ligt nu bij de intergouvernementele VN-werkgroep die over de uitwerking van duurzame ontwikkelingsdoelen gaat. Deze moet voor het einde van de 68e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanbevelingen doen. Tot maart 2014 worden in thematische sessies verkennende discussies gevoerd over de nieuwe doelen. Nederland trekt in deze werkgroep samen op met Australië en het Verenigd Koninkrijk en deelt met hen één van de dertig zetels.

  • De financiering van het toekomstige raamwerk zal een gevoelig onderwerp blijken. Een belangrijke rol is nu toebedeeld aan een VN-comité van experts -ingesteld bij de Rio+20 conferentie- dat voorstellen over de financiering van duurzame ontwikkeling gaat uitwerken. Tevens kijkt het naar implementatiemechanismen, inclusief niet-financiële manieren om de nieuwe agenda te helpen uitvoeren. Dit comité is eind augustus jl. haar werkzaamheden gestart en zal eveneens voor het einde van de 68e AVVN met een rapport komen. Binnen de EU vindt nu overleg plaats over een gemeenschappelijk standpunt op basis van een mededeling van de Europese Commissie over financiering van het post-2015 raamwerk. Het BNC fiche hierover is uw Kamer op 20 september jl. toegegaan; de raadsconclusies worden naar verwachting in december 2013 aangenomen. De Nederlandse inzet is tot een breed financieringsraamwerk te komen waarin diverse financiële stromen worden aangesproken.

  • Nadat beide VN werkgroepen hun rapporten in september 2014 hebben afgerond, kan het onderhandelingsproces tijdens de 69e AVVN beginnen. Eind 2014 zal de VN-Secretaris-Generaal een rapport uitbrengen waarin alle inputs worden meegenomen. In september 2015 zal uiteindelijk de topconferentie plaatsvinden om het nieuwe doelenraamwerk aan te nemen. Tot die tijd zal Nederland zich onverminderd blijven inzetten voor het behalen van de Millenniumdoelstellingen in 2015.

  • Ik vind het van belang dat zich ontwikkelende landen een nadrukkelijke stem in het debat hebben. Nederland financiert daarom via UNDP capaciteitsversterking van kleine eilandstaten opdat hun stem aan de onderhandelingstafel straks duidelijk kan klinken.

4. Nederlandse financiële inzet op het behalen van de Millenniumdoelen

Het Nederlandse beleid op hulp, handel en investeringen draagt zowel direct als indirect bij aan voortgang op het behalen van de Millenniumdoelen. De inzet op de vier speerpunten (voedselzekerheid, water, gendergelijkheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, en veiligheid en rechtsorde) levert een directe bijdrage, evenals algemene bijdragen aan VN-organisaties en de Wereldbank en sommige maatschappelijke organisaties als Cordaid, ICCO etc. In principe mag het ODA-deel van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking als een bijdrage aan de Millenniumdoelen worden gelezen. Tijdens het Algemene Overleg op 18 september jl. heb ik de Kamer toegezegd te rapporteren over de Nederlandse bijdrage aan de financiering van de Millenniumdoelen Hieronder treft u een overzicht van de totale bedragen per Millenniumdoel in 2012 aan.

Overzicht totale bedragen in EUR per Millenniumdoel in 2012
 

Uitgaven

MDG1: De armoede halveren en minder mensen honger

1.105 mln

MDG2: Alle kinderen naar school

178 mln

MDG 3: Mannen en vrouwen gelijkwaardig

44 mln

MDG 4, 5 en 6: Minder kindersterfte, verbetering gezondheid moeders, bestrijding hiv/aids, malaria en andere dodelijke ziektes

377 mln

MDG 7: Meer mensen in een duurzaam leefmilieu

360 mln

MDG 8: Mondiaal samenwerkingsverband voor ontwikkeling

194 mln

Overig

864 mln

 

Totaal aan alle MDGs

3.122 mln

  • Een besteding aan een specifiek Millenniumdoel kan indirect bijdragen aan een ander Millenniumdoel. Dit is niet zichtbaar in het overzicht, omdat elke uitgavenpost slechts aan één Millenniumdoel is toebedeeld. Als voorbeeld kan de Nederlandse bijdrage aan UNICEF dienen. In 2012 droeg Nederland 34 miljoen euro aan het algemene UNICEF programma bij. In de Nederlandse begroting is deze bijdrage toebedeeld aan onderwijs (MDG 2) terwijl een groot deel van deze bijdrage in feite aan MDG 4, 5 en 6 wordt besteed, wat door UNICEF in haar jaarrapporten wordt erkend.

  • In het overzicht treft u ook een bedrag aan bijdragen onder de noemer «overig» aan. Dit zijn bijdragen aan activiteiten die niet toebedeeld kunnen worden aan één specifiek Millenniumdoel en die indirect een bijdrage leveren aan alle doelen. Het gaat hier om bijdragen als die aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), in 2012 droeg Nederland hier 141 miljoen euro aan bij. Ook bijdragen aan wederopbouw, 63 miljoen euro in 2012, en noodhulp, 222 miljoen in 2012, vallen hieronder.

  • De totale Nederlandse ODA uitgaven zijn hoger dan het totaal bedrag dat is toebedeeld aan de Millenniumdoelen. Het overzicht dat u hierboven aantreft, is gebaseerd op de ODA-uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de begroting van Buitenlandse Zaken. De ODA-uitgaven van andere departementen, in 2.012 EUR 237 miljoen (m.n. de bijdragen aan de Wereldbank op de begroting van Financiën en kennisinstellingen op de begroting van OCW), zijn niet toegerekend. Datzelfde geldt voor de toerekeningen die ten laste komen van de Nederlandse ODA-uitgaven (voor apparaatskosten, EU-begroting, EKI-kwijtschelding en eerstejaarsopvang asielzoekers). In 2012 bedroegen deze toerekeningen in totaal EUR 985 miljoen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

A life of dignity for all: accelerating progress towards the Millennium Development Goals and advancing the United Nations development agenda beyond 2015.

Naar boven