32 500 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2011

Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2011

Bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mevrouw Karabulut (SP) op 9 december 2010 een motie ingediend (32 500-XV, nr. 32). In deze motie wordt de regering verzocht om ook oud-politici met een wachtgeldregeling te verplichten tegenprestaties te leveren. Dit naar aanleiding van het voornemen om in de bijstand de wettelijke plicht tot tegenprestatie op te nemen voor bijstandsgerechtigden. Daartoe door het kabinet gemachtigd, geef ik u hierbij mijn reactie op genoemde motie.

Het kabinet is voornemens een tegenprestatie te verlangen van mensen die een beroep doen op de solidariteit van de samenleving. Dit is ook in het belang van betrokkenen, omdat deze zo invulling geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid. In de Wet werk en bijstand (WWB) zal daarom een plicht tot een tegenprestatie worden opgenomen.

Het kabinet zal daarentegen geen plicht tot een tegenprestatie opnemen in de Werkloosheidswet (WW). De WW-uitkering is een werknemersverzekering. Een werkloze werknemer heeft recht op een WW-uitkering wanneer hij voldoet aan een aantal voorwaarden, zoals onder andere de duur van zijn arbeidsverleden. De uitkering die oud-politici krachtens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is te vergelijken met de WW-uitkering. Ook in de Appa zal daarom geen plicht tot een tegenprestatie worden opgenomen.

Het karakter van de WWB en de WW dan wel de Appa verschilt. De WWB is een vangnetvoorziening voor alle Nederlanders. Dit blijkt onder meer uit het feit dat recht op bijstand ontstaat indien niet kan worden beschikt over voldoende middelen om te kunnen voorzien in de noodzakelijk kosten van het bestaan. Een voorgaande werkkring is niet noodzakelijk om aanspraak te kunnen maken op een bijstandsuitkering. De tegenprestatie wordt gevraagd aan mensen die voor hun uitkering een beroep doen op de solidariteit van de samenleving. De WW en de Appa zijn naar hun aard een andere regeling. Doortrekken van de tegenprestatie naar werknemers of voormalig politiekambtsdragers is dan ook niet aan de orde.

Op het moment echter dat de uitkeringsduur van de WW of de Appa is verstreken, kan ook de werkloze werknemer of de voormalig politiek ambtsdrager recht hebben op een uitkering op grond van de WWB. In dat geval zal dus ook de tegenprestatie gaan gelden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner