32 043 Toekomst pensioenstelsel

Nr. 303 MOTIE VAN DE LEDEN VAN WEYENBERG EN VERMEIJ

Voorgesteld 9 maart 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de AOW-leeftijd vanaf 2021 wordt gekoppeld aan de levensverwachting;

constaterende dat het pensioenregister de bezoeker moet helpen bij het verkrijgen van overzicht en inzicht in de invloed van persoonlijke keuzes op het pensioen en dat de verwachte AOW-leeftijd daar een belangrijk onderdeel van is;

constaterende dat de Tweede Kamer een jaar geleden een motie heeft aangenomen om in het pensioenregister een variant op te nemen gebaseerd op de verwachte AOW-leeftijd;

overwegende dat de Staatssecretaris daar een uitgebreidere impactanalyse over wil maken;

overwegende dat daarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat de verwachte AOW-leeftijd na 2021 nog niet zeker is, en dat de extra variant daarmee vooral een inschatting aan de deelnemer moet geven;

spreekt uit dat het wenselijk is in het pensioenregister een variant op te nemen gebaseerd op de verwachte AOW-leeftijd en de bijbehorende pensioenrichtleeftijd, zodat de deelnemer toch een inschatting krijgt van het dan te verwachten pensioen;

verzoekt de regering, in de impactanalyse de haalbaarheid en de uitvoeringslasten te onderzoeken en de Kamer voor 1 juni 2016 over de resultaten van deze impactanalyse te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Weyenberg

Vermeij

Naar boven