Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2019
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenbesluit Lelystad1 in verband met onder andere wijziging van de wettelijke contouren en grenswaarden
en vaststelling van aanvullende handhavingspunten.
Inhoud ontwerpbesluit
In de MER-actualisatie is geconstateerd dat de contouren voor geluid en externe veiligheid
en de grenswaarden in handhavingspunten beperkt wijzigen ten opzichte van de contouren
en grenswaarden uit het MER 2014 en het huidige Luchthavenbesluit. Naar aanleiding
daarvan heb ik in mijn brief aan de Tweede Kamer van 21 februari 2018 (Kamerstukken
II 2017/18, 31 936, nr. 462) toegezegd dat het Luchthavenbesluit zal worden gewijzigd. Het ontwerpbesluit dient
ter uitvoering van deze toezegging.
Daarnaast wordt met het ontwerpbesluit, in aanvulling op de vastgelegde maximale gebruiksruimte,
uitgedrukt in grenswaarden in handhavingspunten, de aanvullende grenswaarde van 45.000
vliegtuigbewegingen voor handelsverkeer per jaar in het Luchthavenbesluit vastgelegd.
Bovendien worden aanvullende handhavingspunten in het Luchthavenbesluit opgenomen.
Ook deze wijzigingen zijn aangekondigd in genoemde brief van 21 februari 2018.
Verder wordt de zogenoemde extensieregeling (met betrekking tussen start en landingen
tussen 23.00 en 00.00 uur) aangescherpt, worden enkele kaarten bij het Luchthavenbesluit
geactualiseerd en wordt het proces van monitoring toegelicht.
Procedure
De voorlegging van het ontwerpbesluit geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven
voorhangprocedure op grond van artikel 8.71 van de Wet Luchtvaart en biedt uw Kamer
de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling
advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Conform artikel 8.71 van de Wet luchtvaart zal het ontwerpbesluit ook in de Staatscourant
bekend worden gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen zes weken wensen
en bedenkingen kenbaar te maken.
Het ontwerpbesluit is ook toegezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga