Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31924-IXB nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31924-IXB nr. 4 |
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2008 wijzigingen aan te brengen in:
a. de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB);
b. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
I. Toelichting departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën
Slotwetmutaties worden toegelicht voorzover deze op artikelniveau groter zijn dan 5% van het beschikbare bedrag na 2e suppletore begroting en daarnaast groter zijn dan € 2,5 mln.
Per artikel wordt op de belangrijkste onderdelen een toelichting gegeven (waardoor de som van de afzonderlijke artikelonderdelen kan afwijken van het artikeltotaal).
Uitgaven (– € 178,7 mln.) en verplichtingen (– € 98,8 mln.)
Heffings- en invorderingsrente (uitgaven en verplichtingen – € 184,9 mln.)
De realisatie is € 184,9 mln. er dan de bijgestelde raming. De oorzaak hiervan is dat de definitieve verdeelsleutel van de rente-uitgaven tussen Rijk en Sociale Fondsen, die eind 2008 is vastgesteld, afweek van de voorlopige (geraamde) verdeelsleutel.
Het verschil tussen de totale slotwetmutaties van verplichtingen en uitgaven wordt verklaard door aangegane verplichtingen die in latere jaren tot betaling komen.
Ontvangsten (– € 5 074,9 mln.)
Niet-belastingontvangsten (+ € 38,0 mln.)
Programmaontvangsten (+ € 35,0 mln.)
De mutatie is opgebouwd uit drie componenten:
– hogere ontvangsten van doorberekende vervolgingskosten (+ € 12,3 mln.) als gevolg van de stijging van het aantal invorderingsmaatregelen (aanmaningen, dwangbevelen en beslagleggingen);
– hogere boeteontvangsten (+ € 18,6 mln.);
– hogere opbrengsten (+ € 4,1 mln.) als gevolg van enkele hoge incidentele schikkingen.
Apparaatsontvangsten (+ € 3,0 mln.)
De extra ontvangsten komen voort uit doorbelaste uitgaven (bijv. vanwege internationale bijstand of werkzaamheden voor andere departementen) en verrichte werkzaamheden door de Belastingdienst, zoals legesgelden Douane.
Belastingontvangsten (– € 5 112,9 mln.)
Met ingang van de Miljoenennota 2005 worden de belastingontvangsten toegelicht in de Voorjaarsnota, Najaarsnota, Voorlopige Rekening en het Financieel Jaarverslag van het Rijk.
Voor een toelichting op de mutaties in de afdracht van het Gemeente- en Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds wordt verwezen naar de slotwetten van de betreffende fondsen.
De aansluiting met de bedragen in het jaarverslag IXB 2008 (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:
Tabel: aansluiting met jaarverslag, beleidsartikel 1 (x € 1 000)
Stand ontw. begr. | Stand 1e suppl.begr. | Stand 2e suppl.begr. | Mutaties slotwet | Realisatie | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal Belastingontvangsten | 143 461 802 | 145 501 863 | 143 099 826 | – 5 037 124 | 138 062 702 |
Afdracht Gemeentefonds | – 16 040 198 | – 16 032 410 | – 16 171 478 | – 74 473 | – 16 245 951 |
Afdracht Provinciefonds | – 1 210 390 | – 1 205 708 | – 1 205 098 | 0 | – 1 205 098 |
Afdracht BTW-Compensatiefonds | – 2 236 810 | – 2 236 810 | – 2 347 153 | – 1 261 | – 2 348 414 |
Belastingontvangsten IXB (art.1) | 123 974 404 | 126 026 935 | 123 376 097 | – 5 112 858 | 118 263 239 |
Verschillen hebben betrekking op afrondingen.
Beleidsartikel 2 Financiële markten
Verplichtingen (– € 195,8 mld.)
Verplichting uit hoofde van het Depositogarantiestelsel/icesave (+ € 1,4 mld.)
De verplichting betreft een bedrag van €1,3 mld. ten behoeve van het voorfinancieren van de uitkeringen uithoofde van het IJslandse DGS. De verplichting betreft daarnaast een bedrag van € 0,1 mld. ten behoeve van de derde trache (Zie ook de toelichting bij de uitgaven). Dit laatste is exclusief het deel dat omgeslagen zal worden over de Nederlandse banken.
Garantieverplichting uit hoofde van de 200 mrd bancaire garantieregeling (€ 197,3 mld.)
Deze mutatie betreft het totaal aan verstrekte garanties uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen. In 2008 is in totaal € 2,74 mld aan garanties verstrekt (geëffectueerd) aan NIBC en Leaseplan uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen. Het plafond van deze regeling is € 200 mld. Het resterende deel van het plafond (€ 197,3 mld) zal in 2009 beschikbaar blijven. De garantieregeling loopt in beginsel tot en met 31-12-2009.
Kredietfaciliteit AFM (+ € 5 mln.)
Deze garantieverplichting heeft betrekking op de verhoging van de limiet van de kredietfaciliteit om aan de liquiditeitsbehoefte te kunnen voldoen als gevolg van de latere heffingen die als gevolg van de CBb-uitspraak niet op het gebruikelijke tijdstip konden worden opgelegd.
Bijdrage toezicht DNB (+ € 4,8 mln.)
Deze mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door enerzijds een lagere voorschotverlening (– 3,3 mln) aan DNB en anderzijds de extra bijdrage aan DNB van 8,5 mln ten behoeve van oud polishouders van de voormalige NV Levensverzekering Maatschappij «Vie d’Or». De Stichting Vie d’Or heeft eind mei 2008 een overeenkomst gesloten met onder meer het Verbond van Verzekeraars, De Nederlandsche Bank en de Staat. In dat kader is een fonds gevormd van ongeveer € 45 miljoen ter verdeling onder oud-polishouders. DNB erkent geen aansprakelijkheid en levert geen bijdrage aan het fonds, maar neemt in dit verband € 8,5 miljoen van de kosten van de Stichting Vie d’Or van de afgelopen veertien jaar voor haar rekening. Omdat de richtlijnen voor de jaarverslaggeving het niet toestaan dat DNB dit bedrag ten laste van haar algemene reserve brengt, is gekozen voor een schatkistneutrale constructie waarbij de overheidsbijdrage aan DNB en de winstuitkering door DNB aan de Staat eenmalig met € 8,5 mln. zijn verhoogd. De hogere winstuitkering is verantwoord als een additionele specifieke ontvangst.
Uitgaven DGS/Uitkeringen Icesave (+ € 1,236 mld.)
De totale kosten als gevolge van de uitkeringen uit hoofde van het IJslandse en het Nederlandse DGS aan depositohouders bij het Nederlandse bijkantoor van de IJslandse bank Landsbanki (Icesave) kan in drie tranches worden verdeeld. De eerste tranche (tot € 20 887) komt voorrekening van het IJslandse DGS. De tweede tranche (90 procent van het bedrag tussen € 20 887 en € 40 000) zal worden omgeslagen over de Nederlandse banken. De derde tranche (10 procent van het bedrag tussen € 20 887 en € 40 000 en het bedrag tussen € 40 000 tot € 100 000) zal worden bekostigd door de Staat.
De mutatie (€ 1,236 mld.) betreft uitgaven die voortkomen uit feit dat de Nederlandse Staat de uitkeringen die hebben plaatsgevonden uit hoofde van het IJslandse depositogarantiestelsel voorfinanciert. Depositohouders kunnen tot 16 maart 2009 een claim indienen ten laste van het DGS. Ten aanzien van de bedragen gerelateerd aan de 2e en 3e tranche geldt dat de uitvoerder van het Nederlandse DGS, DNB, de bedragen zal gaan terugvorderen uit de boedel van het failliete Landsbanki. Pas dan wordt duidelijk wat de exacte omvang is van de uiteindelijke kosten voor de Nederlandse Staat en de Nederlandse banken
Afname munt in circulatie (– € 14 mln.)
Bij uitgifte en bij de inname van munten wordt de nominale waarde van de munt betaald.
Doordat er per saldo meer munten in circulatie zijn gebracht dan dat er zijn afgestort zijn er geen kosten gemaakt.
Overige programma ontvangsten (+ € 8,6 mln.)
Deze mutatie betreft de specifieke uitkering door DNB ten behoeve van oud polishouders van de voormalige NV Levensverzekering Maatschappij «Vie d’Or». Tegenover deze mutatie staat een even grote uitgavenpost Bijdrage toezicht DNB.
Toename munten in circulatie (+ € 5,4 mln.)
Bij uitgifte en bij de inname van munten wordt de nominale waarde van de munt betaald.
Doordat er per saldo meer munten in circulatie zijn gebracht dan dat er zijn afgestort zijn er opbrengsten gegenereerd.
Beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Verplichtingen (+ € 251,3 mln)
Verwerving vermogenstitels (+ € 6,5 mld)
De Staat heeft op 24 december 2008 het 33,8%-aandelenbelang van Fortis Bank Nederland Holding NV in RFS Holding BV (het door Fortis gekochte deel van ABN AMRO) overgenomen voor € 6,5 miljard door middel van een verrekening met langlopende schulden van Fortis Bank Nederland Holding NV aan de Staat. Hiermee heeft de Staat 1) direct zeggenschap verworven in plaats van via Fortis Bank Nederland Holding en 2) de solvabiliteit bij Fortis Bank Nederland Holding NV dusdanig versterkt om te kunnen voldoen aan de solvabiliteitseisen van De Nederlandse Bank.
Afdrachten Holland Casino (– € 4,2 mln)
De winstafdrachten van Holland Casino zijn lager uitvallen dan verwacht. Dit hoofdzakelijk als gevolg van afnemende bezoekersaantallen.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 10,5 mln)
De hogere afdracht komt voort uit meer inleggelden vanwege de hoge jackpotstanden in de laatste maanden.
Beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Betalingsverplichtingen (– € 264 mln.)
De betalingsverplichtingen uit voorgaande jaren van de regionale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen zijn overgedragen naar de begroting van Buitenlandse Zaken (– € 233,6 mln.).
Tevens werd een betalingsverplichting ten aanzien van de Ontwikkelingsbank voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) afgeboekt, omdat deze bank naar verwachting nooit operationeel zal worden (– € 31,4 mln.).
Ook zijn de apparaatsverplichtingen (+€ 0,7 mln.) hoger dan oorspronkelijk geraamd.
Garantieverplichtingen (– € 408 mln.)
• Als gevolg van wisselkoersschommelingen nam de waarde van verleende garanties toe (+ € 456,9 mln.).
• Tevens werden de garantieverplichtingen van de regionale ontwikkelingsbanken overgedragen naar de begroting van Buitenlandse Zaken (– € 637,1 mln.).
• Ook werd een garantieverplichting ten aanzien van de Ontwikkelingsbank voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) afgeboekt, omdat deze bank naar verwachting nooit operationeel zal worden (– € 94,1 mln.).
• Tot slot namen de garanties aan de EIB uit hoofde van de Lomé en Cotonou overeenkomsten naar beneden bijgesteld omdat de waarde van de onder deze overeenkomsten uitstaande leningen terugliep (– € 20,2).
• Door het onbenut blijven van de stelpostraming voor de mogelijke deelneming door DNB in de door de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) te verstrekken kredietfaciliteiten, omdat DNB geen beroep heeft gedaan op de betreffende garantieovereenkomst (– € 113,4 mln.).
De hogere uitgaven zijn voornamelijk het gevolg van aanpassingen in de verzilveringsschema’s van de Internationale Ontwikkelings Associatie (IDA). Oorspronkelijk voor 2009 geplande betalingen werden op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken reeds in 2008 gedaan (€ 64,28 mln.).
Daarnaast werd er (€ 0,358) betaald aan de Europese investringsbank (EIB) uit hoofde van de Lomé en Cotonou garantieregelingen.
Beleidsartikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Verplichtingen (– € 6 863 mln)
Exportkredietverzekering (– € 6 028,2mln) Regeling herverzekering investeringen (– € 682,8 mln) MIGA (– € 150,0 mln.)
In de ontwerpbegroting is een stelpostraming opgenomen voor de maximaal te verstrekken garanties (verplichtingenplafond). De mutaties voor exportkredietverzekering en herverzekering investeringen worden veroorzaakt doordat de afgegeven garanties ruim onder het plafond zijn gebleven. De mutatie voor het Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) wordt veroorzaakt doordat hierop geen beroep is gedaan.
Schades exportkredietverzekering (EKV) (– € 13,0 mln)
Er zijn minder schades uitgekeerd dan op basis van de verzekeringsportefeuille kon worden verwacht.
Doordat er tegen het einde van het jaar nog enkele transacties in verzekering zijn genomen, zijn de premieontvangsten hoger uitgevallen dan verwacht.
De schaderestituties zijn hoger door een onverwachte ontvangst.
Beleidsartikel 7 Beheer materiële activa
Verplichtingen en uitgaven (– € 30,6 mln.)
Anticiperende aankopen (– € 24,6 mln.)
Op 16-12-08 is een lening aan LNV/BBL verstrekt. Het blijkt dat departementen – zoals in 2008 ook het geval was – vaak zelf over voldoende begrotingsgeld beschikken en soms een andere financieringsbron kunnen aanboren, zoals bijvoorbeeld het Groenfonds, en daarom geen beroep behoeven te doen op de beschikbare leenfaciliteit van Financiën.
Onderhouds- en beheerskosten (– € 3,3 mln.)
Het verschil tussen NJN en realisatie wordt veroorzaakt door het achterblijven van de pachtafkopen (€ 2,6 mln.) en een overloop naar 2009 in verband met de sloop van een object (€ 0,7 mln.).
Beheersontvangsten (+ € 11,8 mln.)
Het verschil is grotendeels opgebouwd uit hogere opbrengsten uit verkoop Bodemmaterialen (€ 4,6 mln.) en de definitieve afrekening 2007 van de 5-jaarlijkse herijking van ingebruikgevingen benzinestations (€ 5,0 mln.).
Overige programma-ontvangsten (– € 6,0 mln.)
Het verschil is veroorzaakt doordat een deel van de via het centrale huisvestingsstelsel gefinancierde vergoeding die Domeinen van de RGD ontvangt voor de betaling van zakelijke lasten nog niet ontvangen is.
Beleidsartikel 8 Begrotingsbeleid
Niet-beleidsartikel 9 Algemeen
Verplichtingen (– € 22,3 mln.)
De mutaties worden o.a. verklaard doordat veel facturen die betrekking hebben op de verhuizing naar KV-7 pas betaald zijn in 2009, de compensatie van de RGD voor de nieuwe regeling huisvesting bij slotwet binnen het departement is verdeeld en een groot gedeelte van de geraamde uitgaven voor het Sociaal Flankerend Beleid en de vorming van de RAD pas in 2009 vallen.
De hogere ontvangsten worden voornamelijk verklaard door meer verrichte werkzaamheden bij de Rijksauditdienst voor derden.
Niet-beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien
Verplichtingen (+ € 10,6 mln.)
De post onvoorzien in de ontwerpbegroting is bedoeld om onzekere ontwikkelingen op te vangen. Dit bedrag is ingezet ter dekking van problematiek binnen de begroting IXB.
Tevens is een nog openstaande verplichting opgenomen van € 13,2 mln. welke verband houdt met het bedrag van de garantiestelling van Financiën voor verrekenbare btw die onterecht gedeclareerd is bij Brussel.
II. Toelichting begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten
Het saldo van baten en lasten (+ € 3 000) is voornamelijk tot stand gekomen door:
– gerealiseerde baten door verkoop van door de Politie afgestoten vaartuigen en door Defensie afgestoten vrachtwagens.
– stopzetting van het Landelijk Beslag Register is de verplichte reserve voor zelf ontwikkelde (LBR) software vrijgevallen.
– een reorganisatie reserve ten laste van het saldo van baten en lasten die DRZ in 2008 treft.
Hieronder zijn het exploitatie-overzicht en het kasstroomoverzicht van de baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken opgenomen.
Baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken
Suppletore begroting 2008 (slotwet)
Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de slotwet (x € 1 000)
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2008 (x € 1000)
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 200 | 281 | 81 |
Opbrengst overige departementen | 10 272 | 10 212 | – 60 |
Opbrengsten derden | 2 800 | 3 240 | 440 |
Rentebaten | 20 | 91 | 71 |
Bijzondere baten | 0 | 415 | 415 |
Totaal baten | 13 292 | 14 239 | 947 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
– Personele kosten | 4 099 | 4 403 | 304 |
– Materiele kosten | 8 909 | 7 206 | – 1 703 |
Rentelasten | 21 | 21 | 0 |
Afschrijvingskosten | |||
– Materieel | 230 | 341 | 111 |
– Immaterieel | 0 | 143 | 143 |
Overige lasten | |||
– Dotaties voorzieningen | 0 | 1 654 | 1 654 |
– Bijzondere lasten | 0 | 435 | 435 |
Totaal lasten | 13 259 | 14 203 | 944 |
Saldo van baten en lasten | 33 | 36 | 3 |
Baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken
Suppletore begroting 2008 (slotwet)
Kasstroomoverzicht per 31 december 2008
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de slotwet (x € 1 000)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting(1) | Realisatie(2) | Slotwetmutaties (+ of –) (+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 20.. | 1 548 | 5 691 | 4 143 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 263 | 1 017 | 754 |
3a. | Totaal investeringen (-/-) | – 466 | – 600 | – 134 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 435 | 435 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 466 | – 165 | 301 |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | – 3 238 | 3 238 |
4b. | Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
4c. | Aflossingen op leningen (-/-) | – 132 | – 132 | 0 |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 132 | – 3 370 | – 3 238 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 20.. (=1+2+3+4) | 1 213 | 3 173 | 1 960 |
Het saldo van baten en lasten (+ € 0,95 mln.) is tot stand gekomen door extra, niet geplande opbrengsten:
– opbrengsten in verband met dienstverlening aan GOB projecten (+ € 1,2 mln.);
– opbrengst derden in verband met activiteiten voor onbeheerde nalatenschappen (+ € 0,3 mln.).
Naast bovenstaande extra opbrengsten is het moederdepartement minder aangerekend voor verleende diensten (- € 0,5 mln).
Hieronder zijn het exploitatie-overzicht en het kasstroomoverzicht van de baten-lastendienst Domeinen Onroerende Zaken opgenomen.
Baten-lastendienst Domeinen Onroerende Zaken
Suppletore begroting 2008 (slotwet)
Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de slotwet
Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2008 (x € 1000)
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Baten | |||
Opbrengst moederdepartement | 21 126 | 20 670 | –/– 456 |
Opbrengst overige departementen | 1 192 | 1 192 | |
Opbrengsten derden | 797 | 1 076 | 279 |
Rentebaten | 11 | 11 | |
Bijzondere baten | |||
Totaal baten | 21 923 | 22 949 | 1 026 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
– Personele kosten | 15 011 | 13 954 | –/– 1 057 |
– Materiele kosten | 6 563 | 5 779 | –/– 784 |
Rentelasten | 31 | 42 | 11 |
Afschrijvingskosten | |||
– Materieel | 218 | 420 | 202 |
– Immaterieel | 8 | 7 | –/– 1 |
Overige lasten | |||
– Dotaties voorzieningen | 1 795 | 1 795 | |
– Bijzondere lasten | |||
Totaal lasten | 21 831 | 21 997 | 166 |
Saldo van baten en lasten | 92 | 952 | 860 |
Baten-lastendienst Domeinen Onroerende Zaken
Suppletore begroting 2008 (slotwet)
Kasstroomoverzicht per 31 december 2008
Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de slotwet
Kasstroomoverzicht voor het jaar 2008(x € 1000)
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2008 | 0 | 0 | 0 |
2. | Totaal kasstroom uit operationele activiteiten | 318 | 1 574 | 1 256 |
3a | Totaal investeringen -/- | –/– 250 | –/– 241 | 9 |
3b | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 |
3. | Totaal investeringskasstroom | –/– 250 | –/– 241 | 9 |
4a | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
4b | Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 417 | 2 301 | 1 884 |
4c | Aflossingen op leningen (-/-) | –/– 226 | –/– 365 | –/– 139 |
4d | Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 191 | 1 936 | 1 745 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2008 (1+2+3+4) | 259 | 3 269 | 3 010 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31924-IXB-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.