Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2016
Uw Kamer heeft ons een reactie gevraagd op het bericht in de NRC van 28 april 2016
getiteld «Kwetsbare kinderen dupe van systeem». U vraagt om een duiding van hoe de
continuïteit van zorg wordt geborgd bij de instelling Intermetzo, en om een reactie
op de problemen met facturen en productcodes. Hieronder ga ik, mede namens de Minister
van Veiligheid en Justitie (VenJ) op deze punten in.
Centraal in het artikel van de NRC staat de vraag of het decentrale systeem te weinig
bestaansgarantie biedt voor instellingen die specialistische bovenregionale zorg bieden.
Gemeenten zijn verantwoordelijk zijn voor de continuïteit van jeugdhulp. Samen met
de Minister van VenJ heb ik de Transitieautoriteit Jeugd (TAJ) opgericht die tot taak
heeft te bemiddelen en te adviseren over steun als dat nodig is.
Daar waar meerdere gemeenten betrokken zijn is het zaak dat gemeenten zo nodig gezamenlijk
afspraken maken. Indien om de continuïteit van zorg te borgen afstemming met meerdere
gemeenten noodzakelijk is, wordt dat in eerste instantie door gemeenten, waar nodig
met steun van VNG en Rijk georganiseerd.
Liquiditeitsproblemen bij instellingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Natuurlijk
dient er een goede facturering te zijn. Indien dat nodig is moeten gemeenten en instellingen
afspraken maken over bevoorschotting. Het is hun gezamenlijke verantwoordelijkheid
om de continuïteit van zorg te borgen en ongelukken te voorkomen. In de actualisatie
van de handreiking over bevoorschotting die door de VNG, in afstemming met de TAJ
is opgesteld, staat dat jeugdhulpaanbieders gemeenten om bevoorschotting kunnen vragen
wanneer zij problemen verwachten met hun werkkapitaal.
In het artikel staat verder dat gemeenten verschillende productcodes gebruiken voor
vrijwel dezelfde soorten van hulp. Dit komt mede omdat aanbieders zich hebben willen
onderscheiden bij de inkoop en uiteenlopende vormen van uniek aanbod hebben gedefinieerd.
Om hier verbetering in te brengen, hebben de gemeenten en de aanbieders van jeugdhulp
al stappen gezet om tot een zeer forse vermindering van het aantal productcodes (huidig
aantal ruim 100.000) voor jeugdhulp breed te komen. Dit krijgt vorm via het ISD programma
waarin gemeenten en aanbieders hieraan gezamenlijk werken. Het is nu zaak dat gemeenten
en aanbieders ook overgaan tot het daadwerkelijk gaan werken met een beperkte productcode
lijst. Ik heb waardering voor de initiatieven als deze om de regeldruk te verminderen.
Tegelijk blijf ik er bij gemeenten en aanbieders op aandringen om de grote vermindering
van de verschillende productcodes ook daadwerkelijk gaan realiseren.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn