Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2015
U heeft mij verzocht (Handelingen II 2015/16, nr. 21, Regeling van werkzaamheden)
om in te gaan op twee specifieke casussen rond autismezorg en daarbij aan te geven
wat er precies aan de hand is. De hoofdvraag daarbij is wat u betreft hoe het kan
dat er voor de ene groep geen plek is waar die jongeren de goede zorg kunnen krijgen,
waardoor ze op de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis terechtkomen, terwijl
we op een andere plek logeerhuizen voor jongeren met autisme sluiten.
Met u deel ik de zorgen zoals die uit de twee door u genoemde casussen naar voren
komen. In de voortgangsbrief van 11 november (Kamerstuk 31 839, nr. 497) heb ik aangegeven dat ik vinger aan de pols houd bij de ontwikkelingen van het zorglandschap
Jeugd. Onder regie van de VNG wordt in de regio’s en gemeenten gewerkt aan de uitwerking
van de toekomstvisie Ruimte voor Jeugdhulp (bijlage bij Kamerstuk 31 839, nr. 465) op regionaal/lokaal niveau. Hierbij wordt ook samenwerking met het centrum voor
consultatie en expertise (CCE) gezocht om op basis van casussen kennis te verspreiden.
Verder blijft de Transitieautoriteit Jeugd (TAJ) een faciliterende rol spelen om te
voorkomen dat essentieel aanbod verdwijnt.
Ik ben nagegaan wat er in deze casussen aan de hand is en kan u daarover als volgt
rapporteren.
Jongvolwassenen met autisme en een hoog IQ (casus T)
U reageert op het bericht in het NOS-Journaal, dat er voor T geen passende plaats
kan worden gevonden. T is een jongvolwassene met autisme en een hoog IQ. Op dit moment
verblijft T tijdelijk bij een reguliere GGZ-voorziening. Gezien zijn leeftijd wordt
de zorg voor T niet uit de jeugdwet, maar uit de Zvw betaald. Door zijn complexe zorgvraag
heeft T zeer gespecialiseerde zorg en ondersteuning nodig in een op zijn zorgvraag
afgestemde woonomgeving. In de afgelopen jaren is hij afwisselend thuis en in reguliere
ggz-instellingen geweest, waar deze complexe zorg slechts met grote moeite tijdelijk
kan worden geboden. Door het bureau jeugdzorg en door hulpverleners in de jeugd-ggz
is in het verleden veel energie gestoken in het vinden van een permanente plek voor
T waar hij kan wonen en de benodigde gespecialiseerde zorg kan krijgen. Uiteindelijk
zijn de zorgverzekeraar en het CCE ingeschakeld en is T aangemeld bij enkele gespecialiseerde
voorzieningen. Inmiddels is duidelijk dat één van die gespecialiseerde zorgaanbieders,
Pluryn, een plek op maat met gespecialiseerde zorg en ondersteuning gaat creëren voor
T. Pluryn bekijkt nu in overleg met T, diens ouders en het CCE hoe die zorg en permanente
woonplek het beste vorm kan krijgen.
Logeerhuizen Dr. Leo Kannerhuis
Verder reageert u op het bericht dat het Dr. Leo Kannerhuis 5 logeerhuizen moet sluiten.
Het betreft hier gespecialiseerde logeeropvang voor jongeren met autisme. In deze
logeerhuizen krijgen kinderen en jeugdigen gespecialiseerde weekendopvang en -behandeling,
zodat zij door de week naar school kunnen blijven gaan en de rest van het gezin in
het weekend wat ontlast wordt. Zo’n 150 gezinnen (verspreid over het hele land) maken
hier gebruik van. Per 2015 wordt deze logeerhuiszorg ingekocht door gemeenten in het
kader van de Jeugdwet.
Mede naar aanleiding van de reacties van ouders op het voornemen tot sluiting van
de logeerhuizen zoekt het Dr.Leo Kannerhuis nu in overleg met samenwerkingspartner
Pluryn naar een weg om dit zorgaanbod van gespecialiseerde logeerhuizen toch te kunnen
behouden. Ik ben in overleg met de VNG om te bezien of dit aanbod van gespecialiseerde
logeerhuizen onderdeel kan worden van het landelijk inkooparrangement, zodat dit probleem
definitief kan worden opgelost. Het overige zorgaanbod van het Dr.Leo Kannerhuis wordt
al via dit landelijk inkooparrangement ingekocht. Gezien de landelijke spreiding van
de cliënten van deze logeerhuizen, het beperkte aantal plaatsen en het gespecialiseerde
karakter ligt het voor de hand om ook deze gespecialiseerde logeerhuizen via het landelijk
inkooparrangement in te kopen.
Concluderend is er in beide gevallen zicht op een oplossing. Partijen weten elkaar
te vinden wanneer het nodig is, al dan niet met hulp vanuit het Rijk.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn