nr. 45
MOTIE VAN HET LID BESSELINK C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat in november 2007 de motie-Besselink voor uitwerking
van een «niet-goed-geld-terug-regeling» voor studenten is aangenomen
door de Kamer;
constaterende, dat deze regeling in het wetsvoorstel 31 821 (versterking
besturing) is opgenomen;
overwegende, dat deze regeling nog onvoldoende is uitgewerkt en daarom
per amendement uit het wetsvoorstel is gehaald;
van mening, dat het principe van een verhaalsrecht voor studenten bij
het niet nakomen van verplichtingen door een onderwijsinstelling, gesteund
wordt;
van mening, dat er in het voorstel van de minister aandacht moet zijn
voor de volgende elementen;
een student kan individueel zijn schade verhalen op een instelling als
structureel niet is voldaan aan de volgende vereisten, zoals opgenomen in
genoemde officiële opleidingsdocumenten en de door de MR vastgestelde
acceptabele afwijkingen daarop:
– het aantal gegeven contacturen als beloofd in de officiële
opleidingsen/of faculteitsdocumenten zoals het OER, studentenstatuut en het
opleidingsprogramma;
– het aantal uren en vakinhoudelijke programma’s bij een specifiek
vak;
– de onderverdeling hoor-werkcolleges zoals weergegeven in deze
documenten;
– de verhouding lesuren zoals kan worden gegeven door hoogleraren
en aio’s;
– de structurele beschikbaarheid van voor de studie essentiële
voorzieningen binnen een opleiding;
verzoekt de minister de regeling specifieker uit te werken en om deze
nadere uitwerking in een wetsvoorstel voor 1 april 2010 naar de Kamer
te zenden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Besselink
Zijlstra
Jan Jacob van Dijk
Dibi
Van der Vlies
Anker