nr. 58
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER HAM C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel IIIa een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
IIIaa
In het opschrift van afdeling 2.6.5 wordt na «regionale» ingevoegd:
en lokale.
II
In artikel I wordt na onderdeel IIIb een onderdeel ingevoegd, luidende:
IIIba
Na artikel 2.170 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.170a
1. Het College van Burgemeester en Wethouders zorgt voor de bekostiging
van het functioneren van de lokale publieke media-instelling als de gemeenteraad
een advies als bedoeld in artikel 2.62, eerste lid, heeft uitgebracht en daarbij
positief heeft geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis,
bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c.
2. De bekostiging betreft vergoeding van de kosten die rechtstreeks
verband houden met het verzorgen van de lokale publieke omroepdienst, voor
zover die kosten niet op andere wijze zijn gedekt, op zodanige wijze dat op
lokaal niveau in een toereikend media-aanbod kan worden voorzien en continuïteit
van bekostiging is gewaarborgd.
3. Als twee of meer gemeenteraden gezamenlijk een advies als bedoeld
in artikel 2.62, eerste lid, hebben uitgebracht, en daarbij positief hebben
geadviseerd over de vraag of de instelling voldoet aan de eis, bedoeld in artikel 2.61, tweede lid, onderdeel c, zorgen de Colleges van Burgemeester
en Wethouders van de desbetreffende gemeenten gezamenlijk voor de bekostiging,
bedoeld in het eerste lid.
4. Artikel 2.170, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de financiering van de lokale publieke omroepen
nadrukkelijker terecht te laten komen bij deze omroepen. De voorgestelde regeling
is als volgt. Het huidige artikel 2.61, eerste lid, van de Mediawet 2008 bepaalt
dat het Commissariaat voor de Media een lokale instelling als publieke media-instelling
(lees: een lokale publieke omroep) kan aanwijzen voor de verzorging van de
publieke mediadiensten op lokaal niveau. Voor die aanwijzing komen volgens
het tweede lid van dat artikel enkel instellingen in aanmerking die aan een
aantal eisen voldoen. Eén van die eisen is dat die instelling volgens
de statuten een orgaan heeft dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt
en dat representatief is voor de belangrijkste in de desbetreffende gemeente
voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.
Er vindt dus een koppeling plaats tussen de financiering van de lokale omroep
en het programmabeleidsbepalend orgaan (dat is het orgaan dat het beleid voor
het media-aanbod van de lokale omroep bepaalt en dat representatief is voor
de belangrijkste maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke
stromingen in een gemeente). De financiering van de lokale omroep wordt direct
gekoppeld aan een positief advies van de gemeenteraad over de representativiteit
van het programmabeleidsbepalend orgaan (pbo). Als een gemeenteraad ten onrechte
een pbo nietrepresentatief verklaart, staat daartegen beroep en bezwaar open.
Nieuw is dat het onderhavige voorstel toevoegt dat, indien een gemeenteraad
positief adviseert over de representativiteit van dat orgaan, de desbetreffende
gemeente ook gehouden is die lokale publieke omroep te bekostigen.
Als de groei van het gemeentefonds sinds 2000 wordt meegenomen komt de
compensatie via het Gemeentefonds voor 2009 neer op circa € 9,9
miljoen, ofwel € 1,30 per woonruimte. Indexering volgt het Gemeentefonds.
Via dit amendement is voorzien in een evaluatie om de drie jaar. Deze
monitoring is een extra middel om de gemeenten hun verplichtingen na te laten
komen zonder dat de systematiek van het Gemeentefonds wordt aangetast.
Van der Ham
Van Dam
Atsma