Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31789 nr. 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31789 nr. 7 |
Vastgesteld 26 juni 2009
Binnen de vaste commissie voor Financiën1 hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de minister van Financiën van 2 juni 2009 over de verkoop van Fortis Corporate Insurance aan Amlin Plc (Kamerstuk 31 789, nr. 6), enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.
De vragen en opmerkingen zijn op 19 juni 2009 aan de minister van Financiën voorgelegd. Bij brief van 25 juni zijn ze door de minister van Financiën beantwoord.
I VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de minister van Financiën over de verkoop van 100% van de aandelen van Fortis Corporate Insurance. De leden zijn hierover op 2 juni in een besloten overleg geïnformeerd, waarna de minister is overgegaan tot de verkoop. Deze leden hebben geen vragen over de inhoud van de transactie zelf, maar wel enkele over het beleid ten aanzien van de verkoop van de in het kader van de interventies in de financiële sector aangegane deelnemingen.
Welke uitgangspunten en criteria heeft de minister gebruikt bij de verkoop van dit onderdeel? Zullen diezelfde criteria gelden bij volgende verkopen? Welke andere criteria dan de prijs spelen een rol, bijvoorbeeld of de koper maatschappelijk verantwoord onderneemt, wat de gevolgen zijn voor de marktordening in de financiële sector, de gevolgen voor de continuïteit van koper en verkoper, of er overleg met of informeren van werknemers heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld via de ondernemingsraad?
De leden van de PvdA-fractie zijn tevreden dat de minister de Kamer vooraf heeft geïnformeerd. Zij vragen zich echter af of dat niet in de openbaarheid had gekund? Is het waar dat het geen uitzondering is dat in de markt bepaalde transacties voorwaardelijk zijn totdat de aandeelhouders ermee instemmen? Waarom is bij deze verkoop niet gekozen voor een clausule bij de verkoop «subject to parliamentary approval»? Welke juridische en economische dan wel commerciële gevolgen heeft dit?
Deze leden zouden zich kunnen zich voorstellen dat een voorbehoud de opbrengst verlaagt. Zij vragen zich echter af welke vooruitzichten aan de koper zijn geschetst over het vertrouwelijke overleg dat de minister hierover met de Kamer heeft gevoerd. Heeft de minister de koper gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat de koop geen doorgang kon vinden? Was hier een clausule over opgesteld? Wat zijn de financiële gevolgen als de Kamer de verkoop had geblokkeerd?
Tot slot vragen deze leden zich af of het in zijn algemeenheid verschil maakt of de minister verkoopt met een «subject to parliamentary approval»-clausule waardoor de verkoop geblokkeerd kan worden, dan wel of de minister verkoopt zonder een dergelijke expliciete clausule maar met impliciet dezelfde gevolgen, omdat de minister de Kamer vertrouwelijk informeert en in dit geval beargumenteert overgegaan te zijn tot verkoop vanwege de «positieve grondhouding van de betrokken Kamerleden»?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
Welke mogelijke risico’s die gepaard gaan met de separatie van het oorspronkelijke moederbedrijf onderscheidt u?
Waarom wordt de kasuitstroom van € 5,5 mln. vanwege claims gerelateerd aan de tropische storm «Ike» in de begroting opgenomen?
Was Amlin Plc niet bereid deze claim mede over te nemen? Zo ja, waarom niet?
Betekent het feit dat de Nederlandse staat deze claim financiert dat Amlin Plc feitelijk een korting van € 5,5 mln. krijgt?
Zijn de juridische procedures die tegen de Nederlandse staat zijn aangespannen vanwege de nationalisatie van Fortis van invloed geweest op de prijsvorming van deze deal?
Wat is er met Amlin Plc afgesproken over de eventuele gevolgen van juridische procedures die zijn aangespannen tegen de staat vanwege de nationalisatie van Fortis?
Is de Nederlandse staat gehouden eventuele schade die Amlin Plc lijdt als gevolg van deze procedures te vergoeden?
Wat vindt u van de stelling van de VEB dat er veel te weinig is betaald voor Fortis Corporate Insurance?
Zijn er onafhankelijke bronnen die de betaalde prijs als «fair» of goed beschouwen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de verkoop van Fortis Corporate Insurance aan Amlin Plc en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
Voor de bijkomstigheden van de separatie is een Transition Service Agreement met Fortis Insurance Belgium overeengekomen. De leden van de VVD-fractie vragen wat deze overeenkomst precies behelst en wat de rechten en plichten van de staat, Fortis, respectievelijk de nieuwe eigenaar zijn.
Kan een indicatie worden gegeven van de waarde van Fortis Corporate Insurance op 1 januari 2008, 1 oktober 2008 en ultimo 2008?
Nadat de biedingen in de week van 11 mei zijn binnengekomen is een mogelijke claim, gerelateerd aan de tropische storm «Ike» bekend geworden. Deze kan oplopen tot een kasuitstroom van maximaal € 5,5 mln. Is dit het enige risico van Fortis Corporate Insurance dat bij de staat blijft hangen en wanneer is duidelijk in hoeverre dit risico zich manifesteert?
Fortis Corporate Insurance is een belangrijke partij in de Nederlandse en Belgische markt. Is het belang voor de bedrijven en de werknemers en de continuïteit van het bedrijf voldoende gewaarborgd met deze overname? Zo ja, waarop baseert de regering haar argumenten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de fractie van de PVV hebben met belangstelling kennisgenomen van de bovengenoemde brief van de minister van Financiën d.d. 2 juni 2009 (31 789, nr. 6). Naar aanleiding van genoemde brief hebben de leden van de PVV-fractie enkele vragen en opmerkingen, deze luiden als volgt.
De leden van de PVV-fractie vragen zich af waarom de minister bij het vergelijken van de verkooptransactie met transactie in de periode 2002–2007 gebuikt maakt van de term boekwaarde. De leden van de PVV-fractie stellen dat deze methode geen rekening houdt met de winstgevendheid van de onderneming in de toekomst en dat langlopende contracten ook niet worden meegenomen in deze waarderingsvergelijking. Een vergelijking met de Discounted Cash Flow of Ebitda voor de periode 2002–2007 kan een beter inzicht geven of de verkoop is gemaximeerd. Graag vernemen deze leden de reactie van het kabinet hierop.
Ten slotte benadrukken de leden van de PVV-fractie dat in het kader van inzicht van de transactie er inzage (anoniem) dient te komen in alle biedingen. De leden van de PVV-fractie stellen dat dan pas kan worden beoordeeld of de verkoopopbrengst voor de gemeenschap is gemaximaliseerd en aspecten zoals financiering niet te veel hebben geprevaleerd.
Graag vernemen deze leden de reactie van het kabinet hierop.
Beantwoording van de vragen van de leden van de fractie van de PvdA
Welke uitgangspunten en criteria heeft de minister gebruikt bij de verkoop van dit onderdeel? Zullen diezelfde criteria gelden bij volgende verkopen?
Zoals ook aangegeven in mijn brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 2008–2009, 31 789, nr. 6, Tweede Kamer) is voor mij bij deze verkoop naast het waarborgen van de operationele continuïteit, in het belang van klanten en werknemers, en de financiële stabiliteit van de onderneming en de sector, het belang van de belastingbetaler belangrijk geweest.
Wat betreft het verkoopproces stond het uitgangspunt van een deugdelijk en transparant proces voorop met eerlijke voorwaarden voor de geïnteresseerde partijen.
Ten aanzien van volgende verkopen wil ik het volgende opmerken. Een (financieel) succesvolle verkoop vereist in de eerste plaats dat potentiële kopers zich een goed beeld vormen van de waarde van de betrokken onderneming. Het zal bijvoorbeeld na de samenvoeging van de beide bancaire instellingen enkele jaren duren voor synergie, strategisch heroriëntatie en efficiency voordelen volledig doorwerken in de jaarcijfers. Onder normale omstandigheden leidt een voortijdige verkoop tot onzekerheid, en daarmee een lagere opbrengst voor de schatkist.
Op welke wijze de financiële instellingen zullen worden verkocht, hangt niet alleen af van de onderneming zelf, maar ook van de situatie op de markten. In internationaal verband zal de komende jaren een groot aantal financiële instellingen worden geprivatiseerd en nog meer van deze instellingen zullen de kapitaalmarkt aanspreken voor herfinanciering. In deze context verwacht ik dat nieuwe constructies en technieken zullen worden gevonden om afstoting mogelijk te maken. Ook deze ontwikkelingen zullen worden meegenomen bij het vaststellen van de exit van de Staat.
Welke andere criteria dan de prijs spelen een rol, bijvoorbeeld of de koper maatschappelijk verantwoord onderneemt, wat de gevolgen zijn voor de marktordening in de financiële sector, de gevolgen voor de continuïteit van koper en verkoper, of er overleg met of informeren van werknemers heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld via de ondernemingsraad?
Naast opbrengst speelt een aantal andere elementen een rol; in dit verband verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 1. van de PvdA. Zoals specifiek in de vraagstelling is verwoord, heb ik in het verkooptraject een positief advies tot verkoop van de aandelen Fortis Corporate Insurance ontvangen van zowel het management van Fortis Corporate Insurance als de Ondernemingsraad. Een ander belangrijk element voor is geweest het feit dat Amlin Plc een Brits beursgenoteerd bedrijf is dat op moment van verkoop nog niet actief is in de door Fortis Corporate Insurance bediende geografische markten. Hiermee wordt voorkomen dat de marktconcentratie verder toeneemt en wordt vermeden dat een overname/fusie leidt tot gedwongen ontslagen.
De leden van de PvdA-fractie zijn tevreden dat de minister de Kamer vooraf heeft geïnformeerd. Zij vragen zich echter af of dat niet in de openbaarheid had gekund?
Amlin Plc is een Britse beursgenoteerde organisatie. Gezien de beursgevoeligheid van dergelijke informatie, is het niet mogelijk om het informeren van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer in openbaarheid te laten geschieden.
Is het waar dat het geen uitzondering is dat in de markt bepaalde transacties voorwaardelijk zijn totdat de aandeelhouders ermee instemmen?
Conform statutaire bepalingen van transactie partijen kan het zo zijn dat goedkeuring van aandeelhouders – in bepaalde gevallen – vereist is. Wanneer een dergelijke (des)investering onderworpen is aan goedkeuring van de aandeelhouders, is een dergelijke transactie voorwaardelijk tot deze goedkeuring is verkregen.
Waarom is bij deze verkoop niet gekozen voor een clausule bij de verkoop «subject to parliamentary approval»? Welke juridische en economische dan wel commerciële gevolgen heeft dit?
Een proces waarin een entiteit (activum) van eigenaar verwisselt, is over het algemeen een instabiel en dynamisch proces waarvan de uitkomst onderhevig is aan een veelvoud van nauwkeurig afgestemde ontwikkelingen. Het zo goed als mogelijk vermijden en voorkomen van onzekerheden is essentieel om een dergelijk proces tot een succesvol einde te kunnen brengen.
Het toevoegen van een clausule die de verkoop onderhevig maakt aan de goedkeuring van de Tweede Kamer kan voor zeer veel onzekerheid en additionele risico’s zorgen. Bij beursgenoteerde ondernemingen kan dit leiden tot speculatie op de uitkomst. De mogelijkheid van een, voor de verkoop, negatief besluit van de Tweede Kamer kan de potentiële bieders ertoe doen overgaan om geen bod uit te brengen of om een lager bod uit te brengen. Daarnaast speelt in bepaalde gevallen dat de koper kapitaal zal willen aantrekken bij beleggers om de financiering van de transactie te vereenvoudigen.
In het algemeen geldt dat politiek risico voor particuliere partijen moeilijk in te schatten, laat staan te beheersen is. Voor dergelijke partijen zijn besluitvormingsprocessen van hun eigen aandeelhouders een bekender en beter beheersbaar traject. Mede doordat particuliere partijen deze twee besluitvormingsprocessen anders wegen, is ervoor gekozen bij deze verkoop geen «subject to parliamentary approval»-clausule in de koopovereenkomst op te nemen. Overigens is de Staat als aandeelhouder vanzelfsprekend in dit proces als verkopende partij in alle stadia volop betrokken geweest.
Wat betreft de verdeling van de rollen en de verantwoordelijkheden tussen de Tweede Kamer en mijzelf in trajecten rondom het – geheel of gedeeltelijk – vervreemden van deelnemingen verwijs ik naar de brief over artikel 34 Comptabiliteitswet 2001 die ik u heb toegezegd na de zomer te sturen.
Deze leden zouden zich kunnen zich voorstellen dat een voorbehoud de opbrengst verlaagt. Zij vragen zich echter af welke vooruitzichten aan de koper zijn geschetst over het vertrouwelijke overleg dat de minister hierover met de Kamer heeft gevoerd. Heeft de minister de koper gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat de koop geen doorgang kon vinden? Was hier een clausule over opgesteld?
Nadat de koper een definitief en bindend bod had uitgebracht op de aandelen heeft de Staat met Amlin Plc een contract opgesteld dat bepaalt dat voor een bepaalde termijn exclusief met Amlin Plc zal worden onderhandeld (een zogenaamd exclusiviteitcontract).
In dit exclusiviteitcontract is bepaald dat de minister vooraf de Tweede Kamer wenste te informeren, waar nodig in een besloten overleg nadat de beurzen waren gesloten. De koper was zich ervan bewust dat wanneer de Minister na het informeren van Uw Kamer er niet volledig van overtuigd zou zijn dat de verkoop doorgang moest hebben, hij de koopovereenkomst niet zou tekenen.
Wat zijn de financiële gevolgen als de Kamer de verkoop had geblokkeerd?
De minister zou aan Amlin Plc de kosten hebben vergoed die Amlin Plc had gemaakt vanaf het moment van indienen van het definitieve bindende bod, tot en met het moment waarop de minister Amlin Plc had geïnformeerd dat hij de koopovereenkomst niet zou ondertekenen. Ten aanzien van deze vergoeding is een maximum van € 1,5 mln afgesproken.
Tot slot vragen deze leden zich af of het in zijn algemeenheid verschil maakt of de minister verkoopt met een «subject to parliamentary approval»-clausule waardoor de verkoop geblokkeerd kan worden, dan wel of de minister verkoopt zonder een dergelijke expliciete clausule maar met impliciet dezelfde gevolgen, omdat de minister de Kamer vertrouwelijk informeert en in dit geval beargumenteert overgegaan te zijn tot verkoop vanwege de «positieve grondhouding van de betrokken Kamerleden»?
De Comptabiliteitswet 2001 geeft mij ten aanzien van het – geheel of gedeeltelijk – vervreemden van deelnemingen het recht om de Staten-Generaal na het verrichten van de rechtshandeling achteraf mededeling te doen. De nadelige gevolgen op het verkoopproces die een goedkeuringsclausule kan hebben zijn daarvoor mede aanleiding.
Ik heb u met dit vooraf vertrouwelijk informeren tegemoet willen komen. De gekozen vorm hiervoor was niet schadelijk voor het verkoopproces en de mogelijk negatieve gevolgen waren beperkt. Het vertrouwelijk karakter van het overleg en het feit dat geen uitspraken gedaan zouden worden tot moment van tekenen van de koopovereenkomst, verschafte mij de mogelijkheid dit te doen.
In dit specifieke verkoopproces hebben de mogelijke nadelige gevolgen van een goedkeuringsclausule mij ertoe aangezet u op deze wijze vertrouwelijk te informeren (in dit verband verwijs ik ook naar mijn brief over de verkoop van de aandelen Fortis Corporate Insurance, Kamerstuk 2008–2009, 31 789, nr. 6, Tweede Kamer). De impact van het formeel opnemen in de koopovereenkomst – en het dus uitdrukkelijk vragen van toestemming vooraf – is in mijn ogen een zwaarder middel – met een groter negatief effect op de verkoopprijs – dan het informeren over een toekomstige verkoop in combinatie met het toetsen van een positieve grondhouding en gaven mij reden om af te zien van een dergelijk formele route.
Beantwoording van de vragen van de leden van de fractie van de SP
Welke mogelijke risico’s die gepaard gaan met de separatie van het oorspronkelijke moederbedrijf onderscheidt u?
Zoals aangegeven in mijn brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 2008–2009, 31 789, nr. 6, Tweede Kamer), is er per heden een nog aantal bestaande verbanden met het oorspronkelijke moederbedrijf, Fortis SA Groep, die Fortis Corporate Insurance door de separatie van de Fortis SA Groep zelf dient op te bouwen, waaronder informatietechnologie gerelateerde functies. Daarnaast zijn de Belgische medewerkers van Fortis Corporate Insurance formeel nog in dienst bij Fortis Insurance Belgium SA/NV. Het is de bedoeling dat zij formeel in dienst treden bij Fortis Corporate Insurance, en de toekomstige aandeelhouder. Voor deze bijkomstigheden van de separatie is een Transition Service Agreement met Fortis Insurance Belgium overeengekomen.
Waarom wordt de kasuitstroom van € 5,5 mln. vanwege claims gerelateerd aan de tropische storm «Ike» in de begroting opgenomen?
In de hoedanigheid van verkoper van staatsdeelnemingen geeft de Staat garanties en vrijwaringen af; een praktijk die gangbaar is in (ver)kooptrajecten van ondernemingen. In een dergelijke situatie geldt dat de verkoper de kopende partij vrijstelt voor een specifiek soort risico door het afgeven van een garantie en/of vrijwaring.
In de periode tussen het uitbrengen van het definitieve bindende bod door Amlin Plc en het moment waarop de koopovereenkomst getekend is, heeft Fortis Corporate Insurance koper geïnformeerd dat er ten aanzien van tropische storm «Ike» mogelijk claims kunnen opkomen. Een oplossing van verwerking van dergelijk nieuwe informatie, is het aanpassen van de koopprijs tot maximaal de maximale hoogte van dergelijke claims. In dit geval is met koper afgesproken om ten aanzien van mogelijke claims echter een vrijwaring tot ten hoogste € 5,5 mln in de koopovereenkomst op te nemen (in dit verband verwijs ik ook naar mijn antwoord op vraag 5. van de SP). Deze vrijwaring is voor het maximale bedrag als potentiële uitgave in de begroting opgenomen.
Was Amlin Plc niet bereid deze claim mede over te nemen? Zo ja, waarom niet?
Amlin Plc was alleen bereid deze mogelijke, in de toekomst gelegen claim over te nemen onder reductie van de koopprijs.
Betekent het feit dat de Nederlandse staat deze claim financiert dat Amlin Plc feitelijk een korting van € 5,5 mln. krijgt?
Nee, aangezien onzeker is of een dergelijk claim (en voor welk bedrag) ingediend zal worden (en mogelijk uitgekeerd dient te worden), heeft de Staat met Amlin Plc afgesproken de koopprijs niet met een dergelijk bedrag te verlagen, maar de koper vrij te waren in het geval een dergelijke claim zich voordoet.
Zijn de juridische procedures die tegen de Nederlandse staat zijn aangespannen vanwege de nationalisatie van Fortis van invloed geweest op de prijsvorming van deze deal?
Ik begrijp dat koper en zijn adviseurs op basis van een door hen uitgevoerd onderzoek ook menen dat het niet waarschijnlijk is dat de wederpartij van de Nederlandse Staat in deze procedures in het gelijk worden gesteld.
Wat is er met Amlin Plc afgesproken over de eventuele gevolgen van juridische procedures die zijn aangespannen tegen de staat vanwege de nationalisatie van Fortis? Is de Nederlandse staat gehouden eventuele schade die Amlin Plc lijdt als gevolg van deze procedures te vergoeden?
De Staat der Nederlanden is onder de koopovereenkomst verplicht om eventuele schade die Amlin Plc lijdt als gevolg van deze procedure te vergoeden.
Wat vindt u van de stelling van de VEB dat er veel te weinig is betaald voor Fortis Corporate Insurance?
Ik ben van mening dat de analyse van de VEB onjuist is.
Zijn er onafhankelijke bronnen die de betaalde prijs als «fair» of goed beschouwen?
Uit de berichtgeving1 hierover na bekendmaking van de voorgenomen verkoop maak ik op dat de te betalen prijs als «fair» wordt beschouwd. In aanloop naar het sluiten van de verkoop heb ik de voorgenomen transactie vergeleken met vergelijkbare transacties uit het verleden. Ook op basis hiervan meen ik dat wij een goede prijs ontvangen.
Beantwoording van de vragen van de leden van de fractie van de VVD
Voor de bijkomstigheden van de separatie is een Transition Service Agreement met Fortis Insurance Belgium overeengekomen. De leden van de VVD-fractie vragen wat deze overeenkomst precies behelst en wat de rechten en plichten van de Staat, Fortis, respectievelijk de nieuwe eigenaar zijn?
De Staat der Nederlanden is geen partij bij deze overeenkomst. Ten aanzien van de inhoud van de Transition Service Agreement verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 1. van de SP.
Kan een indicatie worden gegeven van de waarde van Fortis Corporate Insurance op 1 januari 2008, 1 oktober 2008 en ultimo 2008?
Aangezien Fortis Corporate Insurance op geen van deze momenten beursgenoteerd was, is het niet mogelijk om in beeld te brengen wat de marktwaarde op deze dagen te geven. Wel kan ik u informatie geven over de (afgeronde) intrinsieke waarde van de aandelen Fortis Corporate Insurance op basis van de cijfers van Fortis Corporate Insurance:
1 januari 2008: € 280 m
1 oktober 2008: € 249 m
31 december 2008: € 249 m
Nadat de biedingen in de week van 11 mei zijn binnengekomen is een mogelijke claim, gerelateerd aan de tropische storm «Ike» bekend geworden. Deze kan oplopen tot een kasuitstroom van maximaal € 5,5 mln. Is dit het enige risico van Fortis Corporate Insurance dat bij de staat blijft hangen en wanneer is duidelijk in hoeverre dit risico zich manifesteert?
Op dit moment is dit het enige risico dat voorzien is. Het is mijn intentie u tijdig te informeren over garanties die door de Staat zijn verstrekt waarvoor blijkt dat deze mogelijk tot uitbetalingen kunnen leiden. Vooralsnog valt alleen een claim aangaande «Ike» te voorzien.
Fortis Corporate Insurance is een belangrijke partij in de Nederlandse en Belgische markt. Is het belang voor de bedrijven en de werknemers en de continuïteit van het bedrijf voldoende gewaarborgd met deze overname? Zo ja, waarop baseert de regering haar argumenten?
Zoals aangegeven in mijn brief aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 2008–2009, 31 789, nr. 6, Tweede Kamer) is een van de uitgangspunten bij verkoop van de aandelen Fortis Corporate Insurance geweest dat de operationele continuïteit van Fortis Corporate Insurance, die belangrijk is voor medewerkers en klanten, gewaarborgd is. Ook heb ik voorafgaand aan het tekenen van de koopovereenkomst een positief advies van de Ondernemingsraad van Fortis Corporate Insurance ontvangen om over te gaan tot verkoop van de aandelen. Daarnaast hebben partijen die fungeren als intermediair op de verzekeringsmarkt aangegeven dat zij een partij als Amlin Plc als welkome aanvulling zien op deze markt. Tot slot wil ik opmerken dat Amlin Plc een Brits beursgenoteerd bedrijf is dat op moment van verkoop nog niet actief is in de door Fortis Corporate Insurance bediende geografische markten.
Beantwoording van de vragen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie vragen zich af waarom de minister bij het vergelijken van de verkooptransactie met transactie in de periode 2002–2007 gebuikt maakt van de term boekwaarde. De leden van de PVV-fractie stellen dat deze methode geen rekening houdt met de winstgevendheid van de onderneming in de toekomst en dat langlopende contracten ook niet worden meegenomen in deze waarderingsvergelijking. Een vergelijking met de Discounted Cash Flow of Ebitda voor de periode 2002–2007 kan een beter inzicht geven of de verkoop is gemaximeerd. Graag vernemen deze leden de reactie van het kabinet hierop.
De «multiple» die op de boekwaarde wordt betaald is in de sector waarin Fortis Corporate Insurance opereert één van de beste en meest gebruikte maatstaven om de verkoopprijs te evalueren, Een vermenigvuldigingsfactor van meer dan één geeft juist aan dat de koper er van uit gaat dat de toekomstige waarde hoger zal zijn. Dit reflecteert derhalve juist dat men verwacht hogere winsten te kunnen behalen in de toekomst.
Nu een discounted cash flow analyse en/of Ebitda analyse over de periode 2002–2007 een analyse geeft op basis van het verleden, zal het gebruik van een dergelijke methode ook niet leiden tot een beeld over winstgevendheid van de onderneming in de toekomst.
Ten slotte benadrukken de leden van de PVV-fractie dat in het kader van inzicht van de transactie er inzage (anoniem) dient te komen in alle biedingen. De leden van de PVV-fractie stellen dat dan pas kan worden beoordeeld of de verkoopopbrengst voor de gemeenschap is gemaximaliseerd en aspecten zoals financiering niet te veel hebben geprevaleerd.
Mocht u dat wensen, dan kunt u op het ministerie van Financiën inzage krijgen in een geanonimiseerde vergelijking van de definitieve en bindende biedingen. Dit heb ik tijdens het vertrouwelijk overleg met u ook aangegeven.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA), Bashir (SP), Sap (GL) en Linhard (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Pieper (CDA), Aptroot (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), Elias (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Kuiken (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP), Vendrik (GL) en Smeets (PvdA).
Zie bijvoorbeeld het volgende bericht: http://925.nl/archief/2009/06/03/bos-verkoopt-onderdeel-fortis-en-casht-350miljoen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31789-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.