31 710 Deltaprogramma

Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2018

Hierbij doe ik u toekomen de Agenda IJsselmeergebied 2050¹ mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken en Klimaat. Ik heb reeds in het 2^e Nationaal Waterplan aangekondigd dat er gebiedsagenda’s komen voor de rijkswateren. De gebiedsagenda voor het IJsselmeergebied heb ik, mede namens mijn collega’s van OCW, BZK, LNV en EZK, op 17 mei jl. ondertekend, samen met ruim 50 bij het gebied betrokken partijen.

De meren en waterwerken van het IJsselmeergebied zijn van grote waarde voor Nederland. Het gebied is rijk aan natuur en cultureel erfgoed. Daarnaast heeft het een belangrijke functie in de voedselproductie. Niet voor niets noemt men het gebied het Blauwe Hart van Nederland.

Basisgedachte van de Agenda IJsselmeergebied 2050 is dat er nog veel winst te behalen is met een samenhangende aanpak van de 7 hoofdopgaves: klimaatadaptatie, natuurontwikkeling, kansen benutten voor scheepvaart en nautische economie, energietransitie, verstedelijking, verduurzaming visserij en versterking recreatie/toerisme. Daarbij moet er aandacht zijn voor de kwaliteit en identiteit van het IJsselmeergebied. Zowel door de kracht van nieuw ontwerp als door het meenemen van het cultureel erfgoed uit het rijke verleden van de voormalige Zuiderzee. De gebiedsagenda’s voor de rijkswateren laat ik maken omdat voor deze vraagstukken het water een verbindende factor is. Dat biedt nieuwe kansen voor innovatie en samenwerkingsmogelijkheden, en daarom zie ik de Agenda IJsselmeergebied 2050 als complementair aan de drie MIRT gebiedsagenda’s (Noordwest-, Noord en Oost Nederland) die het IJsselmeergebied ieder slechts gedeeltelijk beschrijven.

De gebiedsagenda is opgesteld met input van veel stakeholders. Het bevat geen nieuw overheidsbeleid, maar agendeert vanuit een langetermijnperspectief onderwerpen waarvoor mogelijk beleid nodig is en beoogt bestuurders te ondersteunen bij toekomstige beslissingen over actuele thema’s. Dit zijn bijvoorbeeld de te maken afspraken in het Klimaatakkoord over de ambities voor duurzame energie-opwekking en andere maatregelen voor CO₂-reductie. Ook voor de andere hierboven genoemde hoofdopgaves is er een sterke behoefte om te komen tot een integrale aanpak en bundeling van krachten in onderzoek en uitvoering. De hoop is dat dit een klimaat schept met goede kansen voor innovatieve oplossingen en meer verbinding tussen de ontwikkelingen in het water en het daaromheen liggende land. De vijf betrokken ministeries, vijf provincies, 25 gemeenten, zes waterschappen, belangenverenigingen en bedrijfsleven onderschrijven het voorstel voor een versterkte governance om dit zoveel mogelijk te stimuleren. Het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied (BPIJ; een reeds bestaand regionaal platform voor het Deltaprogramma) en het Regionaal Overlegorgaan IJsselmeergebied (ROIJ) gaan hierin de spil vormen.

De integrale aanpak van de Agenda IJsselmeergebied is een voorbeeld voor het gebiedsgericht werken zoals dit onder de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de omgevingsvisies van provincies en gemeenten wordt beoogd. Het vervolg op de Agenda IJsselmeergebied 2050 is het definitief maken van een gezamenlijke uitvoerings-, kennis- en innovatieagenda. De uitvoeringsagenda bouwt voort op lopend werk bij de Afsluitdijk, de Markermeerdijken, de Houtribdijk, de Marker Wadden en in de IJsselvechtdelta en de Randmeren. Daarnaast starten verkenningen voor een bijdrage aan de energietransitie en voor versterking van het recreatie-netwerk. Tenslotte zullen er gebiedsuitwerkingen komen (o.a. voor Friese kust en in Flevoland voor het gebied rond de Oostvaardersdijk). De onderzoeks- en innovatieagenda is hier direct aan gekoppeld en bedoeld om verdere gebiedsdialogen te ondersteunen. Ik verwacht in het kader van het vervolg op de Agenda IJsselmeergebied 2050 eind dit jaar een aantal concrete samenwerkingsafspraken te kunnen maken met provincies en andere partijen in het gebied. Ik zie dit als belangrijke stappen in het licht van de drie ambities van de Agenda IJsselmeergebied: «Landschap van wereldklasse; Toekomstbestendig water- en ecosysteem en Vitaal economisch belang».

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

---

1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl