31 701
Trendnota Arbeidszaken Overheidspersoneel 2009

31 444 VII
Jaarverslag en slotwet ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2007

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2009

Met excuses voor de vertraagde beantwoording informeer ik u hierbij over de wijze waarop ik invulling geef aan de Motie Heijnen (TK 2007–2008, 31 444 VII, nr. 15). Tevens zal ik nader ingaan op de Kamervragen van de leden Heijnen en Spekman (PvdA) over de verslechterde positie van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt (2009Z00311/2080909440).1

– Invulling eerste deel Motie Heijnen

Over de invulling van het eerste deel van de Motie, te weten het verzoek om in 2009 bij het Rijk 100 extra Wsw-ers of Wajongers aan te stellen, heb ik u reeds in het Wetgevingsoverleg van de Vaste Kamercommissie van BZK geïnformeerd. Ik heb aangegeven dat ik een grotere ambitie heb dan het voorgestelde aantal van 100.

Ik vind het van belang om te benadrukken dat de sector Rijk zijn rol als maatschappelijk verantwoord werkgever serieus wil oppakken. Vanuit die overtuiging heb ik gekeken naar de invulling van de motie Heijnen.

De sector Rijk zal zich daarom maximaal zal inspannen om in 2009 en 2010 in totaal 250 extra plaatsingen van Wajongers (150) en Wsw-ers (100) te realiseren.

Voor de realisatie van de 250 (werkervarings)plaatsen voor Wsw-ers en Wajongers is in oktober 2008 een rijksbreed werkervaringsproject gestart waaraan alle ministeries deelnemen. Het quotum van 250 is verdeeld over de ministeries en Hoge Colleges van Staat op basis van de omvang in fte’s.

Bij het werkervaringsproject voor Wajongers en Wsw-ers gaat het om plaatsingen op reguliere functies/takenpakketten. Hierbij zijn verschillende constructies mogelijk, zoals een dienstverband voor bepaalde tijd, een dienstverband voor onbepaalde tijd en alle vormen van detachering met bij voorkeur duurzame contracten, waarbij mensen werkzaamheden verrichten bij het Rijk.

Bij het plaatsen van de 250 Wajongers en Wsw-ers zal in de eerste plaats, in samenspraak met re-integratie-instanties, worden gezocht naar geschikte of geschikt te maken vacatures. Het aantal functies voor lager geschoolden binnen de sector Rijk is immers beperkt en neemt ook af. Bijna tweederde van de functies is op HBO-niveau en hoger. Daarom zal worden bezien of er van bestaande functies taken kunnen worden afgesplitst om zo op de persoon toegesneden functies/werkpakketten te creëren die aansluiten bij de functiebeperkingen en mogelijkheden van de betreffende Wajongers en Wsw-ers.

De afspraak om in 2009–2010 250 Wsw-ers en Wajongers te plaatsen komt bovenop de afspraak van het Kabinet om in deze kabinetsperiode binnen de sector Rijk 1 000 werkervaringsplaatsen te realiseren voor mensen met een (lange) afstand tot de arbeidsmarkt (uit het beleidsprogramma Samen Werken, Samen Leven). In totaal gaat het dus om 1250 plekken voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten, waaronder Wajongers, Wsw-ers en langdurig werklozen.

Over de realisatie van de 250 extra plaatsingen voor Wsw-ers en Wajongers en de realisatie van het 1000 werkervaringsplaatsenplan Rijk (inclusief verdeling naar doelgroepen) zal jaarlijks in het Sociaal Jaarverslag Rijk worden gerapporteerd.

– Invulling tweede deel Motie Heijnen

Wat betreft de invulling van het tweede deel van de Motie Heijnen kan ik u het volgende melden. Ik heb besloten om in het kader van maatschappelijk verantwoord werkgeverschap Rijk per 1 januari 2011 een structurele algemene quotumregeling in te voeren. Deze regeling houdt in dat het Rijk structureel een aantal (werkervarings)plaatsen ter grootte van 1% van de bezetting in fte’s reserveert voor alle geïndiceerde doelgroepen met een (lange) afstand tot de arbeidsmarkt (m.n. gedeeltelijk arbeidsgeschikten met een Wsw- en Wajong-indicatie en langdurig werklozen). Hierbij is het de bedoeling dat minimaal de helft van de plaatsingen wordt gerealiseerd bij de werkgevers Rijk (duurzame plaatsingen op basis van een tijdelijk of vast dienstverband). De overige plaatsingen worden gerealiseerd via afspraken in mantelcontracten voor uitbestede diensten.

De belangrijkste redenen waarom ik een brede quotumregeling voor het Rijk prefereer boven een quotumregeling voor alleen arbeidsgehandicapten zijn:

– er is geen eenduidige definitie van het begrip arbeidsgehandicapte waardoor de uitvoering van een quotumregeling voor de doelgroep moeilijk uitvoerbaar is.

– met een algemene quotumregeling (voor verschillende geïndiceerde groepen) kan flexibeler worden ingespeeld op accentverschuivingen bij de bevordering van de arbeidsparticipatie van specifieke kwetsbare doelgroepen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Bij deze brief zijn ook de schriftelijke vragen beantwoord van de leden Heijnen en Spekman; zie Aanhangsel der Handelingen II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 1779.

Naar boven