31 532 Voedingsbeleid

Nr. 184 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2017

Goede informatie over voeding en innovatie naar een gezondere productsamenstelling zijn belangrijke pijlers van mijn voedingsbeleid. In de Kamerbrief van 9 december1 heb ik u geïnformeerd over het vervolg op het Vinkje. Ik heb aangegeven in gesprek te blijven met betrokken partijen (bedrijfsleven, Voedingscentrum, onderzoekers en NGO’s) en te onderzoeken op welke wijze een nieuw innovatie-initiatief vorm kan krijgen.

Wij vinden het belangrijk dat de goede elementen van het Vinkje behouden blijven en mogelijk in een nieuw initiatief kunnen worden ondergebracht. In deze brief informeer ik u over de volgende stappen die gezet worden met het oog op de uitfasering van het Vinkje, de mogelijke introductie van een nieuw innovatie-initiatief en de communicatie over gezonde voeding. Hierbij spelen ook de internationale ontwikkelingen mee.

Uitfasering Vinkje

In oktober 2016 is besloten dat het Vinkje uitgefaseerd moet worden. Op het moment van de aankondiging (19 oktober 2016), is aangegeven dat producten met het logo na een jaar niet meer in de schappen zichtbaar mogen zijn. Het bedrijfsleven heeft vervolgens aangegeven dat deze uitverkooptermijn niet haalbaar is. Het bedrijfsleven moet voor duizenden verschillende producten de verpakkingen aanpassen en wil de voorraden verpakkingen en producten met daarop het Vinkje zoveel mogelijk opmaken om (omvangrijke) verspilling te voorkomen. Het bedrijfsleven heeft verzocht rekening te houden met de omvang en de kosten van de operatie om alle verpakkingen met het Vinkje aan te passen. Ik heb daarom alle betrokken partijen geconsulteerd over een alternatieve uitfaseertermijn.

Gebleken is dat het bedrijfsleven sinds de bekendmaking van de beslissing op bezwaar van 18 oktober 2016 werkt aan de uitfasering van het Vinkje. Dit betekent dat steeds meer producten met het Vinkje uit de schappen verdwijnen.

De operatie voor het volledig uitfaseren van het Vinkje is echter omvangrijk en kostbaar. Vanwege de aanwezige verpakkingsvoorraden en de tijd die benodigd is voor het ontwerp en de productie van nieuwe verpakkingen, acht ik een overgangstermijn van 24 maanden vanaf 18 oktober 2016 waarbinnen producten met het Vinkje op de verpakking nog geproduceerd mogen worden, redelijk.

Concreet betekent dit dat vanaf 19 oktober 2018 geen producten met het Vinkje op de verpakking meer mogen worden geproduceerd. Producten met het Vinkje op de verpakking, die uiterlijk op 19 oktober 2018 zijn geproduceerd, mogen worden verkocht tot en met de op de verpakking vermelde houdbaarheidstermijn.

Communicatie over gezonde voeding

Het Voedingscentrum is hét kenniscentrum van de rijksoverheid over voeding. In 2016 heeft het Voedingscentrum via een campagne de nieuwe Schijf-van-Vijf gelanceerd. Op allerlei manieren wordt het belang van gezonde voeding, de Schijf van Vijf bij consumenten onder de aandacht gebracht. Consumenten wordt handelingsperspectief geboden door informatie over gezonde voeding in bladen, op het etiket, op de website van het Voedingscentrum en binnenkort met de Voedingsapp.

Tijdens de Voedseltop op 26 januari jongstleden is de eerste versie van de Voedingsapp getoond. Met de app kan de consument in een oogopslag zien wat er in levensmiddelen aan voedingswaarde (calorieën, zout, verzadigd vet etc.) en allergenen zit. Daardoor kan makkelijker een bewuste keuze gemaakt worden. Het Voedingscentrum ontwikkelt de app en maakt daarbij gebruik van databanken met productgegevens. In de loop van dit jaar zal de Voedingsapp voor alle consumenten beschikbaar komen.

Ook heeft het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) op de Voedseltop, namens de aangesloten leden, aangekondigd op de winkelvloer klanten actief te willen informeren over de Schijf van Vijf. Het gaat hierbij om aanprijzing van producten, recepten en menu’s die passen binnen de Schijf van Vijf. Ik waardeer dit initiatief van het CBL en wil hier ook samen met betrokken partijen opvolging aan geven.

Daarom geef ik het Voedingscentrum de opdracht om, samen met betrokken partijen, te verkennen welke mogelijke uitingsvormen hiervoor mogelijk zijn en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn. Het resultaat hiervan zal ik met u delen.

Innovatie naar verbeterde productsamenstelling

Het Vinkje was gebaseerd op strenge onafhankelijke wetenschappelijke criteria voor hoeveelheden zout, verzadigd vet, calorieën, suikers en vezels. Met deze criteria kunnen de levensmiddelenbedrijven richting geven aan hun innovatiebeleid en supermarkten en andere aanbieders een instrument bieden bij de inkoop van hun levensmiddelen. Deze criteria zouden goed gebruikt kunnen worden in een vervolgaanpak voor de verbetering van de productsamenstelling (innovatie-initiatief). Daarnaast wil ik de mogelijkheden verkennen hoe consumenten over verbeterde productsamenstelling geïnformeerd kunnen worden. Hieronder volgt een korte toelichting op deze acties.

Innovatie-initiatief

De strenge onafhankelijke wetenschappelijke criteria van het Vinkje voor de «best in class» producten kunnen een stimulans zijn voor de verbetering van de productsamenstelling.

Het Akkoord Verbetering Productsamenstelling richt zich op de gezondere samenstelling in de volle breedte. Met de afgesproken normen binnen het Akkoord wordt als het ware een minimum kwaliteitseis gesteld. Met de criteria om «best in class» producten te onderscheiden, kunnen verdergaande reductiestappen worden gestimuleerd. Voor bedrijven kan de strategie achter deze verdergaande criteria een aanvullende stimulans zijn voor de verbetering van de productsamenstelling.

Ik wil onderzoeken hoe de wetenschappelijke criteria van het Vinkje, maar ook de criteria voor producten die onder de Schijf van Vijf vallen en de afspraken voor de verschillende productcategorieën in het kader van het Akkoord Verbetering Productsamenstelling op elkaar afgestemd kunnen worden.

Hiervoor zal ik een wetenschappelijke commissie onder leiding van het RIVM vragen mij te adviseren. Het RIVM zal met de wetenschappers vanuit de wetenschappelijke commissie van het Vinkje (Wecom), de wetenschappelijke adviescommissie van het Akkoord (WAC) en het Voedingscentrum voor het einde van dit jaar een advies uitbrengen.

Communicatie over verbeterde productsamenstelling

Voor bedrijven kan het een extra stimulans zijn als ook op de voorkant van het etiket onderscheidend uiting gegeven kan worden aan de inzet voor een verbeterde productsamenstelling. Door het verdwijnen van het Vinkje is deze prikkel voor een deel verdwenen.

Het is nog wel mogelijk om grote reductiestappen van afzonderlijke nutriënten te vermelden op het etiket via een zogeheten herformuleringsclaim. Volgens de Europese Claimsverordening ((EG) 1924/2006) mag op het etiket 30% meer of minder van een voedingsstof ten opzichte van een referentieproduct worden vermeld (bijvoorbeeld «bevat 30% minder suiker»).

Het zou een extra stimulans zijn als bedrijven hun inzet op productverbetering kunnen laten zien, bijvoorbeeld door communicatie van kleinere reductiestappen. In het licht van de discussies over de verbetering van productsamenstelling in de EU zal ik verkennen welke mogelijkheden er zijn om over verbetering van de productsamenstelling te communiceren via het etiket.

Internationale ontwikkelingen

Zes grote internationaal opererende levensmiddelenbedrijven hebben onlangs aangekondigd dat ze in de komende periode een kleurcode voor voedingswaarde-informatie zullen introduceren. Ik vind het goed dat de bedrijven internationaal afspraken willen maken over productinformatie en daarmee blijven werken aan productinnovatie en informatie over de voedingswaarde van producten.

Ook de Franse overheid heeft onlangs uitkomsten van studies gepresenteerd om te komen tot een mogelijk ander informatiesysteem op basis van kleurcoderingen.

De Europese Commissie doet op dit moment onderzoek naar het nut en de noodzaak van het instellen van voedingsprofielen op basis van de Europese Verordening voor voedings- en gezondheidsclaims (Verordening (EG) 1924/2006). Met dit onderzoek wordt nagegaan welke voedingskundige eisen gesteld moeten worden aan producten om een voedings- en gezondheidsclaims te kunnen dragen. In 2006 was al in de Verordening opgenomen dat voedingsprofielen onderdeel zouden moeten worden van de verordening. Tot dusver is het de Europese Commissie nog niet gelukt hier uitvoering aan te geven.

Mijn inzet is dat op EU-niveau geharmoniseerde voedingsprofielen worden vastgesteld om hiermee te voorkomen dat op ongezonde producten voedings- en gezondheidsclaims gevoerd kunnen worden.

Bovengenoemde internationale ontwikkelingen zal ik met de uitkomsten van het advies van het RIVM, de uitkomsten van de verkenning naar communicatie over de verbetering van productsamenstelling in de EU, beoordelen om te bezien welke mogelijkheden er zijn voor aanvullende informatievormen op het etiket.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstuk 31 532, nr. 177.

Naar boven