Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2016
Hierbij informeer ik uw Kamer over de eerder toegezegde informatie (zie Kamerbrief
7 juli 2016, Kamerstukken 31 409 en 29 684, nr. 123) omtrent snelheidsovertredingen op de Waddenzee.
Om tot een substantiële verbetering van de huidige situatie te komen zet ik in op
meerdere fronten. De ervaring leert dat handhaving alleen niet de oplossing is, mede
gezien de beperkingen die handhaving op groot open water met zich meebrengt. Het feitelijk
handhaven en eventueel uitschrijven van proces verbaal is een sluitstuk van een keten
aan maatregelen om de naleving van de regelgeving verder te verbeteren. Om die reden
zet ik nadrukkelijk ook in op bewustwording bij (snelle) vaarweggebruikers en ben
ik structureel in gesprek met de betrokken natuur- en milieuorganisaties.
Extra inzet op handhaving
Er is extra ingezet gepleegd op handhaving. Er zijn in 2016 349 diensten uitgevoerd,
waarvan 20 met een gespecialiseerd handhavingsteam. Dit zijn 101 diensten meer dan
in 2015.
Rijkswaterstaat constateert dat de toegenomen aanwezigheid op het water merkbaar leidt
tot aanpassing van het vaargedrag. Het aantal sancties is met de extra inzet niet
substantieel toegenomen ten opzichte van 2015, dus Rijkswaterstaat ziet wel een betere
naleving van de maximum snelheid. Dat neemt niet weg dat versterkte focus nodig blijft
om de naleving verder te verbeteren.
Om een zo groot mogelijk effect te bereiken heeft Rijkswaterstaat binnen de beschikbare
middelen bovendien naast extra handhavingsdiensten ook de tijden van deze diensten
aangepast (van 8–22 uur in plaats van 6–20 uur omdat er voor 8 uur weinig wordt gevaren
en na 20 uur nog relatief veel).
Bekend is ook dat communicatie vooraf de effectiviteit van het toezicht nog verder
kan verhogen. Derhalve laat ik de aanwezigheid en inzet hierop van Rijkswaterstaat
nadrukkelijk communiceren richting (snelle) vaarweggebruikers.
Overige acties in relatie tot handhaving, samenwerking en moderne technieken
Naast bovengenoemde extra inzet, aanpassing van de diensttijden en expliciete communicatie
hierover onderneem ik nog aanvullende maatregelen, zoals ik ook in mijn brief van
7 juli 2016 heb bericht. Dit doet mijn ministerie in samenwerking met overige handhavende
partijen op het water i.c. Nationale Politie, Douane, Koninklijke Marechaussee en
het Ministerie van Economische Zaken. Op basis van gezamenlijke risicoanalyses zetten
de partijen extra in op het reduceren van overtredingen welke de grootste gevaren
of meeste overlast veroorzaken. Derhalve heeft Rijkswaterstaat het onderwerp Snelheidsovertredingen
op de Waddenzee als regionaal speerpunt opgenomen in het Jaarplan scheepsgebonden
nautische handhaving.
De huidige handhavingspraktijk beperkt zich nog tot het visueel constateren van snelheidsovertredingen,
aangezien deze alleen op basis van visuele waarneming op heterdaad vervolgbaar zijn.
Daarom onderneemt Rijkswaterstaat actie om samen met het Openbaar Ministerie in kaart
te brengen of er aanvullende meetmethoden voor vaarsnelheid zijn, die ook in een juridische
procedure stand houden. Daarbij worden uiteraard de mogelijkheden onderzocht om moderne
technieken in te zetten, voor zover dat binnen de juridische en technische mogelijkheden
ligt.
Ik verwacht hierover in 2017 meer duidelijkheid te kunnen geven.
Jaarplan scheepsgebonden nautische handhaving 2017
Rijkswaterstaat stelt jaarlijks in samenspraak met de handhavingspartners in haar
Jaarplan scheepsgebonden nautische handhaving de handhavingspeerpunten vast. Zoals
hierboven opgemerkt is snelvaren op de Waddenzee in het jaarplan 2017 opgenomen als
regiospecifiek speerpunt. Dit jaarplan bevindt zich op dit moment in de afrondende
fase. Om u hier meer beeld bij te geven stuur ik u, zoals eerder toegezegd, begin
2017 een exemplaar.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus