31 379 CITES handhaving

Nr. 20 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2016

Hierbij breng ik u op de hoogte van mijn inzet voor de Conferentie van Partijen bij het CITES-verdrag. De zeventiende Conferentie van Partijen (CoP17) vindt plaats van 24 september tot 5 oktober in Johannesburg, Zuid-Afrika.

Tijdpad en procedure

De partijen bij het CITES-verdrag hadden tot 27 april jl. de tijd om resoluties en voorstellen in te dienen om dier- en plantensoorten op de CITES Appendices te (ver)plaatsen. Inmiddels zijn de agenda en de werkdocumenten ook beschikbaar. U kunt alle documenten terugvinden op de CITES-website: https://cites.org/eng/cop/17/doc/index.php.

Er zijn maar liefst 60 soortenvoorstellen ingediend en evenveel werkdocumenten en resoluties. Het CITES Secretariaat zal toetsen of de formele criteria gehaald zijn bij elk soortenvoorstel. Daarnaast publiceren IUCN en TRAFFIC voor elke CoP een gezamenlijk wetenschappelijk advies over de soortenvoorstellen. Nederland draagt hier financieel aan bij, aangezien ik grote waarde hecht aan een degelijke wetenschappelijke basis van de voorstellen. Naar verwachting zullen de rapporten van het CITES Secretariaat en IUCN/TRAFFIC voor september 2016 gepubliceerd worden. De Nederlandse CITES wetenschappelijke autoriteit heeft mij ook advies uitgebracht dat ik bij mijn standpuntbepaling betrokken heb.

Ik heb tevens kennis genomen van de standpunten van maatschappelijke organisaties. Deze laatste groep is gehoord tijdens een stakeholdersbijeenkomst in Brussel op uitnodiging van de Europese Commissie en het Nederlandse voorzitterschap. Daarnaast zijn er bilaterale ontmoetingen geweest tussen mijn departement en maatschappelijke organisaties, recentelijk bijvoorbeeld de Species Survival Network, het Wereld Natuur Fonds, IFAW, EIA, WPSI, ENV en de Wildlife Justice Commission. Nederland zal een bijeenkomst organiseren voor geïnteresseerde organisaties in Johannesburg, en marge van CoP17.

Tijdens CoP17 zal de EU stemmen volgens een in Brussel vastgesteld EU-mandaat. Per 1 juli is Slowakije Voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Slowakije heeft Nederland gevraagd om een (gedeelde) Voorzitterschapsrol te vervullen tijdens CoP17. Bijgevolg ligt de focus van Nederland op het komen tot een zo sterk mogelijk gezamenlijk EU-geluid.

Middels deze brief wil ik uw Kamer informeren over de inzet van Nederland en de belangrijkste onderwerpen tijdens CoP17.

Olifant en neushoorn

Tijdens de conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over», die ik in maart 2016 organiseerde, kwam de illegale stroperij van olifanten en neushoorns uitvoerig aan de orde. De situatie met betrekking tot de stroperij van neushoorns is nog steeds zeer ernstig. In 2015 werden 1175 neushoorns gestroopt, ten opzichte van 632 in 2012 en 13 in 2007. De laatste cijfers aangaande de olifanten wijzen voorzichtig op een stabilisering van de hoeveelheid gestroopte dieren.

Er zijn zeer uiteenlopende voorstellen ingediend aangaande olifanten.

Voor Nederland staat zorgvuldig beheer en bescherming van de diverse olifantenpopulaties voorop. Ik zet mij er voor in om de partijen die onverenigbare voorstellen hebben ingediend met elkaar rond de tafel te krijgen voorafgaand aan CoP17. Dit past bij de eerdere opstelling van Nederland. Zo heeft Nederland tijdens CoP15 actief bijgedragen aan de totstandkoming van het African Elephant Plan, dat alle Afrikaanse landen verenigt wat betreft olifanten. Nederland zit in het beheerscomité van het African Elephant Fund, wat belast is met de uitvoering van het actieplan. In 2015 en 2016 heeft Nederland € 120.000 gedoneerd aan het African Elephant Fund. Ik ben van mening dat er op dit moment gezien de stroperijcrisis geen ruimte is voor eventuele hervatting van handel in neushoornhoorn en ivoor.

Een ander thema waar ik veel belang aan hecht met betrekking tot de stroperijcrisis is het verbeteren van de handhaving. Nederland heeft de afgelopen jaren diverse projecten financieel gesteund gericht op het opsporen en vervolgen van stropers, waaronder een project van het Nederlands Forensisch Instituut in Botswana. Nederland heeft zich tijdens de conferentie «Save Wildlife; act now or game» over gebonden aan de oprichting van een Kenyan Wildlife College, in navolging van het Southern African Wildlife College waar parkrangers getraind worden in forensische opsporing.

Tot slot ben ik een groot voorstander van het concept National Ivory Action Plans. De vorige CoP heeft acht landen, die aangemerkt waren als zorgwekkend, verplicht om hun nationale markten voor ivoor beter te reguleren en hierover te rapporteren. Landen die afspraken niet nakomen kunnen in het uiterste geval bestraft worden met handelsmaatregelen. Dit is tijdens het laatste CITES Standing Committee in januari 2016 gebeurd met Nigeria, Angola en Laos omdat deze landen hun actieplannen niet hadden ingediend. Ik vind dat de focus in de discussie rondom de Afrikaanse olifant nu primair op de actieplannen dient te liggen om mijn inzet en die van andere landen voor het behoud en de bescherming van de soort te realiseren.

Nederland is geen voorstander van het voorstel van Namibië, Tanzania, Zambia en Zimbabwe om een Rural Communities Committee op te richten. Een dergelijk comité zou een stem geven aan de vele rurale gemeenschappen die een belangrijke rol spelen in het beschermen van bedreigde dier- en plantensoorten. Tijdens de conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over» kwam het belang van community-based natural resource management duidelijk naar voren. Ik ben echter van mening dat in onze huidige aanpak van de stroperijcrisis de belangen en zienswijze van de lokale bevolking in Afrikaanse landen in acht genomen worden en daarvoor geen speciaal comité opgericht hoeft te worden.

Berberaap

Ik verheug mij u mee te kunnen delen dat Marokko en de EU een voorstel hebben ingediend om de berberaap beter te beschermen. Dit voorstel is welbeschouwd een Nederlands succes, dankzij onze inzet heeft Marokko als belangrijk land van herkomst het voorstel ingediend en is er steun verworven van alle EU-lidstaten.

Jachttrofeeën

Op 28 april 2016 heb ik uw Kamer bericht over mijn besluit om een invoerverbod in te stellen voor jachttrofeeën van bepaalde diersoorten (Kamerstuk 28 286, nr. 861). Dit besluit is genomen ter uitvoering van een motie van de leden Thieme en Heerema (Kamerstuk 33 348, nr. 140). De EU heeft een resolutie voorgesteld voor de CoP waarin zeer strikte richtlijnen staan waaraan jachttrofeeën dienen te voldoen. Ik zie dit als een stap in de goede richting, hoewel mijn inzet blijft om te komen tot een EU-breed invoerverbod. Aanname van de resolutie zal in ieder geval de duurzame en legale oorsprong van jachttrofeeën beter waarborgen.

Corruptie

Voor de eerste keer zal tijdens de CoP een voorgestelde resolutie over corruptie behandeld worden. Het werk van de International Consortium on Combating Wildlife Crime (ICCWC) komt hier uitvoerig in terug. Ik zie de erkenning van de negatieve rol die corruptie in handel in beschermde soorten binnen CITES speelt als een belangrijke mijlpaal. Ik heb diverse projecten gesteund die corruptie bij laatstgenoemde handel tegengaan. Ik heb bijgedragen aan verschillende projecten rond het opleiden van rangers (ICCWC en Nederlands Forensisch Instituut) en de verbetering van opsporing van illegale handel in derde landen (UNODC in Kenia).

Haaien

Ik ben zeer te spreken over het feit dat binnen CITES meer aandacht wordt besteed aan mariene soorten en zie kansen om de goede lijn van CoP16 door te trekken. Voor CoP17 liggen er bijvoorbeeld enkele voorstellen ter bevordering van de bescherming van haaiensoorten op tafel. EU heeft twee voorstellen actief gesteund; de voorstellen van Sri Lanka en de Malediven om de tresher shark en de silky shark op Appendix II te plaatsen. Ik zal tijdens de CoP actief inzetten op aanname van deze voorstellen.

Palisander en andere Dalbergia-soorten

De illegale handel in deze tropische houtsoort is de afgelopen jaar toegenomen. Verschillende landen hebben een voorstel ingediend om (soorten van) Dalbergia op Bijlage II te zetten. De Europese Unie steunt de voorstellen van Gabon en Senegal om Afrikaanse Dalbergia-soorten beter te beschermen en ziet ook potentie in het voorstel van Guatemala om alle Dalbergia-soorten op Bijlage II te zetten. Ik beschouw dit als één van de belangrijkste onderwerpen van CoP17 en zal mij voor opname inzetten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven