31 371
Kredietcrisis

nr. 303
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2010

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen en opmerkingen van uw kamer van 12 november 2009 bied ik u hierbij de beantwoording van deze vragen aan (Kamerstuk 31 371, nr. 304).

Op 19 oktober jongstleden (Kamerstuk 31 371, nr. 269) heb ik u geïnformeerd over het tekenen van de aanvullende overeenkomst. In die brief heb ik aangegeven u te zullen informeren op het moment dat er meer duidelijkheid zou zijn over de besluitvorming in het IJslandse parlement. Zoals u waarschijnlijk bekend is, heeft het IJslandse parlement inmiddels na zorgvuldige beraadslaging besloten in te stemmen met de wet waarin een staatsgarantie wordt verleend ter zake van de terugbetaling door het IJslandse depositogarantiefonds van de gelden die eerder door Nederland zijn voorgeschoten.

Toch is de staatsgarantie nog niet onherroepelijk. Dat komt omdat de IJslandse president heeft geweigerd om de door het IJslandse parlement aangenomen wet te bekrachtigen. De bekrachtiging van de wet kan nu, naar ik heb begrepen, door de IJslandse bevolking worden gegeven in een nog te houden referendum. Dit is echter nog niet eerder gebeurd, zodat in IJsland nu ook met spoed een wet tot stand moet komen over hoe dat referendum georganiseerd gaat worden. Daarmee is in IJsland in wezen een constitutioneel novum ontstaan.

In een verklaring na de weigering van de IJslandse president heeft de IJslandse regering direct aangegeven vast te houden aan de getekende overeenkomsten. Direct na de weigering heb ik contact gehad met mijn IJslandse collega en inmiddels heeft ook de IJslandse premier gesproken met onze minister-president. Ook uit deze gesprekken bleek dat de IJslandse regering vasthoudt aan de getekende overeenkomsten. Dat vind ik een zeer positief signaal. Ook met de Britten is er een intensief contact om gezamenlijk het proces te kunnen volgen en te komen tot volgende stappen in dit proces.

De minister van Financiën,

W. J. Bos