nr. 190
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2009
Met deze brief informeer ik u over de door de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) bekendgemaakte afschaffing van het verbod op short selling en
aangepaste meldingsplicht voor significante short posities. De tekst van het
persbericht is als bijlage bij deze brief opgenomen.1
De AFM heeft als onafhankelijke toezichthouder op grond van artikel 5:58
van de Wet op het financieel toezicht de (exclusieve) bevoegdheid categorieën
van transacties of handelsorders aan te merken die vallen onder het verbod
van marktmanipulatie. De AFM heeft mij overigens tijdig van haar voornemen
tot afschaffing van het verbod op short selling ingelicht.
Het eerder geldende Nederlandse verbod liep op 1 juni af en zou dan
van rechtswege vervallen. De AFM moest derhalve een beslissing nemen; hetzelfde
gold in een aantal andere landen. In een bijlage bij deze brief vindt u een
globaal overzicht, naar ons beste inzicht opgesteld, van de huidige maatregelen
in andere landen op het gebied van short selling1. Hieruit blijkt
dat slechts in Denemarken, Noorwegen en Ierland nog een algehele verbod op
short selling geldt en dat in 8 EU en EER lidstaten op dit moment nog een
verbod op naked short selling van kracht is. Naked short selling komt in Nederland
niet of nauwelijks voor gezien de geldende strenge clearing en settlementsregels2. In 8 landen is er een meldingsregeling van kracht, waarvan
4 ook een verbod op naked short selling handhaven. In 15 lidstaten daarentegen
is er geen enkele short selling maatregel van kracht.
Door middel van een nieuwe tijdelijke maatregel, een meldingsplicht voor
short posities, wordt de AFM in staat gesteld om effectief toezicht uit te
oefenen op dit deel van de financiële markten. De meldingsplicht stelt
de AFM in de gelegenheid om short posities in de gaten te houden. Hiermee
kan de AFM verbanden leggen tussen short posities en manipulatieve strategieën.
Mocht hieruit blijken dat er sprake is van manipulatieve strategieën
in relatie tot short selling dan kan de AFM het verbod wederom invoeren.
Op grond van de nieuwe tijdelijke maatregel dienen short posities in Nederlandse
financiële instellingen aan de AFM te worden gemeld bij het bereiken,
overschrijden of onderschrijden van bepaalde drempelwaarden. De meldingsplicht
is van kracht tot 1 januari 2010. Zowel de duur als de inhoud van de
maatregel kan tussentijds worden gewijzigd. Mocht dit aan de orde komen, zal
ik u hierover berichten.
De AFM houdt in CESR-verband contact met andere Europese toezichthouders,
streeft daarbij naar meer consistentie en werkt in een task force aan voorstellen
voor de toekomst ten aanzien van short selling.
De minister van Financiën,
W. J. Bos