31 371
Kredietcrisis

nr. 187
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2009

Verschillende media, waaronder het Financieele Dagblad, hebben gisteren en vandaag bericht over de toekomstplannen van ABN AMRO Nederland en Fortis Bank Nederland. Om misverstanden te voorkomen lijkt het me juist deze berichten in perspectief te plaatsen.

Met de overname van Fortis Bank Nederland Holding, inclusief het belang in RFS Holdings, werd de Staat geplaatst voor de uitdaging een toekomst te creëren voor twee afgesplitste banken. In november 2008 is daartoe een strategische richting uitgezet en heb ik Gerrit Zalm gevraagd de transitie naar een nieuwe bank te leiden.

De ontwikkeling van een levensvatbare, volwaardige bank brengt een reeks van strategische keuzes met zich mee. Het transitieteam van de heer Zalm ziet het als zijn taak de medewerkers van beide banken hierover regelmatig te informeren, ook als er nog geen sprake is van formele besluitvorming. De heer Zalm heeft daarbij aangegeven dat de gisteren bekend gemaakte hoofdlijnen nog nader zullen worden uitgewerkt tot een plan waarover onder meer de aandeelhouder zich nog moet uitspreken. In dit kader heeft de heer Zalm de kapitalisatie van de nieuwe bank opgebracht.

Ik hecht eraan te benadrukken dat ABN AMRO nu voldoende ruim is gekapitaliseerd. Om de fusie tussen door de Staat verworven deel van ABN AMRO (N-share) en Fortis Bank Nederland mogelijk te maken, moet het N-Share worden afgesplitst van de door RBS verworven activiteiten. In dat kader moet zowel de strategie als de kapitaalbehoefte van de nieuwe bank worden vastgesteld. Behalve de Staat dient ook de Europese Commissie zijn goedkeuring daaraan te geven. Zoals u bekend heeft de Europese Commissie de afstoting van bepaalde bedrijfsonderdelen als voorwaarde voor de beoogde fusie gesteld. We staan dus meer aan het begin van een traject dan aan het einde daarvan.

Ik zeg u toe dat er geen besluiten over de kapitalisatie van ABN AMRO en Fortis zullen worden genomen zonder tevoren de Kamer volledig in te lichten.

Het tijdskader is daarbij, vanwege de veelheid aan actoren en koppeling van complexe dossiers, niet precies te geven, maar de besluitvorming is erop gericht de splitsing, die voorzien is voor november 2009, mogelijk te maken.

Evenwichtige besluitvorming over deze complexe materie is niet gediend met vroegtijdige niet-specifieke publiciteit en al helemaal niet als de Kamer daarmee de indruk zou krijgen geen rol te kunnen spelen, hetgeen zoals gezegd juist wél mijn bedoeling is. In dit licht was de mededeling van de heer Zalm prematuur. Dit heb ik hem vanochtend ook laten weten, waarna hij zijn verontschuldigingen heeft aangeboden.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Naar boven