nr. 120
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2009
Hierbij doe ik u de vandaag door het CPB gepubliceerde voorlopige ramingcijfers
2009 en 2010 toekomen.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven
Centraal Planbureau
17 februari 2009
Voorlopige ramingscijfers 2009 en 2010 beschikbaar
In het kader van de voorbereiding van het Centraal Economisch Plan (CEP)
heeft het CPB vandaag voorlopige ramingscijfers naar de betrokken ministeries
gestuurd, om na te gaan of de gehanteerde gegevens over de uitgaven, inkomsten
en beleidsvoornemens van de rijksoverheid goed verwerkt zijn. Ook zou er sprake
kunnen zijn van nieuwe ontwikkelingen. In de komende weken wordt de raming
verder uitgewerkt – uitmondend in de publicatie van het CEP op dinsdag
17 maart a.s. De voorlopige cijfers zijn vanaf vandaag meteen voor iedereen
beschikbaar.
Afwijking t.o.v. eerdere raming
De vorige raming, die het CPB op 8 december 2008 heeft gepresenteerd,
behelsde al een sterke economische terugval vanwege de kredietcrisis. Bij
die raming is ook een variant gepresenteerd waarin de wereldhandel door een
dieper dal gaat dan in de centrale projectie van december is verondersteld.
De cijfers die het CPB vandaag naar buiten brengt, maken duidelijk dat de
voorlopige CEP-raming met een krimp van het bruto binnenlands product (BBP)
van 3½% zelfs nog iets negatiever uitkomt dan de pessimistische
variant uit december, hoofdzakelijk als gevolg van het sterk verslechterende
internationale beeld.
Pas op 17 maart inhoudelijke toelichting op raming
Het CPB geeft nooit toelichting op voorlopige cijfers, ook nu niet. In
de komende weken wordt hard gewerkt aan het schrijven van het Centraal Economisch
Plan. Op dinsdag 17 maart verschijnt de definitieve raming in het CEP.
Dan zal deze ook uitgebreid worden toegelicht tijdens een persconferentie
en in een persbericht.
Waarom presenteert het CPB nu voorlopige cijfers?
Het CPB heeft nooit eerder zelf concept-cijfers naar buiten gebracht.
Wel leert de ervaring dat (vertrouwelijk verspreide) voorlopige CPB-prognoses
in het algemeen toch gaan circuleren. Om die reden is besloten de voorlopige
ramingscijfers zelf naar buiten te brengen, zodat alle geïnteresseerden
hier gelijktijdig over kunnen beschikken. Bovendien voorkomt dit onduidelijkheid
over de precieze status van de concept-raming. Vanwege de huidige, uitzonderlijke
economische omstandigheden is de behoefte aan en aandacht voor de nieuwe ramingen
nu bovendien extra groot.
Zoals gezegd zijn de nu gepresenteerde cijfers voorlopig: de raming is
nog in beweging. In de komende weken zal het CPB onder meer nog uitvoeringsinformatie,
eventueel nieuw beleid en andere recente informatie verwerken, wat tot aanpassingen
in de ramingen kan leiden, in het bijzonder rond de overheidsfinanciën.
Voorlopige cijfers nog zonder overheidsfinanciën
De nog van de departementen te ontvangen informatie kan vooral van grote
invloed zijn op de ramingen voor de overheidsfinanciën. Daarom worden
de concept-cijfers rond EMU-saldo en collectieve schuld nu niet gepubliceerd.1
Voor alle duidelijkheid: de nu openbaar gemaakte concept-prognoses vormen
geen extra raming. Het CPB blijft vier maal per jaar een raming publiceren:
het Centraal Economisch Plan in maart, de Macro Economische Verkenning in
september (Prinsjesdag) en tussenliggende ramingen in juni en december.
De ramingscijfers worden gepresenteerd in de kerngegevenstabel
voor Nederland 2007–2010
Kerngegevens voor Nederland, 2007–2010 (mutaties
in % per jaar)
| 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
---|
Internationale conjunctuur | | | | |
Relevante wereldhandel | 6,7 | 0,9 | – 9,75 | 1,50 |
Prijspeil goedereninvoer | 1,7 | 4,0 | – 8,25 | – 2,00 |
Concurrentenprijs | 1,5 | 3,7 | – 3,25 | – 2,25 |
Olieprijs (Brent, niveau in dollars per vat) | 72,5 | 96,9 | 44,00 | 44,00 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,37 | 1,47 | 1,32 | 1,32 |
Lange rente (niveau in %) | 4,3 | 4,2 | 3,75 | 3,75 |
| | | | |
Volume bestedingen en buitenlandse handel | | | | |
Bruto binnenlands product (BBP) | 3,5 | 2,0 | – 3,50 | – 0,25 |
Consumptie huishoudens | 2,1 | 1,7 | – 0,25 | – 0,50 |
Overheidsbestedingen | 3,3 | 1,2 | 2,00 | 1,00 |
Bruto investeringen bedrijven (exclusief woningen) | 4,8 | 9,7 | – 11,25 | – 12,00 |
Uitvoer van goederen (exclusief energie) | 7,3 | 1,4 | – 11,75 | 1,50 |
w.v. binnenslands geproduceerd | 5,0 | – 1,6 | – 10,75 | 0,50 |
w.v. wederuitvoer | 9,5 | 4,3 | – 13,00 | 2,75 |
Invoer van goederen | 6,8 | 4,2 | – 9,25 | 0,00 |
| | | | |
Prijzen, lonen en koopkracht | | | | |
Prijspeil goederenuitvoer (exclusief energie) | 1,5 | 1,4 | – 2,50 | – 2,00 |
Prijsconcurrentiepositiea | – 1,9 | 0,4 | 1,50 | 0,00 |
Consumentenprijsindex (CPI) | 1,6 | 2,5 | 1,00 | 1,00 |
Contractloon marktsector | 1,8 | 3,5 | 3,00 | 1,50 |
Loonsom per werknemer marktsector | 3,4 | 4,3 | 4,00 | 3,00 |
Koopkracht, mediaan alle huishoudens | 1,5 | 0,1 | 2,25 | 0,00 |
| | | | |
Arbeidsmarkt | | | | |
Beroepsbevolking (in dzd personen) | 1,6 | 1,5 | 0,50 | – 0,50 |
Werkzame beroepsbevolking | 2,6 | 2,1 | – 1,00 | – 3,75 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in %) | 4,5 | 3,9 | 5,50 | 8,75 |
Werkloze beroepsbevolking (in dzd personen) | 344 | 304 | 425 | 675 |
| | | | |
Marktsectorb | | | | |
Productie | 4,4 | 2,2 | – 5,50 | – 0,75 |
Arbeidsproductiviteit | 1,8 | 0,8 | – 3,25 | 5,50 |
Werkgelegenheid in arbeidsjaren | 2,6 | 1,4 | – 2,50 | – 6,00 |
Prijs toegevoegde waarde | 0,6 | 1,5 | 3,00 | 1,50 |
Reele arbeidskosten | 2,8 | 2,8 | 1,25 | 1,50 |
Arbeidsinkomensquote (niveau in %) | 78,5 | 80,2 | 84,50 | 81,25 |
a Concurrentenprijs minus uitvoerprijs binnenslands geproduceerde
uitvoer.
b Bedrijven exclusief zorg, delfstoffenwinning en onroerendgoedsector.