Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 31293 nr. 586 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 31293 nr. 586 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2021
De zomervakantie loopt ten einde en het nieuwe schooljaar staat voor de deur. Een schooljaar waarvan we allemaal hopen dat dit zo normaal mogelijk zal verlopen. En waarin de scholen met behulp van de middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs nog een stap extra zetten om de opgelopen leervertragingen in te halen en het mentaal welzijn van hun leerlingen te herstellen. We doen er met het kabinet en alle bij het onderwijs betrokken partijen alles aan om dit voor elkaar te krijgen.
Zoals ik u in mijn brief van 7 juli jl. heb vermeld, zou er half augustus weer een nieuw moment voor besluitvorming plaatsvinden.1 Met het OMT-advies van vandaag en de kabinetsbesluiten daarover, is duidelijk geworden op welke manier het schooljaar van start kan.
In algemene zin geldt dat – in navolging van de laatste weken voor de zomervakantie – ook het nieuwe schooljaar in het primair en voortgezet onderwijs volledig onderwijs voor alle leerlingen mogelijk is. Dat is verheugend nieuws voor leerlingen, docenten en alle betrokkenen bij het onderwijs. Enkele aanvullende maatregelen gericht op het zoveel mogelijk beperken van besmettingen worden nog voor een korte periode gecontinueerd. Daarnaast vinden er versoepelingen plaats in het testregime en bron- en contactonderzoek in de schoolsetting. Met deze brief informeer ik u daar nader over. Daarnaast informeer ik u over de voortgang van de ventilatieplannen en het Nationaal Programma Onderwijs.
De laatste weken van het afgelopen schooljaar zijn over het algemeen goed verlopen. Met het afschaffen van de anderhalve meter afstand tussen leerlingen konden de middelbare scholen weer volledig open. Ook de «snottebellenrichtlijn» in het basisonderwijs kon worden versoepeld, en ook enkele contactbeperkende maatregelen zoals het scheiden van groepen en gespreide pauzes, werden afgeschaft. Hierdoor konden bijvoorbeeld musicals voor achtstegroepers doorgaan. Weliswaar met weinig publiek, maar het maakte een feestelijke afsluiting van de basisschooltijd mogelijk. De situatie in het primair en voortgezet onderwijs aan het einde van het vorige schooljaar heeft laten zien dat het – onder voorwaarden – weer mogelijk maken van volledig onderwijs een verantwoord besluit is geweest.
In tegenstelling tot in 2020 konden de centrale eindexamens in het voorgezet onderwijs in 2021 gelukkig weer doorgaan. Leerlingen hadden dit jaar de mogelijkheid om hun examens te spreiden over twee tijdvakken en er waren maatregelen ten aanzien van de uitslagbepaling. De afnames van de examens zijn goed verlopen, ondanks dat het organiseren van de additionele tijdvakken een extra belasting voor scholen was. Ook de staatsexamens, die nog doorlopen tot en met 19 augustus, zijn goed verlopen, ondanks dat er het uiterste is gevraagd van de examenketen om de uitvoering van de maatregelen te kunnen realiseren. Zoals ik reeds had toegezegd in de Kamerbrief over moties en toezeggingen van 7 juli jl.2 informeer ik uw Kamer na de zomer over de resultaten van de examens in 2021, alsmede over uitkomsten van een aantal andere onderzoeken en de eventuele maatregelen die ik daaraan verbind.
Na een flinke opleving in besmettingscijfers voor de zomer, gaat het nu gelukkig weer de goede kant op. Al het onderwijspersoneel heeft inmiddels de mogelijkheid gehad zich te laten vaccineren. De verwachting is dat op 1 september de bevolking boven de 18 jaar voor 80–85% volledig gevaccineerd zal zijn. Specifiek voor onderwijspersoneel zijn geen exacte cijfers beschikbaar, maar uit een peiling van CNV Onderwijs kwam naar voren dat de vaccinatiegraad bij hun gepeilde leden hoog is (meer dan 90%).3
Uit onderzoek van het RIVM in juni kwam een vaccinatiebereidheid van ruim 70% onder middelbare scholieren naar voren.4 Na het besluit begin juli om hen ook de mogelijkheid te geven zich te laten vaccineren, zien we dat veel jongeren daarvan gebruik maken. Op 8 augustus jl. had ca. 47% van de jongeren (12–17 jaar) een eerste prik gehad, en was ca. 5% volledig gevaccineerd. De verwachting van het RIVM is dat rond half september ca. 70% van de jongeren volledig gevaccineerd is.
Op lokaal niveau zie ik dat GGD’en hun best doen in bepaalde wijken of bij bepaalde doelgroepen de vaccinatiegraad te verhogen. Ook zijn er hierover contacten tussen scholen en GGD’en, waarbij de GGD bijvoorbeeld voorlichting kan geven op scholen, en vervolgens kan verwijzen naar een mobiele priklocatie die in de buurt is en waar leerlingen met hun ouders zonder afspraak terecht kunnen. Deze initiatieven juich ik van harte toe; vaccineren is de meest effectieve strategie om besmettingen en ziekte binnen de schoolcontext te voorkomen, en zo helpen leerlingen ook virusverspreiding naar ongevaccineerden tegen te gaan. Maar ik wil beklemtonen dat vaccineren nooit verplicht is. Voor jongeren van 12 tot en met 15 jaar geldt zij samen met hun ouders/verzorgers beslissen over vaccinatie. Bij verschil van mening tussen kind en ouders/verzorgers, is de mening van het kind doorslaggevend.5 Goede voorlichting is van groot belang; dit neem ik ook mee in de informatie richting scholen.
Aan het OMT is gevraagd of de maatregelen waarmee we het schooljaar hebben afgesloten, ook nog nodig zouden zijn in het nieuwe schooljaar, en op welke manier we verantwoord van start kunnen. Specifiek voor het funderend onderwijs is gevraagd6:
• of de anderhalve meter tussen leerlingen en onderwijspersoneel verantwoord kan worden losgelaten;
• of de mondkapjesplicht op de gangen in het voortgezet onderwijs inderdaad kon vervallen, zoals het OMT al had aangegeven in haar advies voor de zomer;
• welk zelftestbeleid voor de verschillende sectoren wenselijk is.
Het OMT heeft geadviseerd dat het onderwijs de hoogste prioriteit heeft om zonder restricties volledig open te gaan. Het OMT adviseert daarom het voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en universitair onderwijs zonder enige restricties te openen als er twee weken verstreken zijn nadat de vaccinaties aan iedereen die dat wil gegeven zijn (rond 19 september). Tot dat moment adviseren zij een aantal maatregelen voor het funderend onderwijs te handhaven, waaronder de afstandsmaatregel, de mondkapjesplicht in het voortgezet (speciaal) onderwijs en het preventief testbeleid. Hier zal ik nu dieper op in gaan.
Met het kabinetsbesluit van 22 mei jl. (Kamerstuk 25 295, nrs. 1234 en 1240) heeft het kabinet het reeds mogelijk gemaakt dat alle leerlingen in het funderend onderwijs volledig naar school kunnen. Het handhaven van verschillende maatregelen in het nieuwe schooljaar zorgt weliswaar voor wat praktische uitdagingen in het funderend onderwijs, maar draagt ook bij aan een veilige school. Dit zonder dat het de onderwijstijd en de kwaliteit van het onderwijs belemmert. Het kabinet besluit dan ook om – in lijn met het OMT-advies – de afstandsmaatregel tussen leraar en leerling voorlopig te behouden, evenals het gebruik van mondkapjes in het voortgezet (speciaal) onderwijs. Dit uiteraard naast de gebruikelijke basismaatregelen als goede hygiëne en thuisblijven bij klachten. Hiermee wordt de facto het regime van de laatste weken voor de zomer gecontinueerd.
Dit sluit aan op het advies van het OMT om de maatregelen voorlopig nog te handhaven. Het kabinet neemt dit over, ook omdat het kabinet reeds voor de zomer volledig onderwijs heeft mogelijk gemaakt in het voortgezet onderwijs met het vervallen van de afstandsregel tussen leerlingen onderling. Het kabinet heeft als uitgangspunt dat de mondkapjesplicht en de afstandsregel tussen leerling en docent vanaf 20 september kunnen komen te vervallen. Hier komt nog een OMT-advies over.
Voor de zomer was het zelftestbeleid als volgt ingericht:
• Het personeel in het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs (en de kinderopvang) kon zichzelf preventief tweemaal per week testen.
• Ook leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs hadden de mogelijkheid zich tweemaal per week preventief te testen.
• Daarnaast werden er in het voortgezet (speciaal) onderwijs risicogericht (na een uitbraak) zelftesten ingezet, waarbij bijvoorbeeld de hele klas zichzelf kon testen wanneer een klasgenoot besmet was.
• Als laatste hebben leerlingen voor het einde van het schooljaar vier zelftesten mee naar huis gekregen om in te zetten na de vakantie en aan de start van het nieuwe schooljaar.
Het OMT heeft aangegeven dat preventief zelftesten bijdraagt aan vroege identificatie van besmettingsgevallen, juist ook bij het begin van het schooljaar. Met name bij scholen met een (nog) lage vaccinatiegraad, kan dit effect hebben op een beperkte verspreiding van het virus. Het risicogericht testen heeft daarbij weinig tot geen meerwaarde boven het preventief testen. Pas wanneer een persoon immuun is, wordt geadviseerd om het preventief zelftesten los te laten.
Bij deze advisering heeft het OMT gebruik kunnen maken van een vervolgonderzoek van het UMC Utrecht. Eerder heb ik uw Kamer uitkomsten van een eerdere modellering voor het nieuwe schooljaar toegezonden7; in een aanvullende berekening heeft UMCU ook de vaccinatie van scholieren meegenomen. Hieruit blijkt dat een relatief lage vaccinatiegraad (35% eerste prik en 15% volledig gevaccineerd) al een flinke reductie van ca 60% op de besmettingskansen binnen de schoolcontext heeft.
Dit betekent dat de situatie in het nieuwe schooljaar substantieel gunstiger is dan eerder. Ook bleek uit deze modellering (opnieuw) dat preventief testen effectiever is in het voorkomen van virusoverdracht op school dan risicogericht testen, ook bij een vrij lage deelname aan zelftesten (20–30%). Uitkomsten van deze studie zijn aan het OMT beschikbaar gesteld, en zijn ook aan u als bijlage8 bij deze brief gevoegd. Uit eerste monitoringsresultaten blijkt dat de testbereidheid onder leerlingen voor de zomervakantie rond de 44% lag, in september ontvangt u daarvan de uitgebreide rapportage.
Op basis hiervan heeft het Kabinet het volgende besloten:
• Het risicogericht zelftesten vervalt per 23 augustus.
• Voor leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs is het advies om zich twee keer in de week te blijven testen met zelftesten, tenzij je als immuun wordt beschouwd.9 Gevaccineerde leerlingen hoeven zichzelf vanaf twee weken na de laatste prik niet meer preventief te testen. Nog niet iedereen heeft daar de mogelijkheid gehad om volledig gevaccineerd te zijn, dus voor een significante groep leerlingen blijft dit belangrijk. Daar hebben we op geanticipeerd, en er zijn voldoende tests voor beschikbaar die zullen worden geleverd aan de scholen.
• Van het onderwijspersoneel in het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs is bij de start van het schooljaar in principe vrijwel iedereen die dat wil volledig gevaccineerd. Deze personeelsleden hoeven zichzelf vanaf twee weken na de laatste prik niet meer preventief te testen met zelftesten. De rest van de personeelsleden vraag ik wel nog preventief te zelftesten. Gezien de hoge vaccinatiegraad onder het onderwijspersoneel, zal de vraag naar zelftesten onder personeel naar verwachting zeer beperkt zijn. Veel scholen zullen naar verwachting voldoende hebben aan de nog aanwezige voorraad, en iedereen die wil kan ook twee zelftesten aanvragen via www.zelftestenbestellen.nl. Wanneer er door bijzondere omstandigheden toch personeel is dat zich nog niet volledig heeft kunnen laten vaccineren, maar wel behoefte heeft aan een zelftest, valt dit waarschijnlijk met spoedbestellingen op te vangen.
Uitgangspunt is dat ook het preventief zelftesten kan komen te vervallen, vanwege de oplopende vaccinatiegraad, maar het OMT zal hier voor 20 september nog advies over uitbrengen.
Initieel was voorzien om tot en met de zomervakantie € 130,7 miljoen in te zetten voor de distributie van zelftesten in het po en vo en daaraan gelieerde activiteiten zoals communicatie. Deze middelen zijn middels de derde- en vijfde Incidentele Suppletoire Begroting toegevoegd aan de begroting van OCW.10 Dit budget is niet volledig uitgeput. Besloten is om de onderuitputting op dit budget aan te wenden ten behoeve van de distributie van zelftesten in het vo/funderend onderwijs en daaraan gelieerde activiteiten. Dit kost circa € 4 miljoen tot eind september. Als medio september blijkt dat de inzet van zelftesten tot aan de herfstvakantie onverhoopt toch moet worden gecontinueerd, dan bedragen de totale kosten hiervoor circa € 6 miljoen.
Met het bron- en contactonderzoek (BCO) en de bijbehorende quarantaine- en testadviezen houdt de GGD zicht op het virus en helpt verdere verspreiding te voorkomen. De BCO-richtlijnen zijn vlak voor de vakantie (per 8 juli) aangepast:
• Contacten die binnen het BCO als voldoende beschermd worden beschouwd hoeven als «huisgenoot of overig nauw contact» niet meer in quarantaine, en het testadvies voor «overige (niet nauwe) contacten» is vervallen.
• Voor leerlingen in het funderend onderwijs gold nog wel een aanvullend testbeleid, omdat die (op dat moment) vrijwel niet gevaccineerd waren.
Vanaf begin juli kunnen echter ook kinderen vanaf 12 jaar een vaccinatieafspraak maken, en we zien de vaccinatiegraad onder deze groep toenemen. Op basis van de huidige epidemiologische situatie en de toenemende vaccinatiegraad heeft het OMT daarom het volgende geadviseerd:
• Dat het testadvies voor «overige (niet nauwe) contacten» ook voor middelbare scholieren kan komen te vervallen. Daarmee vervalt het risicogericht testen op school.
• Verdere versoepelingen van de BCO-adviezen (m.n. de quarantaineadviezen) voor het primair onderwijs en de kinderopvang later kunnen plaatsvinden, als iedereen die dat wil (vanaf 12 jaar) volledig is gevaccineerd.
Ik ben verheugd dat de richtlijnen kunnen worden aangepast. Met de oplopende vaccinatiegraad onder middelbare scholieren, zal daar het aantal quarantaines ook afnemen. Basismaatregelen omtrent hygiëne en thuisblijven bij klachten en je dan laten testen bij de GGD blijven wel van kracht, evenals de procedure dat scholen bij een besmetting contact opnemen met het scholenteam van hun GGD en diens adviezen opvolgen.
In juni informeerde ik uw Kamer over de bedragen waarop scholen kunnen rekenen voor de uitvoering van uw schoolprogramma, zodat zij met hun leerlingen kunt werken aan hun corona-gerelateerde vertragingen en mentaal welzijn. Inmiddels heb ik ook de gemeenten geïnformeerd over de bedragen die zij zullen ontvangen om scholen hierbij te ondersteunen.11
Per brief van 12 juli jl. informeerde ik u over de arbeidsmarkttoelage voor onderwijspersoneel op vestigingen met relatief veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden.12 Daarin heb ik aangegeven dat sociale partners – nadat zij geen akkoord konden sluiten over een cao-afspraak – ruimte boden voor het uitwerken van een bekostigingsregeling. Voor het begin van het schooljaar 2021–2022 wordt bekend welke vestigingen hier recht op hebben. Deze vestigingen ontvangen hierover voor 23 augustus een brief. Uw Kamer wordt dan tevens verder geïnformeerd over de uitwerking van deze regeling.
Om de ventilatie op scholen op orde te krijgen is in januari 2021 de SUVIS-regeling (Specifieke uitkering ventilatie in scholen) opengesteld om scholen tegemoet te komen in de kosten voor ventilatiemaatregelen. Om scholen en gemeenten te helpen de ventilatie verder te verbeteren haal ik € 100 miljoen uit 2023 naar voren. De middelen worden nog deze maand toegevoegd aan de SUVIS.
Met deze financiële impuls kunnen alle tot en met 30 juni jl. ingediende SUVIS-aanvragen worden gehonoreerd en is er ruim voldoende beschikbaar voor een tweede, nog te openen tijdvak.13
Scholen ontvangen maandag van mij een brief waarin wijzigingen in de coronamaatregelen worden toegelicht. Ook zullen in het begin van komende week zoals gebruikelijk de servicedocumenten, protocollen, handreikingen en overige informatie op Lesopafstand.nl worden aangepast. Door middel van een gerichte campagne zullen jongeren die nog niet volledig gevaccineerd zijn worden aangemoedigd het zelftesten nog even door te zetten.
Uiteraard houden we komende tijd goed de vinger aan de pols en zijn we op meerdere scenario’s voorbereid. Ik hoop dat de laatste beperkingen er zo snel mogelijk af kunnen. Maar bij onverhoopte uitbraken proberen we zoveel mogelijk de problemen lokaal aan te pakken en het onderwijs in zijn geheel zo min mogelijk te verstoren. De ambitie is en blijft dat alle scholen op een veilige manier open blijven en dat opgelopen leervertragingen zo veel mogelijk worden ingehaald. Ik heb er veel vertrouwen in dat iedereen de uitdagingen die dit oplevert zo goed mogelijk het hoofd biedt en gemotiveerd is er een mooi schooljaar van te maken.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Zie Protocol bron- en contactonderzoek COVID-19 | LCI richtlijnen (rivm.nl) voor de definitie.
Zie https://www.nponderwijs.nl/po-en-vo/bekostiging en https://www.nponderwijs.nl/gemeenten/financiering.
Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Westerveld en Kuiken van 14 juli jl. onder het kenmerk Kamerstuk 25 295, nr. 1368.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31293-586.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.