31 293 Primair Onderwijs

Nr. 385 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2018

In deze brief bericht ik u over groepsgrootte in het basisonderwijs in 2017. In de brief aan uw Kamer van 15 november 2012 is aangekondigd dat jaarlijks de ontwikkeling van de groepsgrootte in het basisonderwijs in beeld zal worden gebracht.1

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van de representatieve steekproef naar groepsgrootte in het basisonderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft net als afgelopen jaren deze steekproef uitgevoerd.2

De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs in 2017

Tot 2013 was er sprake van een lichte stijging in de gemiddelde groepsgrootte. Tussen 2013 en 2016 is de gemiddelde groepsgrootte gestabiliseerd, er zaten gemiddeld 23,3 leerlingen in een groep. Dit jaar is de gemiddelde groepsgrootte licht gedaald, tot 23,1 leerlingen. In figuur 1 is de gemiddelde groepsgrootte over de jaren weergegeven. Daarin is te zien dat de groepsgrootte de afgelopen vijf jaar nagenoeg stabiel is.

Sinds 2013 ligt de gemiddelde groepsgrootte in de bovenbouw ongeveer 1 leerling hoger dan het totale gemiddelde. In de onderbouw ligt dat gemiddelde ongeveer 1 leerling lager dan het totale gemiddelde. Beide gemiddeldes zijn in 2017 licht gedaald.

Figuur 1. Gemiddelde groepsgrootte

Figuur 1. Gemiddelde groepsgrootte

Spreiding van groepsgrootte

Bij het indelen van groepen spelen op schoolniveau allerlei afwegingen mee. De variatie in groepsgrootte is dan ook groot. In figuur 2 is deze variatie weergegeven. Meer dan de helft van de groepen telt in 2017 tussen de 20 en 26 leerlingen en 67,8% van de groepen heeft minder dan 26 leerlingen. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal grote groepen met meer dan 30 leerlingen dit jaar gedaald. In 2016 had 6,6% van het aantal groepen meer dan 30 leerlingen, in 2017 is dit nog 4,6% van het aantal groepen. In tabel 1 is de variatie in groepsgrootte tevens weergegeven.

Tabel 1. Percentage groepen naar grootte van de groep

Totaal

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

< 26 leerlingen

70,8%

69,6%

64,7%

65,9%

65,2%

64,6%

67,8%

26–30 leerlingen

24,3%

24,9%

29,3%

28,6%

29,1%

28,8%

27,5%

31–35 leerlingen

4,6%

5,4%

5,8%

5,3%

5,3%

6,3%

4,3%

> 35 leerlingen

0,3%

0,2%

0,3%

0,3%

0,4%

0,3%

0,3%

Figuur 2. Percentage groepen naar grootte van de groep

Figuur 2. Percentage groepen naar grootte van de groep

Gemiddelde groepsgrootte per school

Naast de gemiddelde groepsgrootte en het percentage groepen naar grootte van de groep, is er ook gekeken naar de gemiddelde groepsgrootte per school. Ook binnen een school zijn niet alle groepen even groot. De gemiddelde groepsgrootte per school wijkt in de meeste gevallen niet veel af van de landelijke gemiddelde groepsgrootte. Dit jaar heeft 70% van de scholen een gemiddelde groepsgrootte tussen de 20 en 25 leerlingen en 87% van de scholen heeft een gemiddelde groepsgrootte van minder dan 26 leerlingen. Minder dan een half procent van de scholen heeft een gemiddelde groepsgrootte van 30 leerlingen of meer. Het percentage scholen naar gemiddelde groepsgrootte per school is weergegeven in figuur 3.

Naarmate een school een zwaarder schoolgewicht heeft, wordt de gemiddelde groepsgrootte lager. Op een school met meer kinderen die risico lopen op een achterstand zijn de klassen dus kleiner.

Figuur 3. Percentage scholen naar gemiddelde groepsgrootte per school

Figuur 3. Percentage scholen naar gemiddelde groepsgrootte per school

Ten slotte

De cijfers van 2017 laten zien dat de gemiddelde groepsgrootte stabiel blijft, en zelfs licht is gedaald. Het aantal grote groepen wordt kleiner. Elke school verdient de ruimte om eigen keuzes te maken als het gaat om groepsgrootte. Vanuit een onderwijsvisie wordt, samen met leerkrachten en ouders, gekeken hoe het beste onderwijs aan leerlingen gegeven kan worden. De groepsindeling is onderdeel van die visie. Scholen maken hier verschillende, goed onderbouwde, keuzes in. De ruimte voor dit maatwerk vind ik belangrijk.

De resultaten uit deze brief zal ik delen met de PO-Raad. Daarnaast ontvangt u deze brief in het vervolg in het voorjaar, zodat ik uw Kamer tegelijkertijd kan informeren over de leerling-leraar ratio, waarvan de cijfers telkens in het voorjaar beschikbaar komen. Ik vertrouw erop dat scholen ook in de toekomst weloverwogen hun afweging maken als het gaat om de samenstelling van groepen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 31 293, nr. 150.

X Noot
2

CentERdata, instituut voor dataverzameling en onderzoek, heeft de berekening van DUO gevalideerd en concludeert dat de steekproef representatief is voor Nederland, de correcties op de BRON-data op een juiste wijze zijn gemaakt en de berekening van de gemiddelde groepsgrootte correct is uitgevoerd. De brief van CentERdata is als bijlage opgenomen bij deze brief en raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven