31 271 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Zaken

Nr. 31 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 25 oktober 2018

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 3 september 2018 inzake de opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting BZ begrotingsartikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (Kamerstuk 31 271, nr. 30).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19 oktober 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De griffier van de commissie, Van Toor

1

Hoe worden degenen die gebruik hebben gemaakt van consulaire dienstverlening betrokken bij het onderzoek naar onder meer de doeltreffendheid van het beleid?

Antwoord

Voor de beleidsdoorlichting zal geen nieuw klantonderzoek worden uitgevoerd, maar wordt gebruik gemaakt van de evaluatie van de consulaire dienstverlening en regulering personenverkeer die binnenkort wordt afgerond. In deze evaluatie wordt het klantperspectief zo veel mogelijk meegenomen, deels door de klantonderzoeken en internetconsultaties die de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid (DCV) heeft uitgevoerd, deels door het meenemen van het klantperspectief in de casestudies tijdens het eigen onderzoek.

2

Hoe worden privacy overwegingen meegenomen in de beleidsdoorlichting; voldoet het nieuwe beleid aan de gestelde eisen en standaarden?

Antwoord

Op 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna AVG) van kracht gegaan. De beleidsdoorlichting zal in overeenstemming met de gestelde eisen en standaarden van de AVG, inclusief privacy overwegingen, worden uitgevoerd. De beleidsdoorlichting zelf zal geen onderzoek doen naar invulling van de AVG in de verschillende beleidsterreinen van begrotingsartikel 4; deze taak ligt bij de beleidsdirecties zelf.

3

Welke onafhankelijke deskundige(n) zijn betrokken in de beleidsdoorlichting «Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden»?

Antwoord

Voor de beleidsdoorlichting zal een referentiegroep worden samengesteld. IOB onderzoekt nog welke deskundigen kunnen worden betrokken bij het onderzoek, maar het streven is om minimaal twee onafhankelijke, externe deskundigen in de referentiegroep te laten plaatsnemen. De andere leden van de referentiegroep worden gevormd door vertegenwoordigers van de betrokken beleidsdirecties, een vertegenwoordiger van het Ministerie van Financiën en van de financiële directie (FEZ) van BZ.

4

Zal de doeltreffendheid van de (stille) diplomatie met het oog op een eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden (sub-artikel 4.1) in 2018 worden gemeten en meegenomen?

Antwoord

Voor het onderdeel gedetineerdenbegeleiding in de beleidsdoorlichting zal geen nieuw onderzoek worden uitgevoerd, maar worden de resultaten uit de nog te verschijnen evaluatie van de consulaire dienstverlening en regulering personenverkeer meegenomen. Deze evaluatie beantwoordt de vraag in hoeverre BZ aan de voorwaarden voldoet om maatwerk te kunnen leveren in de gedetineerdenbegeleiding, inclusief het toezicht op een eerlijke rechtsgang.

5

Houdt de actualisering van de evaluaties van sub-artikelen 4.3 (ICB) en 4.4 (publieksdiplomatie) in, dat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het oude en het nieuwe beleid zullen worden vergeleken?

Antwoord

De beleidsdoorlichting betreft een syntheseonderzoek om de conclusies van, onder andere, de evaluaties van sub-artikelen 4.3 (ICB) en 4.4 (publieksdiplomatie) met elkaar te verbinden en, waar mogelijk, algemene en overkoepelende lessen te trekken. Aan de hand van aanvullend bureauonderzoek zullen de evaluaties geactualiseerd worden, waarbij het doel is om te kijken of en in welke mate de aanbevelingen, die met name betrekking hebben op doeltreffendheid, zijn opgevolgd.

6

Hoe wordt de versterking van het culturele profiel van Nederland en de Nederlandse culturele betrekkingen met het buitenland gemeten?

Antwoord

De methodologie van de beleidsdoorlichting BZ-begrotingsartikel 4 zal worden uitgewerkt in een Terms of Reference. Net als in de beleidsdoorlichting «Cultuur als Kans» uit 2016 wordt er in deze beleidsdoorlichting wel een voorbehoud gemaakt met betrekking tot de harde meetbaarheid van de versterking van het culturele profiel van Nederland en de Nederlandse culturele betrekkingen met het buitenland. Effecten op het niveau van outcomes en impact zijn vaak lastig te meten of niet vast te stellen vanwege de complexiteit van directe en indirecte factoren die van invloed kunnen zijn op de uitkomsten.

Naar boven