Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2013
Uw kamer heeft het kabinet verzocht om een brief over de toenemende groei van het
antisemitisme voor het AO discriminatie op 14 maart. Met deze brief voldoe ik aan
dat verzoek.
Mensen hebben het recht om beschermd te worden tegen discriminatie, racisme en willekeur,
en uiteraard ook tegen antisemitisme. Als recent voorbeeld noem ik de uitingen in
het tv programma Onbevoegd Gezag van de NTR van 17 februari jl. De beelden van jongeren
die de Holocaust onomwonden goedkeuren en aangeven dat zij joden haten, zijn schokkend
en verwerpelijk tegelijk. Temeer omdat zij aangeven dat andere jongeren waar zij mee
omgaan er ook zo over denken. Het is onacceptabel wanneer solidariteit en sterke identificatie
van – vaak jonge – moslims met moslims elders in de wereld leiden tot openlijke vijandigheden
tegen andere groepen in de Nederlandse samenleving.
Discriminatoire uitingen of daden zijn strafbaar. Discriminatie maakt deel uit van
de aanpak van high impact crimes en is onderdeel van de landelijke prioriteiten voor
de politie. Bij commune delicten waarbij een discriminatoir aspect een rol heeft gespeeld
wordt de strafeis verhoogd met 50%. Als het gaat om een ingrijpend delict wordt de
strafeis verhoogd tot 100%.1
Het kabinet zet stevig in op de aanpak van discriminatie. De bestrijding van antisemitisme
vraagt om voorlichting en actief optreden vanuit de samenleving: door ouders, scholen,
gemeenten, maar ook vanuit de wijk en de gemeenschappen zelf. Indien er sprake is
van strafbare feiten dient het strafrecht te worden ingezet. Dit soort uitwassen vraagt
om een krachtig tegengeluid vanuit de samenleving. De stevige veroordeling van antisemitisme
in het algemeen en de uitspraken van Turkse jongeren in het bijzonder door het Inspraak
Orgaan Turken (IOT) is daarin een belangrijk signaal. Het kabinet verwacht niet anders
dan dat ouders hun kinderen hierop aanspreken en dat zij hun kinderen ideeën en opvattingen
meegeven die wars zijn van antisemitisme en vooroordelen. Ook is het belangrijk dat
er op scholen aandacht wordt besteed aan het tegengaan van discriminatie en dat scholen
adequaat reageren als zulke uitspraken worden gedaan door leerlingen.
Mensen die met jongeren het gesprek aangaan over discriminatie en antisemitisme, en
ook mensen die jongeren aanspreken op vooroordelen en ontoelaatbare uitingen verdienen
alle steun. Het is ontoelaatbaar dat mensen die de kernwaarden van onze samenleving
bespreken onder druk worden gezet of bedreigd.
De burgemeester van Arnhem heeft naar aanleiding van de uitspraken van jongeren in
het tv programma Onbevoegd Gezag aangegeven actief aan de slag te gaan met de bestrijding
van discriminatie, antisemitisme en diepgewortelde tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen.
Ze zal met verschillende partijen in de wijk in gesprek gaan. Ook gaat zij in overleg
met de Arnhemse scholen over dit probleem en over de inzet van gerichte lespakketten
ter bestrijding van discriminatie. Ik ondersteun dit initiatief van harte. Ik zal
mij ervoor inzetten dat ook andere gemeenten de beschikking krijgen over het beschikbare
materiaal.
Tijdens een overleg op 28 februari jl. met het Centraal Joods Overleg (CJO) zijn er
afspraken gemaakt met CIDI, CJO, SZW en OCW over een rondetafelgesprek over antisemitisme
onder jongeren dat op korte termijn zal plaatsvinden. Ik zal tevens in gesprek gaan
met het IOT om antisemitisme binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap te bespreken.
Ik zal deze gesprekken gebruiken om met de betrokken partijen te bekijken welke verdere
acties nodig zijn. Ook in de verdere uitwerking van de Agenda integratie zal ik hier
aandacht aan besteden, onder andere binnen de activiteiten rond de maatschappelijke
codes en burgerschap in het onderwijs, waaraan ik samen met de bewindslieden van OCW
invulling zal geven.
Daarnaast lopen er op dit moment verschillende onderzoeken die inzicht moeten geven
in de aard en de omvang van antisemitisme. Het onderzoeksbureau Pantheia voert in
opdracht van de Anne Frank Stichting onderzoek uit naar de omvang en achtergronden
van antisemitisme onder jongeren in het voortgezet onderwijs. De uitkomsten worden
verwacht in de zomer van dit jaar. Het SCP is bezig met een breed ervaringsonderzoek
rond discriminatie dat ook deze zomer wordt afgerond. Zoals tijdens het AO Integratieonderwerpen
is besproken, baart het probleem van antisemitisme mij zorgen. Ik wil samen mijn collega’s
van OCW de uitkomsten van deze onderzoeken gebruiken om te kijken of aanvullend actie
nodig is.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher