Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2017
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Economische
Zaken van 23 november 2017 om een brief over de stand van zaken rond de bescherming
tegen vijandelijke bedrijfsovernames en de bescherming van vitale sectoren.
Wetsvoorstel bedenktijd
Op 20 mei 2017 is uw Kamer geïnformeerd over de visie van de Minister van Economische
Zaken op de toename in overnameactiviteiten.1 Uw Kamer heeft het kabinet vervolgens, naar aanleiding van eerdergenoemd debat over
de mogelijke overnames van AkzoNobel en Unilever, opgeroepen met grote voortvarendheid
het voorstel voor de wettelijke bedenktijd uit te werken (motie van het lid Van Rooijen).2
Zoals uit het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) blijkt, neemt dit kabinet maatregelen voor de verschuiving van invloed van bepaalde
activistische aandeelhouders die vooral gericht zijn op de korte termijn naar aandeelhouders
en andere stakeholders die belang hebben bij waardecreatie op de langere termijn.
Onderdeel van deze maatregelen is de invoering van een bedenktijd van maximaal 250
dagen.
De oproep van de Kamer om dit met grote voortvarendheid uit te werken is ter harte
genomen. Als gevolg daarvan wordt verwacht om in het eerste kwartaal van 2018 een
wetsvoorstel in consultatie te kunnen brengen. Uw Kamer zal op dat moment nader geïnformeerd
worden over de uitwerking van het wetsvoorstel.
Aanwijzen en beschermen van vitale sectoren
Economische veiligheid is, ook ten aanzien van buitenlandse overnames, een belangrijk
thema. Dit wordt onderschreven in het regeerakkoord van het kabinet. Daarom wordt
op dit moment met de aanbieders van vitale diensten, middels ex-ante analyses, bezien
of overnames in sectoren met een vitaal proces kunnen leiden tot maatschappelijke
ontwrichting en zo een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid.3 Op basis van de bevindingen zal worden bekeken welke maatregelen nodig zijn. Het
is de ambitie om de analyses in het eerste kwartaal van 2018 af te ronden. Daarna
zal uw Kamer in de voortgangsbrief over economische veiligheid geïnformeerd worden
over de uitkomsten. Daarin zal dan ook invulling worden gegeven aan de motie van de
leden Van den Berg (CDA), Graus (PVV), Van der Lee (GL), Nijboer (PvdA) en Van Rooijen
(50Plus) over preventieve toetsing van overnames in vitale infrastructuursectoren.4
In de motie van de leden Van den Berg (CDA), Paternotte (D66), Van der Lee (GL) en
Graus (PVV)5 wordt het kabinet gevraagd om essentiële landbouwgronden en essentiële infrastructurele
kunstwerken in kaart te brengen en te rapporteren over de noodzaak om deze toe te
voegen aan de lijst van vitale sectoren en producten. Deze motie is ingediend naar
aanleiding van het debat op 28 juni 2017 over de dreigende overnames van AkzoNobel
en Unilever (Handelingen II 2016/17, nr. 93, item 9).
De genoemde motie is nog voorwerp van interdepartementaal overleg. Over deze motie
zult u – mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat – nader
geïnformeerd worden in het eerste kwartaal van 2018.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes