30 545 Uitvoering Wet Werk en Bijstand

Nr. 113 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2012

Met het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) kunnen gemeenten ondermeer financiële hulp, coaching en begeleiding bieden aan startende ondernemers vanuit de uitkering.

Op 26 oktober 2011 heb ik het onderzoek «Bbz: uit het startblok» aan uw Kamer aangeboden. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het Bbz bijdraagt aan duurzame uitstroom en dat de regeling meer oplevert dan hij kost. Om nog meer maatschappelijk rendement uit de regeling te halen zijn er volgens de onderzoekers verbeteringen mogelijk op het terrein van selectiviteit en debiteurenbeheer van verstrekte (starters)kredieten aan ondernemers.

In mijn reactie op dit onderzoek heb ik aangegeven de geconstateerde verbeterpunten met de VNG te zullen bespreken1. Tijdens het Algemeen Overleg van 30 november 2011 (Kamerstuk 30 545, nr. 110) heb ik toegezegd uw Kamer over de uitkomsten van dit gesprek te informeren. Middels deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

Ook de VNG is van mening dat het Bbz een effectief instrument is om mensen met een levensvatbaar ondernemingsplan richting het zelfstandig ondernemerschap te begeleiden. Het ondernemerschap zet mensen in hun kracht en stelt hen in staat om zelfstandig in hun bestaan te voorzien. Tegelijkertijd erkent de VNG de geconstateerde verbeterpunten en onderschrijft het belang van een professionele uitvoering van het Bbz. Door een selectieve inzet, een goede inrichting van het financieel beheer en de juiste expertise kan dit leiden tot een nog effectievere uitvoering en tot betere ondernemers.

De VNG en ik hebben daarom de handen ineen geslagen en in overleg met gemeenten bijgevoegde handreiking ontwikkeld2. Het boekje beschrijft lokale én regionale initiatieven die het Bbz positioneren tot een waardevolle regeling om mensen aan de slag te helpen en te houden. De handreiking bevat stappenplannen om de uitvoering binnen de gemeente anders en beter in te richten en biedt onder andere aanbevelingen voor het voeren van effectiever debiteurenbeheer. Voor elke fase van het Bbz worden goede voorbeelden belicht en worden mogelijkheden tot (regionale) samenwerking in kaart gebracht. Samenwerking biedt mogelijkheden om kosten te besparen, expertise te bundelen en de ondernemer beter te bedienen. Zo heeft het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) in Rotterdam met het Ondernemershuis Zuid een «one stop shop» voor ondernemers gecreëerd, waarbij op één locatie door het RBZ, de Kamer van Koophandel, de belastingdienst en andere ketenpartners wordt samengewerkt. Naast deze handreiking werk ik in overleg met de VNG aan een wijziging in het Bbz om gemeenten te stimuleren effectief debiteurenbeheer te voeren en selectiviteit te bevorderen, zoals aanbevolen in het vorengenoemde onderzoek.

De eerste reacties van gemeenten op de handreiking zijn positief. Ik zal daarom de komende tijd het boekje actief onder de aandacht van gemeenten brengen. Daarnaast zal de VNG via regionale bijeenkomsten voor en samen met het werkveld, aandacht vragen voor de verbetermogelijkheden en mogelijkheden om nog meer rendement uit het Bbz te halen. Daarbij zal aansluiting worden gezocht bij de Impuls Vakmanschap van Divosa en VNG. Ik ben ervan overtuigd dat de handreiking hierbij een nuttige bijdrage kan leveren.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstukken II, 29 544, nr. 342.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven