Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2012
Met het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) kunnen gemeenten ondermeer
financiële hulp, coaching en begeleiding bieden aan startende ondernemers vanuit de
uitkering.
Op 26 oktober 2011 heb ik het onderzoek «Bbz: uit het startblok» aan uw Kamer aangeboden.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat het Bbz bijdraagt aan duurzame uitstroom en
dat de regeling meer oplevert dan hij kost. Om nog meer maatschappelijk rendement
uit de regeling te halen zijn er volgens de onderzoekers verbeteringen mogelijk op
het terrein van selectiviteit en debiteurenbeheer van verstrekte (starters)kredieten
aan ondernemers.
In mijn reactie op dit onderzoek heb ik aangegeven de geconstateerde verbeterpunten
met de VNG te zullen bespreken1. Tijdens het Algemeen Overleg van 30 november 2011 (Kamerstuk 30 545, nr. 110) heb ik toegezegd uw Kamer over de uitkomsten van dit gesprek te informeren. Middels
deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.
Ook de VNG is van mening dat het Bbz een effectief instrument is om mensen met een
levensvatbaar ondernemingsplan richting het zelfstandig ondernemerschap te begeleiden.
Het ondernemerschap zet mensen in hun kracht en stelt hen in staat om zelfstandig
in hun bestaan te voorzien. Tegelijkertijd erkent de VNG de geconstateerde verbeterpunten
en onderschrijft het belang van een professionele uitvoering van het Bbz. Door een
selectieve inzet, een goede inrichting van het financieel beheer en de juiste expertise
kan dit leiden tot een nog effectievere uitvoering en tot betere ondernemers.
De VNG en ik hebben daarom de handen ineen geslagen en in overleg met gemeenten bijgevoegde
handreiking ontwikkeld2. Het boekje beschrijft lokale én regionale initiatieven die het Bbz positioneren
tot een waardevolle regeling om mensen aan de slag te helpen en te houden. De handreiking
bevat stappenplannen om de uitvoering binnen de gemeente anders en beter in te richten
en biedt onder andere aanbevelingen voor het voeren van effectiever debiteurenbeheer.
Voor elke fase van het Bbz worden goede voorbeelden belicht en worden mogelijkheden
tot (regionale) samenwerking in kaart gebracht. Samenwerking biedt mogelijkheden om
kosten te besparen, expertise te bundelen en de ondernemer beter te bedienen. Zo heeft
het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) in Rotterdam met het Ondernemershuis Zuid
een «one stop shop» voor ondernemers gecreëerd, waarbij op één locatie door het RBZ,
de Kamer van Koophandel, de belastingdienst en andere ketenpartners wordt samengewerkt.
Naast deze handreiking werk ik in overleg met de VNG aan een wijziging in het Bbz
om gemeenten te stimuleren effectief debiteurenbeheer te voeren en selectiviteit te
bevorderen, zoals aanbevolen in het vorengenoemde onderzoek.
De eerste reacties van gemeenten op de handreiking zijn positief. Ik zal daarom de
komende tijd het boekje actief onder de aandacht van gemeenten brengen. Daarnaast
zal de VNG via regionale bijeenkomsten voor en samen met het werkveld, aandacht vragen
voor de verbetermogelijkheden en mogelijkheden om nog meer rendement uit het Bbz te
halen. Daarbij zal aansluiting worden gezocht bij de Impuls Vakmanschap van Divosa
en VNG. Ik ben ervan overtuigd dat de handreiking hierbij een nuttige bijdrage kan
leveren.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom