30 420 Emancipatiebeleid

Nr. 304 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2019

In reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 maart 2019 de Kamer te laten weten aan welke instrumenten en monitoring ik denk bij naming and shaming van bedrijven die niet voldoen aan de wettelijke norm van 30% vrouwen aan de top, informeer ik u hierbij.

De op 8 maart verschenen benchmark van Atria maakt inzichtelijk welke bedrijven diversiteit in de top bereikt hebben, welke bedrijven goed op weg zijn en welke bedrijven nog echt stappen moeten zetten of zelfs nog moeten beginnen. Van de 200 grote bedrijven voldoen dertien bedrijven aan het streefcijfer in zowel RvB als RvC. Zestig bedrijven voldoen niet aan de streefcijfers voor zowel RvB en RvC. Door deze resultaten zichtbaar te maken, wil ik bedrijven uitdagen zich op dit punt te verbeteren. Het aantal vrouwen in leidinggevende posities stijgt te langzaam. Het is duidelijk dat dit sneller moet en dat meer bedrijven werk moeten maken van doorstroom van vrouwen naar hogere functies.

Welk resultaat de inzet op meer topvrouwen oplevert, wordt inzichtelijk gemaakt in de Bedrijvenmonitor. De resultaten van de monitor en de aanbevelingen van de Commissie Monitoring verwacht ik in september 2019. Ook heb ik samen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de SER gevraagd om advies uit te brengen over welke maatregelen effectief zijn om diversiteit in de top van het bedrijfsleven te stimuleren en voor welke maatregelen het meeste draagvlak bestaat.

Ik verwacht dit najaar te beschikken over de actuele cijfers uit de bedrijvenmonitor en het SER advies en informeer u daarna over mijn vervolgstappen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven