Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2012
Bij motie heeft uw Kamer op 15 december 2009 uitgesproken een voorkeur te hebben voor
een snel besluit over welke stad als naamgevend voor een eventueel bid voor de Olympische
en Paralympische Spelen zou kunnen fungeren (TK 32 123 XVI, nr. 90). Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 28 november 2011 (Kamerstuk 33 000 XVI, nr. 159) en in de Kamerbrief «Verkennende studies Olympische Spelen» (TK 30 234, nr. 53) heb ik u geïnformeerd over het traject om te komen tot een naamgevende stad. Hierbij
heb ik aangegeven dat deze keuze gemaakt wordt door de gezamenlijke alliantiepartners
Olympisch Vuur voor de Olympische Spelen in Londen. Graag informeer ik u over het
besluit over de naamgevende stad genomen door de Council van de alliantie Olympisch
Vuur op 19 juni 2012.
In vervolg op de eerdere studies is in de Council van Olympisch Vuur in 2011 besloten
dat Amsterdam en Rotterdam als follow-up van dit onderzoek met medewerking van de
ministeries van VWS en I&M nader onderzoek zouden doen naar de keuze van de naamgevende
stad. Deze studie en een management samenvatting treft u hierbij aan.1
Amsterdam en Rotterdam hebben op grond van onder andere dit onderzoek afgesproken
dat Amsterdam als naamstad en Rotterdam als partnerstad gezamenlijk optreden bij
de mogelijke kandidatuur voor de organisatie van de Olympische en Paralympische Spelen
in 2028. Dit zal geschieden met nauwe betrokkenheid van Utrecht, Den Haag en de rest
van Nederland.
Een volgend Kabinet zal in 2016 het besluit nemen over de steun voor de voorbereiding
op een eventuele kandidatuur voor de Olympische en Paralympische Spelen van 2028 in
Nederland.
De komende periode gaan Amsterdam en Rotterdam onder begeleiding van NOC*NSF en Olympisch
Vuur een eerste uitwerking maken over hoe binnen de door het Internationaal Olympisch
Comité gegeven kaders aan deze samenwerking vorm gegeven kan worden. De Council steunt
deze lijn unaniem.
In de Council is herbevestigd dat de focus tot 2016 ligt op het in beweging krijgen
van jong en oud in Nederland. Dit willen we bereiken door de verbindende kracht van
sport en de inspiratie van de Spelen te benutten voor een land met een sportieve en
vitale samenleving, economische impact en excellente prestaties.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers