29 936 Regels inzake de beëdiging van tolken en vertalers en de kwaliteit en de integriteit van beëdigde tolken en vertalers (Wet beëdigde tolken en vertalers)

Nr. 50 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2020

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft mij per brief d.d. 20 april 2020 verzocht te reageren op het advies dat de parlementair advocaat heeft opgesteld inzake de aanbesteding van tolk- en vertaaldiensten (Kamerstuk 29 936, nr. 49) en daarbij enkele vragen te beantwoorden die de commissie naar aanleiding van het advies heeft gesteld.

Ik heb met belangstelling kennisgenomen van het advies van de parlementair advocaat. Het advies is in lijn met de eerdere advisering op dit domein. Het bevestigt de bevindingen van het ABDTOPConsult-rapport uit 2016.1 Ook dat rapport concludeerde, op basis van een aantal interne en externe adviezen en overleg met het Ministerie van Economische Zaken, dat op tolk- en vertaalopdrachten met een waarde boven de aanbestedingsdrempel het reguliere aanbestedingsregime van toepassing is. Deze conclusie vormde tezamen met de aanbevelingen inzake kwaliteit en eenduidige marktbenadering, het uitgangspunt van de ontwikkelde verbeterde systematiek voor tolk- en vertaaldiensten.

Hieronder ga ik in op de vragen van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid naar aanleiding van het advies van de parlementair advocaat.

1. Waarom organiseert de overheid de functie tolk/vertaler niet in eigen huis (zonder te hoeven aanbesteden).

Bij het organiseren in eigen huis zijn de volgende mogelijkheden te onderscheiden: het intern organiseren van tolk- en vertaalcapaciteit door tolken en vertalers in dienst te nemen dan wel het intern vervullen van de intermediairsfunctie met inzet van eigen medewerkers. Voor beide situaties is relevant dat tolk- en vertaaldiensten bij de rijksoverheid een enorme variëteit kennen. Ze betreffen een groot aantal talen die bovendien door de tijd heen variëren en de hoeveelheid opdrachten is aan veranderingen onderhevig, waarbij – vaak onvoorziene – pieken optreden. Het in dienst nemen van tolken en vertalers leidt tot een inflexibel samengesteld aanbod dat niet op de variërende vraag kan inspelen. Dit betekent dat het geen optie is om tolk- en vertaalcapaciteit intern te organiseren door tolken en vertalers in dienst te nemen. Bovendien voorziet het betrekken van tolk- en vertaaldiensten van buiten de overheid in de noodzakelijke onafhankelijkheid van tolken en vertalers.

Het intern vervullen van de intermediairsfunctie met inzet van eigen medewerkers is eveneens geen optie. Ook met een interne intermediairsfunctie is het zo dat het rechtstreeks verstrekken van tolk- en vertaalopdrachten boven de aanbestedingsdrempel onrechtmatig is. Het gaat hier bovendien om enorme aantallen verschillende soorten tolk- en vertaaldiensten – ik noem bijvoorbeeld de telefonische tolkdiensten waarvoor jaarlijks zo’n 600.000 opdrachten afgehandeld worden. De intermediairsfunctie vraagt om gespecialiseerde kennis met bijbehorend instrumentarium. In de reeds aanbestede dienstverlening is duidelijk dat de marktpartijen hiervoor goed geoutilleerd zijn.

2. Is de huidige werkwijze – dat de tolkenbureaus van de rechtbanken per casus een tolk inhuren – te continueren, omdat dan onder alle normen die dwingen tot aanbesteden wordt gebleven?

Nee. Dat de tolkenbureaus van de rechtbanken per casus een tolk inhuren doet niet ter zake. Zoals de parlementair advocaat aangeeft gelden regels voor de berekening van de waarde van de overheidsopdracht met het oog op de toepassing van de drempelwaarde. In het rapport van ABDTOPConsult uit 2016 werd reeds toegelicht dat – zo er al sprake is van afzonderlijke opdrachten – soortgelijke opeenvolgende opdrachten conform de aanbestedingswet moeten worden opgeteld voor de waarderaming.

Het grootste deel van de tolkdiensten bij de rechtspleging betreft strafzaken. Van deze diensten is het Openbaar Ministerie de opdrachtgever. De omvang van deze opdrachten overstijgt de drempelwaarde voor aanbesteden en de huidige wijze van inkoop is dan ook als onrechtmatig beoordeeld door de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer. Resterende dienstverlening die nodig is, ten behoeve van civiele en administratief rechterlijke procedures, ligt bij de individuele rechtbanken. Indien soortgelijke opdrachten hier boven de aanbestedingsdrempel komen, geldt hier ook de aanbestedingsplicht. Overigens zal uit overwegingen van eenduidige bedrijfsvoering de resterende dienstverlening ook worden meegenomen in de aanbesteding. Gezien de aard van de dienstverlening – enorme aantallen en grote variëteit van opdrachten – zal de dienstverlening worden aanbesteed aan gespecialiseerde intermediaire marktpartijen. Door een eenduidige marktbenadering zal de rijksoverheid als grote opdrachtgever op deze markt kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de sector en positie van de tolk/vertaler.

3. Welke voorwaarden gaat u stellen aan de inschrijvers, gesteld dat deze dienst wordt aanbesteed?

In lijn met de aanbevelingen uit het ABDTOPConsult-rapport heb ik in de afgelopen periode gewerkt aan een manier om het vraagstuk van de ontwikkeling van de sector en de positie van de tolk/vertaler te adresseren. Uitgangspunten die ik hierbij van belang vind zijn verbreding van de markt en kwaliteit en ontwikkeling van de beroepsgroep. Hierop wordt in de komende aanbestedingen ingezet. Zo stimuleren we een groter aantal intermediairs actief te worden op de markt van overheidsaanbestedingen door de opdrachten gevarieerd en in niet te grote volumes op de markt te zetten. Via de aanbestedingen wordt ook strak gestuurd op inzet van tolken uit het Register beëdigde tolken en vertalers, waarbij voor afnameplichtige organisaties onverminderd het C1-taalvaardigheidsniveau wordt aangehouden. Verder formuleren we in de aanbestedingen heldere kwaliteitseisen, waarbij kwaliteit zwaarder weegt dan prijs bij gunning.

Zoals aan uw Kamer toegezegd, in mijn brief van 5 april 20192, ben ik met input vanuit de beroepsorganisaties bezig met het vormgeven van een goede en effectieve monitoring. Zo kunnen we kijken of de doelstellingen worden bereikt of dat er nog bijstellingen nodig blijken. Ik heb er echter vertrouwen in dat we de zorgen van de beroepsgroep goed hebben geadresseerd en dat met de invoering van de nieuwe systematiek voor tolk- en vertaaldiensten een sterke en noodzakelijke professionaliseringsslag wordt gemaakt.

Tot slot

In mijn beantwoording op de vragen uit het schriftelijk overleg Gesubsidieerde rechtsbijstand en corona gerelateerde maatregelen in het gevangeniswezen en de rechtspraak op 15 april 2020 benadrukte ik reeds de noodzaak om op korte termijn invulling te geven aan de verplichting deze dienstverlening aan te besteden (Kamerstukken 31 753, 24 587 en 29 279, nr. 196). Uitstel van de aanbestedingen en implementatie van de systematiek brengt onzekerheden met zich mee voor de continuïteit van de dienstverlening van een aantal betrokken organisaties. Van de dienstverlening die reeds is aanbesteed, lopen de contracttermijnen af. Zolang er geen nieuwe contracten kunnen worden gegund, noodzaakt dit tot tijdelijke contractverlengingen. Dit houdt over het algemeen een kostenstijging in ten opzichte van de huidige contractvoorwaarden. Bovendien neemt zo de op de jaarrekeningen als comptabel onrechtmatig aangemerkte inkoop verder toe.

Ook voor de sector heeft verdere vertraging gevolgen. De verschillende bestaande en nieuwe marktpartijen en de zelfstandig ondernemende tolken en vertalers verkeren al geruime tijd in onzekerheid ten aanzien van planning en eisen die gesteld gaan worden in de aanbestedingen. Als grote opdrachtgever op een relatief kleine markt wil ik voorkomen dat we in de onwenselijke situatie komen dat we feitelijk destabiliserend optreden. Verdere vertraging bemoeilijkt zo onze toezegging om aan verbreding van de markt te werken door de vernieuwde wijze van aanbesteden. Na een lange periode van ontwikkeling en overleg over de nieuwe systematiek moet het geven van zekerheid aan deze markt nu prioriteit hebben.

Gegeven het advies van de parlementair advocaat en mijn reactie hierop ga ik ervan uit dat er voldoende helderheid is geboden en ga ik over tot het uitvoeren van de aanbestedingen in lijn met de ontwikkelde systematiek.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 936, nr. 42

X Noot
2

Kamerstuk 29 936, nr. 44

Naar boven