29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 412 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 december 2016

Op 28 december jl. berichtten diverse internationale media dat de vermoedelijke pleger van de aanslag in Berlijn, Anis Amri, na de aanslag via Nederland naar Lyon en van daaruit naar Milaan zou zijn gereisd. Naar aanleiding van deze berichtgeving heeft uw Kamer bij brief van 28 december jongstleden verzocht om een reactie.

Naar de mogelijke doorreis van Anis Amri door Europa inclusief Nederland loopt een strafrechtelijk onderzoek. Nadat op 21 december 2016 bekend werd dat hij verdacht werd van het plegen van de aanslag op de Kerstmarkt op 19 december in Berlijn hebben de Duitse autoriteiten een Europees Aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen betrokkene en stond hij gesignaleerd in het Schengen Informatiesysteem (SIS). Het Nederlands openbaar ministerie, de Nederlandse politie en de Koninklijke marechaussee waren mede op basis hiervan alert op de persoon Amri. In de nacht van 22 op 23 december kwam Amri om in een vuurgevecht met de Italiaanse politie. Omdat de Italiaanse autoriteiten een Nederlandse simkaart op het lichaam van Amri hadden aangetroffen, is er op vrijdag 23 december jongstleden contact opgenomen met de Nederlandse autoriteiten. Dit heeft dezelfde dag tot nader onderzoek door het Nederlands OM en de politie geleid.

Inmiddels is bekend dat Anis Amri hoogstwaarschijnlijk op 21 december op het station van Nijmegen is geweest. Op 27 december is namelijk geconstateerd dat de man die volgens de Franse autoriteiten te zien is op camerabeelden die zijn gemaakt op het station van Lyon, hoogstwaarschijnlijk ook te zien is op camerabeelden van station Nijmegen.

De hierboven genoemde simkaart is een van de gratis simkaarten die vorige week door medewerkers van Vodafone zijn uitgedeeld op de stations van Zwolle en Nijmegen. Ook in Breda werden simkaarten uitgedeeld, maar dat gebeurde na het overlijden van Amri. De vondst van de simkaart was aanleiding voor opvragen en analyseren van camerabeelden op de stations van Zwolle en Nijmegen.

Het strafrechtelijk onderzoek in Nederland richt zich op dit moment mede op het vaststellen van de route die Amri naar en vanaf Nijmegen heeft gevolgd. Ook wordt onderzocht of hij contact met anderen heeft gehad. Er is contact met de Duitse, Franse en Italiaanse autoriteiten.

Uiteraard informeert het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie mij over een dergelijk onderzoek. Toen op 27 december duidelijk werd dat Anis Amri mogelijk in Nederland is geweest, ben ik daarover geïnformeerd.

Het belang van het onderzoek en het respecteren van een onafhankelijke rechtsgang staat het onverkort delen van informatie met uw Kamer op dit moment in de weg.1 Zodra dit niet meer het geval is, zal ik uw Kamer nader informeren. Ik vraag uw Kamer hiervoor begrip te hebben zodat de opsporingsinstanties ongestoord hun onderzoek kunnen verrichten.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Zie ook mijn brief van 21 december 2016, Kamerstuk 29 754, nr. 411.

Naar boven