nr. 255
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2009
Bij brief van 2 april 2009 (kenmerk 29 689-253/2009D16202) verzoekt
u mij, naar aanleiding van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie
op het onderzoek naar het CAK, uw Kamer te informeren over de nieuwe positionering
van het CAK en de daarmee samenhangende beleidsmaatregelen.
Het kabinetstandpunt over de toekomstige positionering van het CAK is
verwoord in mijn brief van 3 oktober 2008 (TK 29 689, nr. 224).
Het CAK is voor de meeste taken die het momenteel uitvoert een privaatrechtelijk
zelfstandig bestuursorgaan. Het kabinet heeft een beginselbesluit genomen
om het CAK om te vormen tot een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan.
Op basis van een nadere analyse zal het kabinet een definitief besluit nemen
over de bestuurlijke inbedding van het CAK. Bij de behandeling van de Wtcg
heb ik desgevraagd met uw Kamer van gedachten gewisseld over deze voorgenomen
nieuwe positionering.
Ik ben mij ervan bewust dat ook uw Kamer belang hecht aan een voortvarende
aanpak van de bestuurlijke omvorming, opdat de beoogde verbeteringen in functioneren
en aansturing op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd kunnen worden. Tezelfdertijd
liggen mijn kortere termijnprioriteiten, zoals vastgelegd in het verbeterplan,
bij het verbeteren van de dienstverlening van het CAK aan de burger, het aanpakken
van de problemen in de informatieketen en het organisatorisch versterken van
het CAK. De ervaringen in de afgelopen periode hebben mij gesterkt in deze
prioriteitstelling. In het afgelopen half jaar is er veel geïnvesteerd
in de klantbejegening en klachtafhandeling en is er met man en macht gewerkt
om deze aanmerkelijk te verbeteren. Dit heeft er in geresulteerd dat de responstijden
en -termijnen aanzienlijk zijn verkort en dat de daarvoor door mij gestelde
normen thans worden gerealiseerd. Ook heeft het CAK de ca. 200 vragen naar
aanleiding van de Kassa-uitzending alsmede de in die uitzending genoemde categorie
probleemgevallen binnen de door mij toegezegde termijn (1 april 2009)
afgehandeld.
Tegelijkertijd is gebleken dat zowel de implementatie van nieuwe taken
(Wtcg en Compensatie eigen risico) als het adequaat kunnen reageren op het
optreden van onverwachte problemen in de informatieketen (i.c. het ontbreken
van buitengewone uitgavengegevens bij het vaststellen van de eigen bijdrage)
een fors beslag blijven leggen op de capaciteit van het CAK en onverminderd
veel van inzet en spankracht van de organisatie vragen.
Ook de beoogde bestuurlijke omvorming zal het nodige van management en
medewerkers van het CAK vragen. Ik heb daarom gekozen voor een aanpak die
enerzijds recht doet aan het noodzakelijke tempo in de bestuurlijke omvorming,
en anderzijds niet zóveel druk legt op het CAK dat het operationele
functioneren, de implementatie van nieuwe taken en de noodzakelijke organisatorische
versterking er onder te lijden zouden hebben. In lijn met de aanbeveling uit
het Berenschotrapport streef ik daarom naar een zodanige afronding van de
analysefase, dat in februari 2010 met het wetgevingstraject kan worden gestart,
opdat in 2012 de omvorming zijn beslag kan hebben gekregen.
In deze analysefase wordt de wettelijke verankering van het CAK als publiekrechtelijk
ZBO onderzocht op juridische, bestuurlijke, bedrijfsmatige, financiële
en personele gevolgen.
Ik ben voornemens de resultaten van deze fase dit najaar aan uw Kamer
voor te leggen. Dat wil niet zeggen dat er in de tussenliggende periode niets
gebeurt, integendeel. Zoals ik hiervoor heb aangegeven, wordt hard gewerkt
aan de uitvoering van het verbeterplan. Daarbij wordt verder in de relatie
tussen mijn ministerie en het CAK al zoveel mogelijk toegewerkt naar de beoogde
nieuwe situatie. Zo vindt zo veel mogelijk stroomlijning plaats van de interne
planning- en controlcyclus van het CAK met de begrotingscyclus van mijn ministerie,
is er tweewekelijks voortgangsoverleg over alle lopende dossiers met de directie
van het CAK en houd ik nadrukkelijk een vinger aan de pols bij het uitvoeren
van het verbeterplan.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker