29 652
Meerjarenprogramma Ontsnippering

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2009

Met genoegen bied ik u hierbij, mede namens mijn collega van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de evaluatie van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) aan.1 Het MJPO is een succesvol programma. Het wegnemen van de knelpunten vanwege doorsnijdingen in het landschap door de rijksinfrastructuur draagt bij aan het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur in 2018.

Twynstra Gudde laat in de evaluatie zien dat het programma door alle betrokken partijen als zeer waardevol en nuttig wordt ervaren. Het heeft een vliegwieleffect op ontsnipperingsprojecten van andere overheden en bevordert de onderlinge samenwerking.

In totaal zijn er, verspreid over Nederland, 208 knelpunten in het MJPO opgenomen. Hiervan zijn er per 1 januari 2009 41 opgelost. Daarmee ligt het programma op schema. Voor knelpunten vanwege weg, water en spoor komen de middelen uit mijn begroting. Voor knelpunten van infrastructuur in robuuste verbindingen heeft mijn collega van LNV budget beschikbaar gesteld binnen het ILG en hierover afspraken gemaakt met de provincies.

Bij de start van dit programma in 2004 is afgesproken om na een aantal jaren uitvoering te evalueren hoe het programma functioneert. Twynstra Gudde (TG) heeft deze evaluatie uitgevoerd. TG geeft daarbij een aantal aanbevelingen om het MJPO als programma beter te laten fungeren. Waar mogelijk worden deze aanbevelingen overgenomen. Ik ga hier kort op in:

• TG beveelt aan om het MJPO versneld uit te voeren door per regio afspraken te maken, door de financiering te vereenvoudigen en door een kritische blik van buiten te organiseren.

In de afgelopen periode is het contact met de provincie – die de regie over de uitvoering van het programma heeft – versterkt. In provinciale platforms vindt afstemming met de uitvoering plaats. Dit heeft geresulteerd in een gedragen programmering voor de periode 2010–2014 voor de onderdelen weg, water en spoor en voor de eerste tranche van het ILG tot 2013 voor robuuste verbindingen.

TG is van mening dat de verschillende financieringsstromen binnen het MJPO niet altijd tot de meest efficiënte manier van werken leiden. Ik meen dat dit voor een belangrijk deel kan worden opgelost door een heldere en juiste communicatie rondom deze stromen te geven. De mid-term review van het ILG in 2010 acht ik een goede gelegenheid om nader bij deze problematiek stil te staan.

De suggestie om een kritische blik van buiten naar het programma te laten kijken neem ik graag over. Ik zal er voor zorgen dat bij de mid-term review nogmaals een thermometer in de uitvoering van het programma wordt gestoken.

• TG beveelt ook aan om het MJPO meer als programma te besturen en om de mogelijkheid tot bestuurlijke opschaling te benutten.

Hier wil ik gevolg aan geven. Door in overleg met de provincies een reële doorkijk te creëren naar het eindjaar 2018 wordt het makkelijker om programmatisch te werken. Om eventuele problemen op te kunnen schalen, zal ik boven het afstemmingsoverleg een stuurgroep instellen waarin ook de provincies zijn vertegenwoordigd. Het MJPO staat ook op de agenda van de landsdelige bestuurlijke overleggen MIRT.

• Tot slot gaat TG in op het ambitieniveau van het programma en concludeert daarbij dat er wellicht niet voldoende budget beschikbaar is om alle ambities voor 2018 te realiseren.

Een belangrijke verklaring hiervoor is dat de knelpunten binnen de robuuste verbindingen veelal duurder uitvallen dan gepland. Zoals eerder aangegeven acht ik de mid-term review van het ILG het juiste moment om hierbij stil te staan.

Dit onderwerp wil ik tevens koppelen aan het herijken van de lijst met knelpunten. Alterra heeft daar een studie naar gedaan en de provinciale platforms is gevraagd om in hun regio de resultaten ervan vanuit ecologisch perspectief na te gaan.

Ik ben verheugd over de positieve uitkomst van de evaluatie en zet me er samen met mijn collega van LNV voor in om het programma met de aanbevelingen van Twynstra Gudde verder te verbeteren.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven