Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2018
Met deze brief wil ik u informeren over mijn besluit om per 1 januari 2019 acht nieuwe
geneesmiddelen tegen chronische hepatitis C te blijven vergoeden, maar nu zonder vertrouwelijke
prijsafspraken. Twee leveranciers hebben gehoor gegeven aan mijn oproep voor een openbare
prijsverlaging.
Financiële arrangementen
Sinds 2013 sluit het Ministerie van VWS financiële arrangementen af met fabrikanten
van geneesmiddelen. Met deze vertrouwelijke prijsafspraken beoog ik belangrijke maar
dure geneesmiddelen toegankelijk te maken voor patiënten. Zoals ik eerder heb gecommuniceerd
in de brief aan de Tweede Kamer van 15 juni 2018 (Kamerstukken 29 477 en 32 805, nr. 489) zet ik in op maximale prijstransparantie. In de praktijk echter stellen fabrikanten
als harde voorwaarde dat de afspraken vertrouwelijk blijven. In dat geval wordt ervoor
gekozen de middelen beschikbaar te maken voor patiënten en de prijsafspraken daarom
vertrouwelijk te houden.
Ieder financieel arrangementen heeft echter een einddatum. Vóór deze einddatum kijk
ik of een middel ook zonder vertrouwelijke afspraak in het basispakket kan blijven.
Als zonder het arrangement de kosten omhoog schieten en er geen alternatieven zijn,
dan kan het arrangement worden verlengd. In het geval van de hepatitis C middelen zijn er
inmiddels meerdere varianten op de markt en hebben twee fabrikanten gehoor gegeven
aan mijn oproep om een openbare prijsverlaging. Verlenging van deze arrangementen
is daarmee niet nodig.
Chronische hepatitis C
Sinds 2014 zijn acht nieuwe geneesmiddelen beschikbaar gekomen tegen chronische hepatitis
C. Jaarlijks starten ongeveer 800 mensen met een behandeling van deze infectieziekte.
Door deze nieuwe geneesmiddelen worden steeds meer mensen genezen en inmiddels zijn
er steeds minder mensen met een infectie. De nieuwe behandelingen gaan echter gepaard
met hoge kosten. Op advies van Zorginstituut Nederland heeft het Ministerie van VWS
daarom centrale financiële arrangementen afgesloten met de leveranciers, waardoor
de uitgaven werden verlaagd tot een acceptabel niveau. Deze arrangementen lopen per
1 januari 2019 ten einde.
Anders dan in 2014 zijn er inmiddels verschillende aanbieders van veelal gelijkwaardige
nieuwe geneesmiddelen tegen chronische hepatitis C, waardoor behandelaren, aanbieders
en verzekeraars met prijstransparantie zelf de gepaste en doelmatige behandeling kunnen
kiezen. Ik heb daarom de fabrikanten aangesproken op hun verantwoordelijkheid en verzocht
om een openbare prijsverlaging.
Twee fabrikanten gaven gehoor aan deze oproep en zijn bereid tot een openbare prijsverlaging
bij in totaal vijf geneesmiddelen, te weten Epclusa, Harvoni, Sovaldi, Vosevi en Zepatier.
Een standaardbehandeling met deze middelen kost nu op basis van de openbare prijs
circa 30 tot 50 duizend euro. De overeengekomen openbare prijsverlagingen verschillen
per product, maar lopen op tot 46%. Als gevolg van deze prijsverlagingen zijn per
1 januari 2019 twee producten beschikbaar voor een openbare prijs van minder dan 25
duizend euro per behandeling.
Twee andere fabrikanten hebben aangegeven niet bereid te zijn tot een transparante
openbare prijsverlaging. De middelen van deze fabrikanten blijven desondanks vergoed
zonder vertrouwelijke afspraak. Artsen en zorgverzekeraars hebben hierdoor ook in
2019 de keuze uit alle geneesmiddelen, maar kunnen daarbij zelf de kosten meewegen
en desgewenst afspraken maken met de fabrikanten.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins