Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2012
Tijdens het Algemeen Overleg van 21 juni (Kamerstuk 29 477, nr. 199) heeft de vaste Kamercommissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij verzocht
te onderzoeken of epoëtines vervroegd overgeheveld kunnen worden uit het GVS naar
het ziekenkader per 1 januari 2013 vanwege de mogelijke besparingen die hierbij gepaard
kunnen gaan. Bij deze wil ik u informeren over de uitkomst van dit onderzoek.
Epoëtines zijn middelen die aanmaak van rode bloedcellen stimuleren en gebruikt worden
bij bloedarmoede. Ze worden ingezet voor verschillende toepassingen: o.a. bij patiënten
met chronische nierinsufficiëntie die al of niet nierdialyse ondergaan, bij patiënten
die een chemokuur hebben gehad en bij patiënten die een operatie zullen ondergaan
met als doel bloedtransfusies te verminderen.
De epoëtines voldoen niet aan de criteria voor het vaststellen van een add-on, omdat
de kosten per patiënt per jaar onder de € 10 000,– liggen. Ze zullen dus bekostigd
moeten worden uit de prijzen van de DBC-zorgproducten waar ze bij toegepast worden.
Een gedeelte van deze toepassingen valt onder het vrije segment. De kosten voor het
gebruik van epoëtines kunnen voor deze toepassingen uitonderhandeld worden in de prijzen
van de DBC-zorgproducten. Een ander gedeelte, waar het toepassingen betreft voor kinderen,
valt onder het gereguleerde segment. Voor de zorgproducten onder het gereguleerde
segment stelt de NZa maximumtarieven vast.
Als deze middelen overgeheveld zouden worden, zouden de tarieven gecorrigeerd moeten
worden voor het gebruik van deze middelen. Tarieven in het gereguleerde segment moeten
voor een gemiddelde zorgaanbieder kostendekkend zijn.
Om dat te garanderen, zal het gebruik van de middelen voor alle verschillende DBC-zorgproducten
(voor het vaste segment gaat het dan vermoedelijk om tientallen zorgproducten) redelijk
nauwkeurig ingeschat moeten zijn. Momenteel vindt geen registratie plaats bij welke
toepassingen de middelen worden gebruikt en in welke doseringen. De benodigde informatie
is dus niet direct voorhanden.
Om een realistische inschatting te kunnen maken hoe de tarieven dienen te worden aangepast,
is daarom meer voorbereidingstijd nodig. Op korte termijn is niet te garanderen dat
de tarieven op een adequate wijze (kostendekkend) kunnen worden aangepast. Ik heb
dan ook besloten de epoëtines niet vervroegd per 1 januari 2013 over te hevelen naar
het ziekenhuiskader. Wel is het mijn voornemen om deze middelen in 2014 over te hevelen.
Momenteel ben ik al in overleg met veldpartijen om dit mogelijk te maken.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers