29 453 Woningcorporaties

Nr. 350 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2014

Tijdens het wetgevingsoverleg van 3 maart 2014 (Kamerstuk 32 271, nr. 30) heb ik u toegezegd met Aedes te overleggen om te bezien of het mogelijk is inzicht in woonaanbod regionaal beschikbaar te maken, zeker waar dat op dit moment nog niet gebeurd.

Ook heb ik toegezegd met Aedes te overleggen om te bezien of Aedes zelf bereid is een gestandaardiseerd format te ontwikkelen voor de wijze waarop huurwoningen worden aangeboden.

Dit overleg is inmiddels gevoerd. Met deze brief informeer ik u over de uitkomst van dit overleg.

Regionaal woningaanbod

Allereerst is van belang dat in vrij veel regio’s reeds een regionaal aanbod is van de vrijkomende sociale huurwoningen. In figuur 11, bijgevoegd, treft u hier een overzicht van2.

Aedes gaf aan dat de werkwijze, die gehanteerd wordt door gebruik te maken van internettoepassingen, op zichzelf reeds stuurt richting een regionale aanbieding van vrijkomende sociale huurwoningen. Via HuurWoningNet.nl is het aanbod van corporatiewoningen goed bereikbaar.

Standaard format huurwoningen

De net gememoreerde trend om meer en meer vrijkomende woningen via internettoepassingen aan te bieden, levert eveneens winst op wat betreft het standaardiseren van de informatie over die woningen.

Aedes gaf aan dat corporaties er ook zelf alle belang bij hebben om de informatie over de woningen correct en volledig aan te bieden. Dit bevordert immers dat alleen de huishoudens die in aanmerking komen voor de woning en er ook daadwerkelijk willen gaan wonen, op de woning zullen reageren. Hierdoor wordt onnodige leegstand zoveel mogelijk voorkomen.

Aedes is bereid goede voorbeelden naar voren te schuiven en het belang van correcte en volledige informatie te benadrukken.

Tot slot

Resumerend constateer ik dat de corporatiesector stappen maakt op beide punten: de regionale aanbieding en de standaardisering van de informatie over de vrijkomende sociale huurwoning. Ik zie derhalve geen aanleiding tot het ontwikkelen van beleid van Rijkswege op deze punten.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Uit het rapport «Sturen op inkomen», van RIGO, december 2013, aan de Tweede Kamer aangeboden bij Kamerstuk 27 926, nr. 216

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven