Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2010
Op verzoek van de voormalige vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, stuur ik u hierbij een afschrift van
het antwoord op een brief van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond over het huidige ganzenbeleid (NMV; zie bijlage) van de
voormalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1.
Daarnaast heeft de vaste commissie mij verzocht om een reactie op het rapport «Winterganzenbeleid; het roer om» van CLM en LEI.
Nederland kent een (internationale) verantwoordelijkheid om ganzen in de winter op te vangen. Daarvoor zijn onder andere foerageergebieden
en Natura 2000-gebieden aangewezen.
De uitkomst van de evaluatie van het opvangbeleid voor winterganzen in de periode 2005–20082 laat duidelijk zien dat de kosten van dit opvangbeleid sterk stijgen, terwijl de ganzenaantallen inmiddels boven de minimale
beschermingsdoelen liggen die in het kader van Natura 2000 zijn gesteld. Naar aanleiding van deze evaluatie heeft de voormalige
minister van LNV aan het beleidskaderoverleg faunabeheer (dat aan de wieg stond van het huidige opvangbeleid) gevraagd te
komen met voorstellen voor een kosteneffectievere uitvoering van het opvangbeleid. In het beleidskaderoverleg zijn Vogelbescherming
Nederland, Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland, Natuurmonumenten, De 12 Landschappen,
Staatsbosbeheer, Federatie Particulier Grondbezit, Natuurlijk Platteland Nederland en Interprovinciaal Overleg vertegenwoordigd.
Dit beleidskaderoverleg is helaas niet met een eensluidend advies gekomen.
Voorts is aan CLM Onderzoek en Advies B.V. en Landbouw Economisch Instituut (LEI) gevraagd enkele mogelijke toekomstscenario’s
voor aanpassing van het beleid door te rekenen. Het CLM/LEI-rapport reikt voor het opvangbeleid van winterganzen twee opties
aan voor besparingen, namelijk:
– afbouwen van de tegemoetkomingen van de schade buiten de foerageergebieden, en/of
– uitfaseren van de 6-jarige ganzenbeheersovereenkomsten (PSAN) binnen de foerageergebieden en in plaats daarvan overgaan tot
schadevergoeding in die gebieden.
Bij de herziening van het ganzenbeleid is niet alleen een vergroting van de kosteneffectiviteit van belang, maar komt ook
de vraag aan de orde of, en op welke manier populatiebeherende maatregelen hierin een plaats moeten krijgen. In de brief van
de minister van LNV naar aanleiding van de evaluatie van het opvangbeleid ganzen en smienten (TK, 2009–2010, 29 446, nr. 68) is dit eerder aangegeven.
In het regeerakkoord is opgenomen dat het ganzenbeheer wordt gedecentraliseerd naar de provincies. Overigens zijn de provincies
nu reeds voor een groot deel het bevoegde gezag voor de uitvoering van het ganzenbeheer.
De verdere decentralisatie van het ganzenbeheer zal in de context van de totale decentralisatie-opgave met de provincies worden
besproken.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker