Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2011
Bij brief van 13 april jl. heeft uw Commissie VWS mij verzocht, ter voorbereiding van een mogelijk spoedig te houden algemeen
overleg, de Kamer uiterlijk dinsdag 19 april 2011 (om 12.00 uur) mee te delen of, en zo ja wanneer, tot ratificering van het
VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap wordt overgegaan.
Zoals aangegeven in mijn brief van 5 april jl. (kamerstuk 24 170, nr. 122) is de verantwoordelijkheid voor de positie van mensen met een handicap een verantwoordelijkheid van het hele kabinet. Ik
zet mij in voor ratificatie van het VN-Verdrag en bereid daartoe besluitvorming in het kabinet voor.
Ter voorbereiding daarop inventariseer ik alle consequenties van het ratificeren van het VN-Verdrag, waarbij ik ook in gesprek
zal gaan met het maatschappelijk middenveld. Voorts voer ik bilaterale gesprekken met mijn collega-bewindspersonen om hun
standpunt te vernemen ten aanzien van de ratificatie van het VN-Verdrag. Deze gesprekken zijn gaande. Ik zal u tezijnertijd
over de uitkomsten van deze gesprekken informeren.
Daarnaast ben ik, vanuit mijn hoedanigheid als verantwoordelijk bewindspersoon voor het ratificatieproces van het VN-Verdrag
en zoals aangekondigd in de eerder genoemde brief, bezig met de (technische) voorbereidende werkzaamheden van de ratificatie.
Dit betekent dat er op dit moment ambtelijk wordt gewerkt aan een goedkeuringswet en een invoeringswet.
Ik streef ernaar de benodigde conceptwetsvoorstellen rond de zomer op de agenda van het kabinet te zetten. De periode daarna
kan vervolgens worden benut voor een consultatie van het brede maatschappelijke middenveld. Dit is een belangrijk onderdeel
van het ratificatieproces, omdat daarmee in een vroegtijdig stadium NGO’s de gelegenheid wordt geboden hun inbreng te leveren
op voorgenomen wetgeving. Na de consultatie kunnen de wetsvoorstellen worden afgerond, zodat deze in het najaar aan de Ministerraad
zouden kunnen worden voorgelegd.
Met deze brief vertrouw ik erop dat ik uw verzoek heb ingewilligd.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner