Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2019
Het aantal dak- en thuisloze jongeren in ons land is fors. Het CBS schat dat op 1 januari
2016 10.700 jongeren tussen de 18 en 27 jaar dak- en thuisloos waren. Zij slapen bij
familie of vrienden, in de opvang of ergens buiten. Sommigen durven nog te dromen
van een betere toekomst, anderen hebben alle hoop al volledig opgegeven. Een trieste
situatie.
Volgens de laatste metingen telt ons land ruim 30.000 dak- en thuislozen. Omdat elke
dak- en thuisloze er een te veel is, werk ik samen met partijen aan een betere uitvoeringspraktijk,
onder andere via de meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang (bijlage
bij Kamerstuk 29 325, nr. 93). Dat ruim een derde van alle dak- en thuislozen zo jong is, vind ik onacceptabel.
Er is extra inzet nodig op de aanpak hiervan, zowel gericht op de huidige dak- en
thuisloze jongeren als ter voorkoming van nieuwe instroom. Daarom start ik samen met
de Minister van VWS, de Minister van BZK, de Minister van OCW, de Staatssecretaris
van SZW en de Minister voor Rechtsbescherming het Actieprogramma Dak- en Thuisloze
Jongeren (2019 – 2021)1.
Het Actieprogramma bevat een mix van maatregelen op verschillende bestuurlijke niveaus
(Rijk, lokale overheden en relevante belangenorganisaties en instanties). De maatregelen
gaan van ondersteuning van de praktijk, tot vernieuwend denken en aandacht voor de
(uitvoering van) relevante regelgeving. Het op alle levensgebieden bieden van passende
ondersteuning aan de jongeren is daarbij telkens het uitgangspunt. Waar opportuun,
worden de krachten gebundeld met andere reeds lopende Rijksinitiatieven en programma’s,
om daarmee de samenhang te borgen2.
Tijdens het AO maatschappelijke opvang op 13 juni jl. (Kamerstuk 29 325, nr. 94) bood de SP mij het «Onderzoek naar zwerfjongeren» aan. Ik heb de knelpunten die
de SP in dit onderzoek benoemt allemaal een plek gegeven in het Actieprogramma. De
voorgestelde actiepunten heb ik deels overgenomen en deels op een andere manier vormgegeven,
op basis van analyses van o.a. belangenorganisaties en input van ervaringsdeskundigen.
Tevens geef ik met dit Actieprogramma invulling aan de motie van het lid Bergkamp3 om te komen tot meer speciale opvangplekken voor jongeren en de motie van het lid
Beckerman4 om dakloosheid te voorkomen en oplossingen voor huidige daklozen te ontwikkelen.
Met dit Actieprogramma wil ik met de betrokken departementen, gemeenten en andere
organisaties zorgen voor een fundamentele afname van het aantal dak- en thuisloze
jongeren. Samen kunnen we er voor zorgen dat ervaringsdeskundigen nooit meer hoeven
te verzuchten: «Ik heb al zo vaak mijn verhaal verteld en het aantal dak- en thuisloze
jongeren neemt alleen maar toe. Wanneer gaan we nu eindelijk eens wat doen?»
In de periode direct na lancering van dit Actieprogramma ga ik in gesprek met wethouders
en andere betrokken partijen om de in het Actieprogramma opgenomen uitgangspunten
verder te concretiseren, om gezamenlijk dak- en thuisloosheid onder jongeren op te
lossen en te voorkomen. Ook andere in het Actieprogramma beschreven acties, bijvoorbeeld
de lokale pilots, worden de komende periode in gang gezet. Een nader uitgewerkt implementatieplan
bied ik voor de zomer aan uw Kamer aan. In de eerstvolgende voortgangsrapportage beschermd
wonen en maatschappelijke opvang5 zal ik ingaan op de eerste resultaten van het Actieprogramma.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis