28 982
Liberalisering energiemarkten

nr. 99
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2010

Hierbij bied ik u de toegezegde nadere informatie aan op een tweetal openstaande vragen van de Kamerleden Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU) en Jansen (SP) uit het Voortgezet Algemeen Overleg d.d. 13 januari jl.

De vragen betroffen de juridische houdbaarheid van het opnemen van de veiligheidswaarborgen uit de CCS-richtlijn in de opslagvergunning en opslagplan voor CO2-opslag in het eerste veld te Barendrecht op basis van de nu geldende Mijnbouwwet en de juridische onderbouwing van de aanpassing van deze besluiten na inwerkingtreding van de implementatiewetgeving.

De eisen uit de CCS-richtlijn met betrekking tot veiligheid zullen nu al in de besluiten op basis van de Mijnbouwwet, waaronder de opslagvergunning, worden opgenomen. Artikel 29 Mijnbouwwet geeft daarvoor nu reeds de wettelijke basis. Deze eisen zijn afdwingbaar.

Daarnaast geldt dat zodra de implementatiewet in werking is getreden de reeds genomen besluiten op grond van de Mijnbouwwet daaraan aangepast zullen worden. Dit is een vereiste van de richtlijn en in het implementatievoorstel zal hiervoor een aanpassingsprocedure worden opgenomen. Daarmee wordt voldaan aan alle vormvereisten van de CCS-richtlijn en aan alle vereisten die zien op de eindfase van de opslag. Deze vereisten zijn na aanpassing van de besluiten ook afdwingbaar.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven