28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 163 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2015

Hierbij informeer ik u mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken over het uitbrengen van een rapport met een literatuurstudie over de toetsing op de uitstoot van endotoxinen (celwandresten van bacteriën) uit de veehouderij.

Endotoxinen kunnen ziekten veroorzaken. Onder meer veehouderijen stoten endotoxinen uit. In 2012 heeft de Gezondheidsraad een gezondheidskundige advieswaarde voorgesteld voor endotoxinen voor de algemene bevolking. In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een literatuurstudie uitgevoerd naar de wijze waarop deze waarde toegepast zou kunnen worden bij het verlenen van de omgevingsvergunning milieu voor veehouderijen.

Dit was toegezegd in het kabinetsstandpunt over de omvang van de intensieve veehouderij en schaalgrootte van 14 juni 2013 (Kamerstuk 28 973, nr. 134). De studie is uitgevoerd door een consortium onder coördinatie van Wageningen UR Livestock Research.

In het rapport wordt verkend of de noodzakelijke gegevens voor het uitvoeren van een toetsing beschikbaar zijn en langs welke weg het toetsingskader ontworpen kan worden. Het gaat hier om gegevens over de emissie per diersoort en huisvestingsysteem, de mogelijke emissiereductiemaatregelen en de verspreiding van endotoxinen buiten de stal. Op dit moment blijkt de kennis over emissies van endotoxinen voor de Nederlandse situatie ontoereikend om direct een toetsingskader te kunnen ontwikkelen.

Als onderdeel van het onderzoek zijn eerste verkennende berekeningen uitgevoerd naar concentraties van endotoxinen. De berekeningen lijken erop te wijzen dat de huidige toetsingskaders voor geur en fijn stof mogelijk niet in voldoende mate bescherming bieden tegen te hoge endotoxineniveaus. Dat geldt met name voor pluimvee. Daarom is nadere studie nodig gericht op de onderbouwing en ontwikkeling van een toetsingskader voor endotoxinen. Ik heb hier opdracht toe gegeven.

Voor dit nadere onderzoek zijn metingen aan stallen in verschillende seizoenen en jaren nodig. In 2014 zijn daarvoor inmiddels aan verschillende staltypen metingen gedaan. Na uitwerking van de gegevens zal in 2015 verder onderzoek bij de meest kritische staltypen plaatsvinden. Met deze resultaten zal een model worden opgesteld, dat in 2016 gevalideerd wordt. Om deze onderzoekstechnische redenen heeft het uit te voeren onderzoek een lange doorlooptijd. Sneller is helaas niet mogelijk.

Naar verwachting kan ik u dus in 2016 definitief uitsluitsel geven over de mogelijkheid van een toetsingskader voor endotoxinen en het effect van zo’n toetsingskader in relatie tot de bestaande toetsingskaders voor fijn stof en geur.

Gezien het resultaat van bijgevoegde literatuurstudie1, kan reductie van stalemissies noodzakelijk zijn ter vermindering van de risico’s voor de volksgezondheid. Dat geldt naast de emissies van endotoxinen ook voor andere bioaerosolen. Daarom wil ik het perspectief van maatregelen om stalemissies verder te reduceren dan met de huidige technieken laten onderzoeken. Ik zal daarvoor een verkennende studie laten uitvoeren. Komende herfst wil ik u over het resultaat informeren.

Het rapport over de literatuurstudie naar endotoxinen kan worden gedownload op http://edepot.wur.nl/310270.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven