Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2021
Uw Kamer heeft mij gevraagd te reageren op de brief van Stichting Agrobosbouw, met
betrekking tot de stand van zaken omtrent agroforestry in het Nationaal strategisch
plan. Dat zal ik in deze brief doen.
De brief die uw Kamer heeft ontvangen citeert mijn genoemde inzet op agroforestry
in de Bossenstrategie, specifiek met betrekking tot het Nationaal Strategisch Plan.
Ik heb in de Bossenstrategie samen met provincies een strategie opgesteld om agroforestry
in de komende jaren te ondersteunen. Dit zal ik in de komende jaren met name doen
door kennisontwikkeling en -deling te ondersteunen, door ondersteunende beleidskaders
te creëren en, waar aanwezig, belemmeringen weg te nemen. Ik ben hier op verschillende
manieren mee bezig. Ik zal me in deze brief focussen op mijn inzet via het Nationaal
Strategisch Plan.
Ik ondersteun agroforestry binnen het Nationaal Strategisch Plan, door een inzet bij
verschillende interventies. De activiteiten die ik in de Bossenstrategie noem en waarnaar
de brief van Stichting Agrobosbouw verwijst, zijn hier onderdeel van. Zo is een belangrijke
aanpassing in meer algemene zin de definitie van subsidiabele landbouwgrond. Daardoor
worden houtopstanden op landbouwgrond, productief of niet, een onderdeel van landbouwgrond,
en subsidiabel in de eerste Pijler van het GLB. Dit stimuleert zowel landschapselementen
als agroforestry. Dit verruimt de mogelijkheden voor agrariërs om boomsoorten aan
te planten die niet direct oogstbaar/commercieel zijn, maar wel belangrijke ecosysteemdiensten
leveren. Daarnaast wordt binnen deze definitie landbouwgrond het aantal toegestane
bomen op bouw- en grasland per hectare verruimd van 50 naar 100, waardoor hier meer
bomen verspreid over een perceel geplant kunnen.
Daarnaast ben ik, zoals uw Kamer weet, bezig met het ontwikkelen van de ecoregeling.
De ecoregeling is een regeling die beheer vergoedt, met als doel om landbouwers te
ondersteunen bij het versterken van hun inzet voor klimaat en leefomgeving. De ecoregeling
is bij de start met name ingericht voor activiteiten op bouwland en grasland. Het
integreren van bomen op bouw- en grasland, ofwel agroforestry, is een manier om hier
invulling aan te geven. De maatregelen als gedefinieerd in de ecoregeling ondersteunen
dit, al is dit niet via de term «agroforestry», maar bijvoorbeeld via de maatregel
«strokenteelt», «meerjarige teelt» of «houtig element». Als de ecoregeling eenmaal
loopt, zal verder worden verkend met belanghebbenden of dit afdoende is. De lopende
GLB-pilots bieden hier ook meer inzichten in. In meerdere pilots wordt de inzet van
houtige elementen meegenomen.
De brief citeert ook mijn inzet om investeringen in agroforestry te ondersteunen via
pijler 2. Ik heb inderdaad in de Bossenstrategie als mogelijkheid voor financiering
van agroforestry het ontwikkelen van een subsidieregeling in het NSP genoemd, met
medefinanciering vanuit de EU, om koolstofopslag via bomen op landbouwgrond te stimuleren.
Ik verken daarom hoe ik agroforestry via het NSP een financiële impuls kan geven via
de investeringscomponent binnen het NSP. In het geval van agroforestry gaat het om
forse investeringen in plantgoed en nieuwe bedrijfsplannen, waarbij de inkomsten bovendien
pas na een paar jaar komen. Binnen het NSP zijn verschillende interventies mogelijk
om investeringen te stimuleren, dit besluit wordt in afstemming met de provincies
genomen. Agroforestry heeft mijn aandacht, maar de exacte invulling zal nog besproken
worden. Over de andere regeling waar in de brief naar wordt verwezen, namelijk de
regeling landschapselementen, heb ik uw Kamer in mijn brief van 24 september 2021
(Kamerstuk 28 625, nr. 298) ingelicht.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten