Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juli 2011
In deze brief ga ik, mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie in op de
vragen die de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gesteld heeft (2011Z13400/2011D33264) over het artikel «Afschuw over varkensleed» in het Algemeen Dagblad van 20 juni 2011.
Dierenwelzijn
Niet alleen vanuit het perspectief van dierenwelzijn en diergezondheid maar ook omdat gezonde dieren een positieve invloed
hebben op het rendement van het bedrijf, zal een boer goed voor zijn dieren zorgen. Ondanks goede zorg en dagelijkse controle
kunnen dieren ziek worden of zelfs doodgaan. Dit is een consequentie van het houden van levende have. Ik ben voorstander van
een proactieve en constructieve dialoog tussen burgers en veehouders. De actie die in het artikel beschreven wordt, bevordert
die dialoog in mijn ogen niet.
Dierenwelzijn is één van de speerpunten van dit kabinet en een belangrijk thema in het kader van de verduurzaming van de Nederlandse
varkenshouderij. Er is een stijgende lijn in de naleving van het Varkensbesluit waar te nemen.
Met betrekking tot de positie van de dierenarts is het uitgangspunt dat een veehouder zelf verantwoordelijk is voor de diergezondheid
en het dierenwelzijn op zijn bedrijf. Dierenartsen zijn hierin veterinair adviseur door hun specifieke kennis en vaardigheden.
Ik verken op dit moment wat er nodig is om de positie van de dierenarts voor het publiek belang te verstevigen en welke rol
de overheid daarin speelt. Ik zal u in de al eerder toegezegde Nota Dierbeleid informeren over de uitkomsten hiervan.
Hygiëne
In de veehouderij gelden strikte hygiëneprotocollen ter bescherming van de voedselveiligheid, volksgezondheid en diergezondheid.
Volgens de website van de actiegroep hebben de betreders zich zoveel mogelijk gehouden aan deze voorschriften.
Er zijn geen aanwijzingen dat met het betreden van de stallen door deze actiegroep op welke wijze dan ook een besmetting (geconstateerd)
heeft plaatsgevonden. Desalniettemin blijven dit soort bezoeken zonder toezicht van de veehouder ook in het kader van hygiëne
onwenselijk.
Dierenrechtenextremisme
In Nederland zijn er mensen die, al dan niet in georganiseerd verband, zich willen inzetten voor het vergroten van dat dierenwelzijn.
Als dat binnen de grenzen van de wet gebeurt dan is dat vanzelfsprekend toegestaan. Een kleine minderheid kiest daarbij echter
voor illegale middelen en deinst er niet voor terug om intimiderend te werk te gaan. De actiegroep «Ongehoord» is een nieuwe
organisatie die zich naar eigen zeggen inzet voor een gelijkwaardige en respectvolle behandeling van dieren. Enkele personen
achter deze organisatie maken volgens de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) deel uit van de extremistische
organisatie Respect voor Dieren. Het kabinet acht het ontoelaatbaar wanneer op illegale en intimiderende wijze wordt gehandeld
en daar moet tegen op worden getreden. Zoals eerder aan uw Kamer toegelicht1, zijn de betrokken partijen zeer alert en werken intensief samen.
Dierhouders kunnen bij hun politiekorps aangifte doen of een melding maken van eventuele illegale acties die tegen hen zijn
gericht. Deze meldingen worden door het regionale korps naar het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) doorgezet zodat een
landelijk beeld kan worden opgemaakt.
Elke aangifte zal serieus bekeken worden en als sprake is van vervolgbare strafbare feiten, zal het OM bezien welke stappen
het kan ondernemen.
Voor bedrijven die met dierenrechtenextremisme te maken krijgen, is een brochure beschikbaar waarin meer informatie gegeven
wordt over de werkwijze van dierenrechtenextremisten en tips over omgang ermee2.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker