27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 140 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2013

Op verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken van 5 december 2012 stuur ik u een reactie op een wetenschappelijk artikel, in oktober 2012 gepubliceerd door Gill en collegae in het tijdschrift Nature over gecombineerde toxische effecten van insecticiden op hommels.

De studie geeft belangrijke informatie over het effect van neonicotinoïden op hommelpopulaties. In de studie zijn drie blootstellingsregimes getest, namelijk 4 weken continue blootstelling van hommelvolken aan de werkzame stof imidacloprid via suikeroplossing, 4 maal contactblootstelling aan de werkzame stof lambda-cyhalothrin met een interval van een week, en een combinatie van die twee. De foerageeractiviteit van individuele hommels en de ontwikkeling en grootte van de testvolken werden vergeleken met de controlegroep.

De auteurs vinden in de imidaclopridbehandeling een negatief effect op de aantallen uitgekomen werkers en op het aantal terugkerende foerageerders. In de lambda-cyhalothrin behandeling was de sterfte van werkers hoger dan in de controlegroep. In het combinatieregime werden deze effecten versterkt.

Direct na de publicatie van het onderzoek heb ik het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) verzocht te kijken naar de relevantie van het onderzoek voor de Nederlandse situatie en toelatingen. Hierop heb ik inmiddels een reactie ontvangen (bijlage 1).

Het Ctgb laat mij weten de zorg te delen voor de cumulatieve effecten die in het artikel naar voren komen. Het Ctgb constateert dat gestapelde effecten van stoffen, die niet samen in een middel zitten, niet in het vigerende toetsingskader zitten. Mede op verzoek van het Ctgb onderzoekt een nationale en een Europese werkgroep of en hoe stapelingseffecten in het toetsingskader kunnen worden opgenomen. Daarnaast concludeert het Ctgb voor beide onderzochte stoffen, dat de onderzochte blootstelling, gelet op de voor Nederland geldende toegelaten en beperkende gebruiksvoorwaarden niet realistisch is. Middelen op basis van lambda-cyhalothrin mogen in Nederland niet gespoten worden op bloeiende gewassen, waardoor het onwaarschijnlijk wordt dat bijen aanwezig zijn als deze stof wordt toegepast.

Zaadbehandelingstoepassingen met imidacloprid in bloeiende gewassen, die mogelijk een langere blootstellingsduur aan bijen tot gevolg kunnen hebben, zijn niet toegelaten in Nederland.

Tenslotte: de Europese Voedselzekerheidsautioriteit, EFSA, doet een herbeoordeling van de effecten op bijen bij zaadbehandeling met imidacloprid (en twee andere neonicotinoiden) en is gevraagd hierbij ook onderhavig artikel mee te nemen. Het rapport van EFSA wordt naar verwachting medio januari 2013 gepubliceerd. Uw Kamer zal hierover vanzelfsprekend geïnformeerd worden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven