nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2008
Hierbij bied ik u het rapport van het project IMPEL-TFS Enforcement Actions
I aan.1 In dit project hebben 25 Europese lidstaten
samengewerkt bij de handhaving van de EVOA2 bij
grensoverschrijdende afvaltransporten over de weg, het water en het spoor.
De handhaving vond plaats onder de paraplu van het IMPEL-TFS-netwerk3 en werd getrokken door de VROM-Inspectie.
Het project is een vervolg op eerdere Europese samenwerkingsprojecten:
IMPEL/TFS Verification en Seaport, waarover ik de Tweede Kamer heb gerapporteerd
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2005–2006, 22 343, nr. 140 en 25 868,
nr. 14).
Aanleiding en doel
Ongeveer 15% van alle transportbewegingen in Europa betreft afvalstoffen.
Een groot deel van de afvalstoffen wordt op een milieuverantwoorde manier
verwerkt. Helaas bereikt een deel van het afval niet altijd de juiste bestemming,
waardoor milieu en gezondheid kunnen worden geschaad. Handhaving beperkt de
risico’s voor milieu en gezondheid en samenwerking tussen Europese lidstaten
op dit terrein draagt bij aan een gelijke handhavingdruk in Europa. Samenwerking
is een verplichting die is opgenomen in de nieuwe EVOA die op 12 juli
2007 in werking is getreden.
De aanbevelingen uit de voorgaande IMPEL/TFS projecten Verification en
Seaport waren duidelijk:
– geef een projectmatig vervolg aan de Europese samenwerking bij
de gezamenlijke handhaving van grensoverschrijdende afvaltransporten; en
– versterk en breid het netwerk van handhavers uit.
Aan deze aanbeveling is vervolg gegeven door het opzetten van het Enforcement
Actions I project met als doel de naleving van EU-wetgeving over de in-, uiten
doorvoer van afvalstoffen te verbeteren.
Resultaten
Naast het controleren van transporten, het uitwisselen van inspecteurs,
het ontwikkelen van communicatiemiddelen zijn controles uitgevoerd bij bedrijven
waar het afval is ontstaan en op de plaats van de eindverwerking.
Gebleken is dat gemiddeld zo’n 15% van alle afvaltransportbewegingen
niet voldoet aan de regels uit de EVOA. Het gaat om overtredingen die variëren
van overtredingen van administratieve bepalingen tot illegale overbrengingen.
Opvallend is het verschil in overtredingpercentage per land, dat ligt
tussen de 0 en 100% Het verschil is deels te verklaren door de wijze
van controleren (a-select of voorselectie van vrachten), deels door de handhavingervaring
van de inspecteurs en deels ook door de controlefrequentie: worden er regelmatig
controles gehouden dan weten bedrijven en transporteurs aan welke eisen ze
moeten voldoen.
Controles zijn belangrijk voor het zicht op de regionale en nationale
afvalmarkt. Ze tonen aan dat bevoegde autoriteiten Europese regels daadwerkelijk
controleren en ze dragen bij aan het creëren van een gelijk handhavingniveau
in Europa.
Aanbevelingen
Het project was zinvol, stimulerend en succesvol. Het maakt ook duidelijk
dat we nog een weg te gaan hebben voordat er sprake is van een gelijkwaardige
handhavingdruk binnen Europa. Het verschil in handhavingniveau per land is
groot. In veel landen ontbreekt het nog steeds aan voldoende middelen, zijn
er andere prioriteiten gesteld en is de handhaving van de EVOA nog niet ingebed
in de organisatie en is daardoor vaak afhankelijk van individuele medewerkers.
Het ontbreken van een gelijke handhavingdruk is ook vanuit concurrentie-oogpunt
niet wenselijk.
In het bijgevoegde rapport worden diverse aanbevelingen gedaan aan de
Europese Commissie, het IMPEL-netwerk en Europese landen om een hogere prioriteit
te geven aan de (inter)nationale handhaving van de EVOA.
Getracht zal worden de rol van de Europese Commissie bij monitoring en
evaluatie van handhavinginspanningen door de lidstaten verder te vergroten.
Nederland zal hierin een actieve rol blijven spelen.
Daarnaast wordt aanbevolen een vervolgproject IMPEL-TFS Enforcement Actions
te starten. Financiële ondersteuning hiervan zou van de Europese Commissie
moeten komen, die dit in beraad heeft.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer