27 625 Waterbeleid

Nr. 190 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2011

Met genoegen bied ik u het Bestuursakkoord Water aan dat ik ben overeengekomen met het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en de Vewin1. Bij het Bestuursakkoord Water is bijgesloten de nadere toelichting op het onderdeel «Financiering van een beheersbaar programma voor de waterkeringen» (bilaterale overeenkomst tussen rijk en Unie van Waterschappen)1. Tegelijkertijd stuur ik u, vanwege de onderlinge samenhang, de kabinetsreactie op het advies van de taskforce Ten Heuvelhof, die ik u heb toegezegd tijdens het Notaoverleg MIRT Water op 13 december 2010 (kamerstuk 32 500 A, nr. 74).

In hetzelfde notaoverleg heb ik aangegeven dat de opgave voor waterveiligheid groot is. Met het afsluiten van dit Bestuursakkoord Water is het mogelijk om de lopende uitvoeringsprojecten voor waterveiligheid voort te zetten. Invulling hiervan gebeurt zo sober en doelmatig mogelijk. Daarnaast werk ik de komende jaren toe naar een waterveiligheidsprogramma als onderdeel van het Deltaprogramma waarin de opgave en de noodzakelijke financiering voor de komende jaren nader in beeld wordt gebracht en waarbij ook gekeken wordt naar de uitvoeringsvolgorde van de te nemen maatregelen.

Bestuursakkoord Water

Tijdens het debat over de Spoedwet 100 Miljoen op 18 november 2010 (Handelingen II 2010/11, nr. 24, blz. 44 t/m 56 en blz. 65 t/m 72) heb ik toegezegd om nog voor maart 2011 te komen met een Bestuursakkoord Water.

Op 28 februari 2011 heb ik het eindconcept bestuurlijk besproken in het Nationaal Wateroverleg met het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en de Vewin.

Er is toen een brede mate van overeenstemming bereikt over het Bestuursakkoord Water. Op basis van dit overleg is het concept Bestuursakkoord Water voorgelegd aan de partijen ter finale goedkeuring. De partijen hebben aangegeven akkoord te zijn met de tekst van het Bestuursakkoord Water. De uiteindelijke ondertekening heeft toen nog niet kunnen plaatsvinden, omdat dit gekoppeld is aan ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord. Inmiddels is overeenstemming bereikt over het Hoofdlijnenakkoord.

In het Bestuursakkoord Water wordt aangegeven dat er grote wateropgaven zijn die investeringen vragen zowel voor de korte als de lange termijn. Het betreft investeringen op het gebied van veiligheid tegen overstromingen, voor een goede zoetwatervoorziening, ter voorkoming van wateroverlast, voor het stedelijke waterbeheer en de waterketen, en voor het verbeteren van de waterkwaliteit conform de Europese Kaderrichtlijn Water. Het rijk heeft met het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en de Vewin de afspraak gemaakt om met het uitvoeren van een pakket van maatregelen een doelmatigheidswinst na te streven die oploopt tot structureel 750 miljoen euro in 2020. Deze doelmatigheidswinst is opgebouwd uit 450 miljoen euro in de waterketen en 300 miljoen euro in het beheer van het watersysteem. Van deze doelmatigheidswinst wordt 200 miljoen euro gebruikt om de rijksuitgaven op het gebied van waterveiligheid te verminderen zoals afgesproken is in het regeerakkoord.

De overige doelmatigheidswinst van 550 miljoen euro structureel komt ten goede aan het watersysteem en de waterketen zodat de kostenstijging beperkt wordt en de lokale lasten voor burgers en bedrijven gematigd stijgen conform het gestelde in het regeerakkoord.

Belangrijk onderdeel van het Bestuursakkoord Water zijn de afspraken om te komen tot een beheersbaar en structureel gefinancierd programma voor de versterking van de primaire waterkeringen mede op basis van het advies van de taskforce HWBP onder leiding van professor Ernst ten Heuvelhof (27 625, nr. 177). Kernelementen zijn de cofinanciering door rijk en waterschappen gezamenlijk van de aanleg en verbetering van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen, en de verbetering van de programmering en toetsing. De nadere uitwerking is opgenomen in het Bestuursakkoord Water en de kabinetsreactie op het advies van de taskforce Ten Heuvelhof.

Het Bestuursakkoord Water is van groot belang voor de uitwerking van de waterveiligheidsopgave. In het notaoverleg MIRT-Water op 13 december vorig jaar is met u gesproken over deze waterveiligheidsopgave. Tijdens dit overleg heeft de Kamer haar zorgen geuit over de financiën ten behoeve van de noodzakelijke uitvoeringsprojecten voor waterveiligheid. Ik heb u aangegeven dat het ook mijn beeld is dat er een verschil is tussen de noodzakelijke opgave voor waterveiligheid en de beschikbare middelen. Ik heb u toegezegd mijn beeld nader uit te werken om zo te komen tot inzicht over de totale waterveiligheidsopgave. Op termijn wil ik u een integraal waterveiligheidsprogramma presenteren waarbij de opgaven voor de komende jaren in kaart zijn gebracht.

Waterveiligheidsopgave

Om Nederland te beschermen tegen overstromingen wordt er permanent aan de waterveiligheid gewerkt. De totale waterveiligheidopgave voor de komende jaren kan worden onderverdeeld in lopende uitvoeringsprojecten en in voorbereiding zijnde programma’s waar de komende jaren een start met uitvoering is voorzien. De lopende uitvoeringsprogramma’s, zoals deze zijn opgenomen in het MIRT-projectenboek, hebben tot doel de primaire waterkeringen in Nederland te laten voldoen aan de wettelijke normering. Het betreft onder andere Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken, het Hoogwaterbeschermingsprogramma, de Zwakke schakels en herstel steenbekledingen. Daarnaast gaat het om programma’s en projecten die in diverse fasen van voorbereiding en besluitvorming zijn.

In de bijgaande tabel is een groot aantal van de betreffende programma’s en projecten in beeld gebracht.

Lopende uitvoeringsprojecten/programma’s

Projecten/programma’s in voorbereiding; voorbeelden

– HWBP 1 en 2

– Zwakke Schakels kust

– Ruimte voor de Rivier

– Maaswerken (Grensmaas en Zandmaas)

– Nadere uitwerking rivierengebied (NURG)

– Zandmotor

– Herstel steenbekledingen Oosterschelde en Westerschelde

– Vervolg HWBP (rijkskeringen en waterschapskeringen)

– Afsluitdijk

– Extra suppleties kust

– Steenbestortingen

– Legger Vlieland/Terschelling

– Ooijen-Wanssum

– Waalweelde

– IJsseldelta (Kampen)

– IJsselsprong (Zutphen)

– Onderzoeken Deltaprogramma (Veiligheid, Rivieren, Rijnmond-Drechtsteden, IJsselmeergebied)

De kosten voor de lopende uitvoeringsprogramma’s bedragen ongeveer € 5,3 miljard. De hiervoor benodigde middelen zijn beschikbaar in het Infrastructuurfonds tot en met 2020. Bij de financiering van de uiteindelijk te realiseren opgave betrek ik conform het regeerakkoord de verlengde planperiode van het Infrastructuurfonds. Hiermee is veiliggesteld dat ook het vervolg van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, zoals afgesproken in het Bestuursakkoord Water, kan worden bekostigd, en de belangrijkste (rijks)projecten binnen het waterdomein zoals de Afsluitdijk op termijn kunnen worden gerealiseerd.

De kosten voor de lopende programma’s kunnen uiteraard veel concreter worden aangegeven dan de opgave die volgt uit de programma’s zoals die op dit moment in voorbereiding zijn. De opgave voor de projecten die in voorbereiding zijn, wordt ruwweg geïndiceerd op circa € 4 miljard. Dit bevestigt het beeld dat ik in december vorig jaar heb geschetst, dat de opgave op de middellange termijn eerder in miljarden dan miljoenen zal lopen. Hierbij is nog geen rekening gehouden met een mogelijk aanzienlijke aanvullende investeringsopgave op langere termijn op grond van de actualisatie van de waterveiligheidsnormen en toetsresultaten.

Ondanks de financiële economische situatie van Nederland en de daaruit voortvloeiende noodzaak om de overheidsfinanciën op orde te brengen heeft het kabinet er met de betrokken partijen voor gezorgd dat volop gewerkt kan worden aan de waterveiligheid. Het is daarbij helaas niet altijd mogelijk om alle projecten in het gewenste tempo uit te voeren. Dit betreft ook projecten op het gebied van waterkwaliteit en zoetwatervoorziening. De ruimte om extra projecten in voorbereiding te nemen is beperkt. Dit vergt de nodige inspanning om projecten zo sober en doelmatig mogelijk in te vullen, te faseren en scherp te prioriteren.

Waterveiligheidsagenda 2011–2014

Tegen de achtergrond van het Bestuursakkoord Water werk ik deze kabinetsperiode de volgende agenda uit:

Uitvoering lopende projecten

De lopende programma’s gericht op veiligheid als Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken, het Hoogwaterbeschermingsprogramma, de Zwakke schakels en herstel steenbekledingen wil ik voortvarend voortzetten. Verder ben ik van plan om dit jaar de voorkeursbeslissing voor de versterking van de Afsluitdijk te nemen. Met het bijgaand ondertekende Bestuursakkoord Water is het mogelijk om door middel van een gezamenlijke financiering tussen het rijk en de waterschappen het lopende Hoogwaterbeschermingsprogramma financieel te dekken en tevens een start te maken met een volgend uitvoeringsprogramma ten behoeve van de aanpassing van de in de derde toetsing afgekeurde keringen. De afspraken uit het Bestuursakkoord Water zullen ook wettelijk worden vastgelegd.

Actualisering toetsingssystematiek en programmeringsproces

In navolging van de aanbevelingen van de taskforce Ten Heuvelhof zal ik de structuur, processen, organisatie en governance verbeteren. Conform de afspraken in het Bestuursakkoord Water zal er worden gewerkt aan het actualiseren van toetsingssystematiek en programmeringproces om zo het stelsel doelmatiger te maken. Wat betreft de toetsingssystematiek zal invulling worden gegeven aan de aanbeveling om meer rust in het systeem te brengen door de frequentie terug te brengen en over te stappen naar een continue toetsing. De programmering wordt opgepakt in het Deltaprogramma, waarbij wordt gewerkt analoog aan de MIRT-systematiek waardoor een betere voorbereiding vorm wordt gegeven met ruimte voor alternatieven, vernieuwing en innovatie. Dit zal leiden tot een stabiel waterveiligheidsprogramma, als onderdeel van het jaarlijks te verschijnen Deltaprogramma.

Inwerkingtreding Deltawet

Met het aanbieden van het Bestuursakkoord Water kan de Deltawet binnenkort worden geagendeerd (27 625, nr. 183) conform de besluitenlijst van de procedurevergadering van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van 16 maart 2011. Het is van groot belang dat op korte termijn de wet in werking treedt zodat daarmee het Deltaprogramma, het daaraan gekoppelde Deltafonds en de rol van de Deltacommissaris een wettelijke status krijgen. Het Deltafonds is van belang voor de stabiele financiering van de wateropgave op korte en lange termijn.

Onderzoek alternatieve financieringsmogelijkheden

Aanvullend op het Bestuursakkoord Water, de Deltawet en de actualisering van de toetssystematiek zal ik onderzoeken of alternatieve financieringsbronnen en het inschakelen van private (en andere publieke) partijen een mogelijkheid kunnen zijn, binnen de daarvoor afgesproken spelregels.

Waterveiligheidsprogramma

Door de beschreven agenda kan de waterveiligheidsopgave slechts voor een deel uitgevoerd worden. Dit betekent evenwel niet dat we de lange termijn opgaven uit het oog moeten verliezen. Ook voor de volgende generaties is en blijft een veilig Nederland noodzakelijk. Het is daarom van belang dat de in 2014 voorziene Deltabeslissingen ook daadwerkelijk tijdig worden genomen. Ik wil benadrukken dat we de inhoudelijke agenda vast moeten houden en ook blijven werken aan de uitwerking van de lange termijn opgave.

Om de wateropgaven nader in kaart te brengen en in onderlinge samenhang te presenteren, zal ik uiterlijk in 2014 als onderdeel van het Deltaprogramma en als uitwerking van het Bestuursakkoord Water een integraal waterveiligheidsprogramma opstellen. Hiermee worden de wateropgaven naar aanleiding van de toetsresultaten van de derde toetsing, de Deltabeslissingen en de daaraan gekoppelde benodigde financiën voor de volgende kabinetten in beeld gebracht. Hierbij zal door middel van een afwegingskader ook worden gekeken naar de uitvoeringsvolgorde van de te nemen maatregelen.

De komende jaren zal ik u door middel van het jaarlijkse Deltaprogramma informeren over de stand van zaken van het integrale waterveiligheidsprogramma.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven