Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 27476 nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 27476 nr. 10 |
Vastgesteld 18 juni 2008
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1, de vaste commissie voor Defensie2, de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties3 en de vaste commissie voor Justitie4 hebben op 21 mei 2008 overleg gevoerd met minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, minister Van Middelkoop van Defensie en minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:
– de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie d.d. 20 maart 2008 inzake de Nederlandse deelname aan de EVDB-missie in Kosovo (27 476, nr. 8);
– de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Justitie, d.d. 13 mei 2008 ten geleide van antwoorden op schriftelijke vragen over de Nederlandse deelname aan de EVDB-missie in Kosovo (27 476, nr. 9).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
Mevrouw Van Gennip (CDA) vindt dat na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Kosovo op 17 februari jongstleden en de erkenning van Kosovo door een veertigtal landen, het nu ook bij de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap hoort om Kosovo te helpen het land op te bouwen. Zij juicht het toe dat de EU via EULEX de verantwoordelijkheid op zich neemt om te helpen met de opbouw van een rechtsstaat in Kosovo. Dat is van belang voor Kosovo, de stabiliteit in de regio en een eensgezind EU-beleid. De Nederlandse regering moet via de Razeb nauwlettend toezien op een goed verloop van de missie.
Servië en Rusland hebben zich tegen de onafhankelijkheid van Kosovo gekeerd en blokkeren een overdracht van VN-taken aan de EU. Wat is de stand van zaken? Overlegt de EU met Servië en Rusland om ontplooiing van EULEX mogelijk te maken? Hoe groot is de kans op succes als de Servische en Russische tegenwerking blijft bestaan?
Het is goed dat de minister zal aandringen dat KFOR en Unmik zichtbaar blijven in Noord-Kosovo, maar hoe groot is de kans dat dat lukt? Wat houdt de NAVO-kritiek op de overgang van Unmik naar EULEX in?
Hoe kan de afstemming tussen EULEX, de Kosovo Police Service (KPS), Unmik, KFOR, de VN en de speciale vertegenwoordiger van de EU zo goed mogelijk verlopen? Hoe verhouden de bevoegdheden van EULEX zich ten opzichte van die van de KPS? Heeft onenigheid binnen de EU over de erkenning van de onafhankelijkheid van Kosovo invloed op de politieke aansturing van EULEX vanuit de Razeb?
Ook in economisch opzicht moet Kosovo gaan presteren. Welke economische programma’s worden parallel aan EULEX ontplooid en wat doet Kosovo hier zelf aan?
Betrokkenheid van politici bij corruptie en georganiseerde criminaliteit is onacceptabel. Hoe pakt EULEX die betrokkenheid aan? Er moet niet ingezet worden op verplaatsing van personeel dat bedreigd wordt door criminelen, maar op het aanpakken van criminelen. Hoe gaat EULEX om met de aanwezigheid van paramilitaire troepen in Kosovo?
Bij een rechtsstaat hoort vervolging van oorlogsmisdadigers. De vrijspraak van oud-premier Haradinaj, mede als gevolg van bedreiging en intimidatie van getuigen, is schokkend. Zet de regering zich ervoor in dat de bescherming van getuigen prioriteit krijgt?
Hoe staat het met de acceptatie van de jurisdictie van EULEX in Kosovo, met name door Servië? Zal Servië in de grensstreek de immuniteit van EULEX-personeel erkennen?
De heer Van Bommel (SP) constateert dat de onafhankelijkheid van Kosovo geen politieke vooruitgang heeft gebracht. Het verdere verloop is vooral afhankelijk van de politieke ontwikkelingen in Servië. De wenselijkheid en haalbaarheid van EULEX zijn twijfelachtig. Welke oorzaken zijn er voor de vertraging van de ontplooiing van EULEX?
Met de erkenning van een onafhankelijk Kosovo en het passeren van de VN en de OVSE worden Rusland en Servië getrotseerd. Welke voorwaarden stelt Rusland aan de overdracht van VN-taken aan de EU? Kan dit conflict worden opgelost en zo ja, wanneer?
Uit niets blijkt dat de secretaris-generaal van de VN (SGVN) de EU heeft gevraagd om deze civiele missie op zich te nemen. Het feit dat hij geen bezwaar heeft geuit, betekent alleen dat hij zich neerlegt bij de door de EU genomen politieke stappen. De EU heeft dus een taak naar zich toe getrokken die beschreven wordt in VN-resolutie 1244, omdat de benodigde overeenstemming binnen de Veiligheidsraad ontbrak. Volgens de regering kan de missie voortduren zolang er geen overeenstemming in de Veiligheidsraad is over beëindiging ervan. Die overeenstemming kan worden geblokkeerd door EU-lidstaten. De missie heeft dus een wankele basis. Het is de vraag of de Kamer tot deze missie kan besluiten als de politieke en operationele voorwaarden en omstandigheden niet vastliggen.
De EU heeft met de erkenning van Kosovo verantwoordelijkheid genomen voor een schending van het internationaal recht en stapelt daar nu een nieuwe fout op. Vanwege de kwetsbaarheid van Kosovo en de internationale verdeeldheid moet de verantwoordelijkheid bij de VN blijven, gecombineerd met een vergroting van de capaciteit van Unmik. Dan blijven alle internationale spelers, ook Rusland en Servië, aan zet. Kosovo lijkt nu een EU-protectoraat te worden, want de EU neemt in het politieke mijnenveld van de Balkan de komende jaren de verantwoordelijkheid voor Kosovo op zich. Is dat de inzet van de regering en is dat, gelet op het Russische verzet, politiek haalbaar?
De Nederlands/Franse politie-eenheid wordt voorlopig niet uitgezonden. Heeft dat te maken met de politieke situatie ter plekke en wanneer volgt een definitief besluit? Wordt de Kamer van dat besluit op de hoogte gebracht of geeft zij volgens de regering mandaat om die eenheid alsnog in EULEX te schuiven? Hoeveel Nederlandse deelnemers wil de regering uiteindelijk naar Kosovo uitzenden? Gaat het om twee afzonderlijke delen die gemakshalve onder één mandaat worden geschoven? Komt het tweede deel pas in actie wanneer Servië dat toestaat?
De heer Blom (PvdA) stemt in met de voorgestelde Nederlandse bijdrage aan EULEX. Kosovo moet worden geholpen bij het opbouwen van een rechtsstaat. De procedurele vorm van het mandaat waaronder dat gebeurt, is van minder belang. Het is dus goed dat de EU dit soort solidariteitsmissies op zich neemt en dat Nederland meedoet aan deze missie.
De heer Blom stelt vervolgens de volgende vragen. Hoeveel Nederlanders zullen deelnemen aan EULEX? Hoe kan de relatie met de Servische autoriteiten op korte termijn worden hersteld? Gaat als gevolg van de opgetreden vertraging de tweejarige duur van de missie pas in op het moment waarop de missie werkelijk begint in plaats van op 1 juni? Is duidelijk vastgelegd dat de missie echt twee jaar duurt of is het mogelijk dat de missie uiteindelijk moet worden verlengd? Kunnen de rechter en officier van justitie die in de Servische enclave Mitrovica geplaatst worden, daar goed functioneren?
De heer Van Baalen (VVD) constateert dat de EU nooit had kunnen accepteren dat de Kosovaren gedwongen zouden worden om het Servische gezag te erkennen. De enige andere mogelijkheid was onafhankelijkheid. Nu moet de EU haar verantwoordelijkheid nemen en Kosovo helpen om zich stabiel te ontwikkelen.
Veiligheidsraadresolutie 1244 is een wankel en oud mandaat en had betrekking op het geheel van het toenmalige Joegoslavië. Moet die resolutie wel worden gebruikt als rechtvaardiging van EULEX? Kan niet beter worden gesteld dat de EU zichzelf heeft gemachtigd om deze taak op zich te nemen?
Servië heeft een plan ontwikkeld dat moet leiden tot het weer onder Servisch gezag brengen van (delen van) Kosovo. In Mitrovica en omgeving is dat al redelijk gelukt. In hoeverre kan EULEX ook daar ontplooid worden? Als dat niet goedschiks kan, moet dat uiteindelijk gebeuren met behulp van militaire of politionele middelen.
Corruptie en grensoverschrijdende criminaliteit komen in de hele Balkan voor. Is het mogelijk om allen die werkzaam zijn in het justitiële apparaat te ontslaan en opnieuw te laten solliciteren?
Is de regering bereid om de Nederlandse bijdrage aan EULEX zoveel mogelijk overeenkomstig de artikel 100-procedure te behandelen?
Ondanks de vertraging en de gesignaleerde problemen stemt de VVD-fractie in volle overtuiging in met EULEX en de Nederlandse bijdrage daaraan.
Mevrouw Ko°er Kaya (D66) constateert dat de onafhankelijkheid van Kosovo een voldongen feit is. Het is belangrijk om eraan bij te dragen dat het een veilig en stabiel land wordt en dat de democratische processen goed verlopen.
Wat is de slagkracht van de KPS? Welke taken heeft de KPS tot nu toe op zich genomen, welke taken moet de KPS nog op zich nemen en in welke mate moeten EULEX en andere missies politietaken waarnemen of overnemen?
In de VN en in de EU bestaat verdeeldheid over de status van Kosovo. Wat betekent dit voor de rolopvatting van Unmik en de EU-missie en welke afspraken worden er gemaakt over de verdeling van taken? Klopt het dat de EU bepaalde taken niet van de VN kan overnemen omdat Rusland dit in de Veiligheidsraad blokkeert? In hoeverre worden de mogelijkheden van deze missies beperkt door de internationale verdeeldheid en doordat Servië deze missies niet steunt? Klopt het dat KFOR door die verdeeldheid steeds vaker moet inspringen als de KPS hulp nodig heeft? Welke afspraken zijn hierover gemaakt tussen de EU, de VN en de NAVO?
Door de internationale verdeeldheid is de politieke context van de missies diffuus. Hoe reageert EULEX als de Servische politie activiteiten onderneemt binnen Kosovo?
Voor de EU is EULEX een testcase waarmee zij kan aantonen dat zij problemen binnen Europa kan aanpakken. Als de EU daar niet in slaagt, zal dat de draagkracht en de integratie tussen EU-landen ondermijnen. Hoe groot is de kans van slagen voor EULEX? Welke EU-lidstaten leveren wat en welke afspraken zijn er tussen de lidstaten gemaakt?
De heer De Roon (PVV) betreurt de erkenning van Kosovo door Nederland, maar constateert dat de onafhankelijkheid van Kosovo nu een gegeven is en dat de stabiliteit op de Balkan van essentieel belang is voor de stabiliteit in de regio. Vooral de veiligheid van de Servische minderheid in Noord-Kosovo moet beschermd worden.
Met het oog op de noodzaak van effectief en daadkrachtig handelen van de internationale gemeenschap is versterking van de huidige missies in Kosovo beter dan het opzetten van een nieuwe missie. De huidige missies zijn al goed geïnstalleerd en geïntegreerd. Bovendien zijn bij toevoeging van een nieuwe missie investeringen nodig voor coördinatie om overlapping van werkzaamheden te voorkomen. Wat is qua effectiviteit de meerwaarde van EULEX ten opzichte van de (eventueel verbrede) huidige missies? Door welk gebrek aan middelen is Unmik er niet in geslaagd om het politie- en justitieapparaat zodanig in te richten dat er sprake is van een goed functionerende rechtsstaat? Zal EULEX niet tegen dezelfde problemen en beperkingen aanlopen?
Het mandaat van EULEX op basis van de oude Veiligheidsraadresolutie 1244 is gekunsteld. De regering meent dat de resolutie de SGVN machtigt om een «civil presence» in Kosovo op te zetten en dat de resolutie openlaat welke internationale organisatie daar invulling aan geeft, maar die redenering is te kort door de bocht. De resolutie machtigt de SGVN om met ondersteuning van relevante internationale organisaties een internationale aanwezigheid op te zetten. In feite heeft de EU het initiatief genomen en heeft de SGVN zich daar schoorvoetend bij aangesloten. Die gedoogsteun is niet genoeg, temeer omdat de EU ook zelf verdeeld is over de kwestie-Kosovo. Welke EU-lidstaten willen geen bijdrage leveren aan EULEX en welke redenen hebben zij daarvoor? Zijn dit ook de lidstaten die de onafhankelijkheid van Kosovo niet hebben erkend?
In verband met het ontbreken van unanieme steun van alle EU-lidstaten en de gebrekkige internationale steun is Nederlandse deelname aan EULEX niet verantwoord. De verantwoordelijkheid moet bij de VN blijven liggen.
Mevrouw Peters (GroenLinks) constateert dat Kosovo zich al veel te lang in een diep moeras bevindt: een betwist noordelijk deel, veel missies met overlappende mandaten, criminaliteit, onopgeloste rechtszaken, verdeeldheid in de VN en een betwist mandaat voor de ambities van de EU. Kosovo, waarvan de instabiliteit direct invloed heeft op de Europese stabiliteit, heeft alle hulp nodig. Daarom verdienen alle pogingen van de EU tot stabilisatie steun, maar de regering moet wel goed beseffen dat zij zich via de deelname aan EULEX committeert aan langdurige betrokkenheid en jarenlange investeringen van de EU.
Over de inrichting van de missie is nog veel onduidelijk. Wat is de reden voor het uitstel van de ontplooiing van EULEX? Wat worden de resttaken van Unmik? Hoe worden de taken van Unmik en EULEX afgebakend? Welke geweldsinstructie krijgen de Nederlandse deelnemers? Wat gaat de Nederlands/Franse politie-eenheid doen? Hoe voorkomt de EU dat zij in dezelfde valkuilen trapt als Unmik? Zal EULEX ook de Servische minderheden te vriend houden? Welke vooruitzichten zijn er op een gemeenschappelijke strategie van alle actoren in Noord-Kosovo ten behoeve van pacificatie?
De heer Van der Staaij (SGP) had het, gelet op de sterk gewijzigde situatie, beter gevonden als een nieuwe resolutie de rechtsgrondslag had verschaft voor EULEX, maar acht de huidige rechtsgrondslag wel voldoende. Ook op basis van de nauwe en langdurige politieke en humanitaire betrokkenheid van de EU bij de Balkan is de missie te billijken, temeer omdat de VN in een impasse waren geraakt. De taken van EULEX passen goed bij een EU-rol en dragen bij aan het bestrijden van grensoverschrijdende misdaad, illegale migratie en andere ongerechtigheden waar de EU mee kampt.
De activiteiten van EULEX moeten goed worden afgestemd met de activiteiten van Unmik en KFOR. Is een goede afstemming gewaarborgd?
Kunnen de bewindslieden nadere informatie geven over de vertraging en de mogelijke consequenties van de negatieve houding van Rusland en Servië?
De heer Voordewind (ChristenUnie) juicht het toe dat de EU haar verantwoordelijkheid neemt en dat Nederland daaraan een bijdrage levert. Waaruit bestaat die bijdrage precies?
Welke taken gaat EULEX overnemen van Unmik? Hoe verloopt die taakoverdracht? Welk deel van de executieve taken van Unmik wordt overgenomen door de KPS? Is het de bedoeling dat EULEX die executieve taken geleidelijk overdraagt aan de KPS? In hoeverre heeft EULEX, los van de grensbewaking, taken op het gebied van veiligheid en ordehandhaving? Hoe moet de op Nederlands verzoek toegevoegde paragraaf over het voorkómen van humanitair leed in dat licht worden opgevat? Zijn er inmiddels duidelijke afspraken met KFOR gemaakt over samenwerking en taakafbakening?
De Kosovaarse overheid lijkt nauwelijks vat te hebben op de Servische meerderheidsgebieden in Noord-Kosovo. Zijn er mogelijkheden voor een langer verblijf van Unmik in Noord-Kosovo als EULEX niet tijdig kan worden ontplooid?
Als een Europese gendarmerie-eenheid wordt ingezet in Kosovo, gaat die dan op in EULEX of wordt die een zelfstandige eenheid binnen Kosovo?
De minister van Buitenlandse Zaken benadrukt dat EULEX een civiele missie is ter ondersteuning van de Kosovaarse politie en justitie en dus niet de opvolger van Unmik. De KPS, de politie van de zelfstandige staat Kosovo, is de erfopvolger van Unmik als het gaat om politietaken. EULEX assisteert de Kosovaarse autoriteiten bij de opbouw van een goed functionerende rechtsstaat. Het grootste deel van de taken van EULEX bestaat uit adviseren, optreden als mentor en monitoring. Er worden EULEX-functionarissen op het hoofdkwartier van de politie en op de politiebureaus geplaatst. De KPS voert in principe de normale politietaken uit, waaronder aanpak van de georganiseerde misdaad en grensbewaking. Daarnaast heeft de KPS gespecialiseerde eenheden op het punt van interventieteams, hondenbrigade en explosievenopruimingsdienst en ten behoeve van ordehandhaving. Als de KPS in bepaalde gevallen niet in actie kan of wil komen, bijvoorbeeld vanwege een te grote gevoeligheid, kan EULEX als achtervang executief optreden. Dat kan het geval zijn bij een te grote gevoeligheid, bijvoorbeeld bij betrokkenheid van politici bij de georganiseerde criminaliteit. KFOR is en blijft de militaire missie. Er is dus een zeer heldere taakafbakening tussen KFOR en EULEX.
Het al of niet erkennen van een onafhankelijk Kosovo heeft niets te maken met het besluit van de EU om middels EULEX haar verantwoordelijkheid te nemen voor de stabiliteit en veiligheid van de Balkan en Europa. Griekenland heeft Kosovo bijvoorbeeld niet erkend, maar is, geconfronteerd met het gegeven van een onafhankelijk Kosovo, bereid om deel te nemen aan EULEX. Al in december 2007 heeft de Europese Raad zonder voorbehoud de bereidheid uitgesproken om een EVDB-missie te ontplooien. Op 15 februari is dat besluit door alle lidstaten formeel geëffectueerd met het operationele plan. Nederland hecht grote waarde aan de rol die de EU op zich wil nemen. Enkele lidstaten, waaronder ook lidstaten die de onafhankelijkheid van Kosovo niet hebben erkend, hebben nog geen personeel voorgedragen, maar op dit moment heeft geen enkele EU-lidstaat aangekondigd geen bijdrage te zullen leveren. Ook de NAVO heeft, in november 2007, unaniem besloten om KFOR voort te zetten. Over de bijdragen van andere EU-lidstaten kan pas duidelijkheid worden verschaft op het moment van volledige ontplooiing. Ook na de volledige ontplooiing zullen regelmatig verzoeken om nieuwe voordrachten binnenkomen. Van buiten de EU zullen Turkije, de VS, Kroatië en Noorwegen bijdragen leveren.
De rechtsbasis op grond van resolutie 1244 is niet ideaal, maar wel voldoende. Die rechtsbasis verandert niet als Unmik niet beëindigd wordt door de Veiligheidsraad, want de resolutie geeft niet aan welke instelling de civiele presentatie in Kosovo moet belichamen en vormt geen belemmering voor het optreden van twee verschillende instellingen.
Resolutie 1244 vraagt niet om expliciete instemming van de SGVN, maar stelt dat de SGVN moet zorgen voor een civiele presentie in Kosovo. Uit de term «reconfiguratie van Unmik» blijkt echter dat de SGVN in zekere mate instemt met de rol van EULEX binnen de civiele presentie. Juist vanwege de politieke onenigheid in de Veiligheidsraad geeft de SGVN prioriteit aan praktische functionaliteit, want als er niets wordt gedaan, nemen de problemen alleen maar toe.
Van de gebrekkige resultaten van Unmik is geleerd. Bovendien heeft de onafhankelijkheid van Kosovo een nieuwe situatie geschapen. EULEX is een brede missie, die niet alleen bestaat uit politie en marechaussee, maar ook uit douaneambtenaren, rechters et cetera, zodat op alle relevante terreinen voldoende gespecialiseerde kennis aanwezig is, met name voor het versterken van de hele justitieketen. Hieraan ligt een strategisch plan ten grondslag. Bovendien is de implementatie nu meer gecentraliseerd, namelijk bij de International Civilian Office onder leiding van de heer Feith. Als de verantwoordelijkheid aan de VN zou worden overgelaten, verandert dat trouwens niets aan de problemen op het punt van de veiligheid en de positie van Rusland.
De ontplooiing van EULEX is gestart. Inmiddels zijn er ongeveer 250 mensen in het missiegebied. De opbouw loopt niet zo makkelijk als gehoopt. De kans is groot dat EULEX op 15 juni niet operationeel is, maar de ontplooiing gaat voort. Het is goed dat Nederland er met zijn deelname aan bijdraagt dat EULEX zo snel mogelijk operationeel wordt.
De vertraging hangt vooral samen met problemen bij de overdracht van materieel en taken van Unmik aan EULEX doordat de VN meer tijd nodig hebben om Unmik te reconfigureren. De minister heeft er bij de onder-SGVN op aangedrongen dat die overdracht wordt verbeterd en dat Unmik tot de volledige ontplooiing van EULEX de huidige taken op volle sterkte blijft vervullen om een machtsvacuüm te voorkomen. Unmik blijft dus voorlopig bestaan. Er zal een geleidelijke overdracht plaatsvinden, waarover duidelijke afspraken moeten worden gemaakt. Dubbele mandaten en dubbele aansturing moeten worden vermeden door zorgvuldige afstemming en samenwerking. De minister vertrouwt erop dat dit de EU, de NAVO en de VN, die hierover in nauw contact met elkaar staan, zal lukken.
De recente Servische verkiezingen hebben bijgedragen aan de afhoudende opstelling van de Servische Kosovaren in Noord-Kosovo. Het is op dit moment onmogelijk om EULEX in Noord-Kosovo te ontplooien. Een feitelijke afscheiding van Noord-Kosovo, waarbij Unmik daar actief is en EULEX in Zuid-Kosovo, moet worden voorkomen. Unmik blijft ook in Noord-Kosovo operationeel en verantwoordelijk totdat de taken kunnen worden overdragen aan EULEX. KFOR is verantwoordelijk voor de algehele veiligheidssituatie in heel Kosovo, dus ook in Noord-Kosovo. In Noord-Kosovo werken de NAVO en de VN nu goed samen. Ook de NAVO pleit bij de VN voor een zorgvuldige overdracht van Unmik aan EULEX. De intentie blijft om EULEX in geheel Kosovo te ontplooien op een zodanige manier dat er geen onverantwoorde risico’s voor de deelnemers aan de missie ontstaan.
Naast de ontplooiing van EULEX is het voor het handhaven van de huidige rust op politiek terrein en op veiligheidsterrein van belang dat Servië door de EU en de VN op zijn verantwoordelijkheid wordt aangesproken en op de hoogte wordt gehouden van de ontplooiing van EULEX. Daarbij wordt benadrukt dat de ontplooiing van de EULEX ook van belang is voor de positie van Servische minderheden en het Servische cultureel en religieus erfgoed in Kosovo. EULEX zal er immers op toezien dat de KPS op die punten zal optreden.
Nederland zal zijn ontwikkelingsinzet in Kosovo continueren en mogelijk intensiveren. Er komt een donorconferentie om voor de regio nieuwe fondsen te werven. De EU is een belangrijke donor van Kosovo. Het moet echter niet blijven bij het geven van hulp; economische programma’s moeten Kosovo op den duur in staat stellen om eigen inkomsten te verwerven. Daarbij moet de Europese Commissie een grote rol spelen.
Het EULEX-personeel krijgt, net als het al in Kosovo aanwezige planningsteam, dezelfde status als het Unmik-personeel. Daarover zal EULEX een overeenkomst sluiten. Dit houdt ook in dat het EULEX-personeel immuniteit heeft voor het handelen in functie, zodat arrestatie en gevangenhouding uitgesloten zijn. Zolang EULEX in verband met de eigen veiligheid niet ontplooid wordt in Noord-Kosovo, zullen EULEX-medewerkers niet in contact komen met Servische militairen of politie. Servië heeft overigens toegezegd om niet militair te interveniëren en stelt zich net als Rusland terughoudend op.
Bescherming van getuigen is een van de prioriteiten van EULEX. Er is een speciale eenheid voor getuigenbescherming.
De minister van Defensie meldt dat de Nederlandse bijdrage aan EULEX proportioneel is. Het EU-raadssecretariaat in Brussel selecteert het personeel. Er zijn tot nu toe drie «calls for contribution» uitgegeven voor 850 functies. Nederland heeft 68 kandidaten beschikbaar van wie er 17 zijn geselecteerd. De verklaring voor het verschil met het in de brief genoemde aantal van 23 is dat bij een aantal marechaussees geen sprake is van een goede match tussen capaciteiten en functievereisten; de EU onderzoekt of zij in andere functies ondergebracht kunnen worden. Bij de meest recente oproep heeft Nederland weer 35 kandidaten aangeboden. Het gaat bij het Nederlandse aanbod dus om 40 tot 60 personen. De kandidaten zijn afkomstig uit een aparte pool van in internationale missies gespecialiseerde marechaussees. Als ook het Nederlandse aanbod voor een in samenwerking met Frankrijk te leveren bijdrage van de International Police Unit wordt geëffectueerd, kan het aantal Nederlandse deelnemers toenemen tot maximaal 120. Daar mag voorlopig echter niet op worden gerekend, want Frankrijk heeft vooralsnog bezwaren.
De EU heeft op basis van een analyse van de mogelijke uitdagingen een «use of force»-policy vastgesteld voor het EULEX-personeel. Op een daarop gebaseerde Nederlandstalige vertrouwelijke geweldsinstructiekaart staat onder welke omstandigheden en op welke wijze eventueel geweld gebruikt mag worden. Per geval beslist het hoofd van de missie of een vorm van bewapening nodig is. De geweldsinstructie is vrij aardig te vergelijken met de geweldsinstructie bij onrustige situaties in West-Europa.
De hoogste Nederlandse vertegenwoordiger in de missie is een kolonel van de marechaussee, die optreedt als leider van het nationale contingent en die erop toeziet dat de inzet van de Nederlandse marechaussee past binnen het Nederlandse mandaat.
Ook bij civiele missies als EULEX probeert de regering de Kamer zo adequaat mogelijk te informeren, zodat er in de praktijk weinig verschil is met de artikel 100-procedure.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deelt mee dat vooralsnog vijf politiefunctionarissen worden uitgezonden in het kader van EULEX. Naar verwachting zal dit in de loop van de missie toenemen naar tien tot twaalf.
Op dit moment zijn in totaal 33 politiemensen actief in het kader van vredesmissies. De minister geeft aan dat de inzet van de politie voor vredesmissies in 2006 is geëvalueerd door Clingendael. Op basis van de bevindingen zal het beleid worden geïntensiveerd: meer politie zal worden uitgezonden, ook in executieve functies en ook in minder veilige landen. Zoveel mogelijk zal de inzet gekoppeld worden aan de operationele belangen van de politie.
Er zal meer samenwerking worden gezocht met Defensie en met name de KMar. De minister zegt toe de Kamer door middel van een brief hierover te zullen informeren.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,
Ormel
De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie,
Van Baalen
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Leerdam
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,
De Pater-van der Meer
Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,
Van Toor
Samenstelling:
Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Wilders (PVV), Waalkens (PvdA), Van Baalen (VVD), Çörüz (CDA), Ormel (CDA), voorzitter, Ferrier (CDA), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé-Hamming (VVD), Irrgang (SP), Knops (CDA), Boekestijn (VVD), Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), ondervoorzitter, Van Gennip (CDA), Ten Broeke (VVD), Peters (GroenLinks), Van Raak (SP), Gill’ard (PvdA) en Thieme (PvdD).
Plv. leden: De Wit (SP), Van der Vlies (SGP), De Roon (PVV), Vermeij (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Omtzigt (CDA), Van Toorenburg (CDA), Roland Kortenhorst (CDA), Jasper van Dijk (SP), Ten Hoopen (CDA), Besselink (PvdA), Leerdam (PvdA), Arib (PvdA), Neppérus (VVD), Lempens (SP), Schermers (CDA), Griffith (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), Van Beek (VVD), Vendrik (GroenLinks), Gesthuizen (SP), Samsom (PvdA) en Ouwehand (PvdD).
Samenstelling:
Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Van Baalen (VVD), voorzitter, Ferrier (CDA), Roland Kortenhorst (CDA), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Griffith (VVD), Irrgang (SP), Knops (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Jacobi (PvdA), Boekestijn (VVD), Brinkman (PVV), Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), Van Gennip (CDA), Ten Broeke (VVD), Peters (GroenLinks) en Thieme (PvdD).
Plv. leden: Lempens (SP), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Van Beek (VVD), Ormel (CDA), Jonker (CDA), De Wit (SP), Jan de Vries (CDA), Roefs (PvdA), Wolbert (PvdA), Smeets (PvdA), Arib (PvdA), Blok (VVD), Roemer (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Samsom (PvdA), Van der Burg (VVD), Wilders (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Van der Ham (D66), Omtzigt (CDA), Teeven (VVD), Vendrik (GroenLinks) en Ouwehand (PvdD).
Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).
Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Van Gent (GroenLinks), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).
Samenstelling:
Leden: Van de Camp (CDA), De Wit (SP), Van der Staaij (SGP), Kamp (VVD), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Velzen (SP), Azough (GroenLinks), Timmer (PvdA), Griffith (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Teeven (VVD), Verdonk (Verdonk), De Roon (PVV), Pechtold (D66), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Van Toorenburg (CDA) en Anker (ChristenUnie).
Plv. leden: Uitslag (CDA), Langkamp (SP), Van der Vlies (SGP), Weekers (VVD), Smeets (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Jager (CDA), Jonker (CDA), Roemer (SP), Halsema (GroenLinks), Dijsselbloem (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Jan de Vries (CDA), Van Miltenburg (VVD), Zijlstra (VVD), Fritsma (PVV), Koşer Kaya (D66), Gill’ard (PvdA), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Bouchibti (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Slob (ChristenUnie).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27476-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.