25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 386 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2020

Naar aanleiding van een signaal van de Inspectie SZW over de toename van het aantal maaltijdbezorgers onder de 16 jaar en het overeenkomstig toenemend aantal verkeersongelukken waar deze jongeren bij betrokken zijn, verzocht uw Kamer (motie van het lid Van Weyenberg c.s., Kamerstuk 25 883, nr. 376) om een expliciet verbod op korte termijn op deze vorm van maaltijdbezorging door jongeren onder de 16 jaar.

In mijn brief aan u van 26 maart jl. (Kamerstukken 25 883 en 25 295, nr. 381) heb ik u geantwoord ernaar te streven een dergelijk verbod per 1 juli 2020 in werking te laten treden. Bij dezen kan ik u mededelen dat per 1 juli 2020 dit verbod in werking zal treden middels een wijziging van de Nadere regeling kinderarbeid.

De wijziging bestaat uit de toevoeging van een onderdeel «c» aan het derde lid van artikel 1:1 van de Nadere regeling kinderarbeid, waardoor expliciet aangegeven wordt dat arbeid waarbij door een kind zelfstandig en op commerciële basis maaltijden worden bezorgd en waarbij sprake is van deelname aan het verkeer met behulp van een voertuig, voor het kind onacceptabele veiligheidsrisico’s met zich meebrengt en dus verboden is. Voor overtreding van dit verbod kan direct een bestuurlijke boete worden opgelegd. In de bijlage bij deze brief treft u de gehele aangepaste regelgeving aan1.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven