Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2016
Aanleiding
Op 28 mei 2015 heeft uw Kamer met mij gesproken over de preventie van beroepsziekten
(Kamerstuk 25 883, nr. 255). Naar aanleiding hiervan heb ik u op 12 januari jongstleden nader geïnformeerd over
het lopende beleidsprogramma dat is gericht op de preventie en herkenning van beroepsziekten1. In deze brief heb ik aangegeven welke activiteiten plaatsvinden rond de monitoring
en preventie van beroepsziekten. In dat kader heb ik uw Kamer toegezegd om u nader
te informeren over de uitkomsten van de verkenning, samen met het Nederlands Centrum
voor Beroepsziekten (NCvB), naar een gedetailleerdere registratie van beroepsziekten.
Daarmee ontstaat een nog beter inzicht in het vóórkomen van beroepsziekten, door deze
informatie actief te delen kan dit leiden tot meer preventie.
Hierbij ontvangt u mijn bevindingen.
Het melden van beroepsziekten aan het NCvB
De gegevensverzameling door het NCvB, op basis van de Europese Verordening 1338/20082, heeft primair een statistisch doel, namelijk het verkrijgen van een landelijk en
sectoraal overzicht van het vóórkomen van beroepsziekten en het analyseren van trends.
Deze beroepsziekten worden gemeld door Arbodiensten/bedrijfsartsen aan de hand van
evidence-based criteria en richtlijnen. In de Arbeidsomstandighedenregeling is expliciet
vastgelegd dat de meldingen geen gegevens bevatten die herleidbaar zijn tot een individuele,
natuurlijke persoon.
Bij elke melding van een beroepsziekte aan het NCVB worden door de bedrijfsarts gegevens
geregistreerd over de diagnose, het geslacht en het geboortejaar van de werknemer,
de aard van de belasting in arbeid of arbeidsomstandigheden, de aard van de werkzaamheden
ten tijde van het ontstaan van de beroepsziekte, de beroepsgroep van de werknemer
ten tijde van de blootstelling en de aard van de gegeven adviezen. Naast deze gegevens
wordt vastgelegd in welke sector de economische activiteit van het bedrijf van de
werkgever plaatsvindt.
Mogelijke uitbreiding van de melding aan het NCvB
Voor een gedetailleerdere registratie van beroepsziekten bestaat een tweetal opties.
De eerste optie is het toevoegen van de subsector waar het bedrijf actief is. De tweede
optie is het vermelden van de bedrijfsnaam en vestigingsgegevens bij de melding.
Het toevoegen van de subsector bij de melding van een beroepsziekte voegt relevante
informatie toe aan de registratie. Dit biedt werkgevers, werknemers, brancheorganisaties,
arbodeskundigen extra informatie die gebruikt kan worden in het kader van preventie.
Daarnaast kan de Inspectie SZW hiermee in de jaarlijkse risicoanalyse gedetailleerder
zien waar (in welke subsector) welke beroepsziekten in welke mate worden gemeld en
daarmee in combinatie met alle andere beschikbare gegevens over beroepsziekten haar
toezicht afstemmen. In overleg met het NCvB zal daarom het meldingsformulier beroepsziekten
worden uitgebreid met deze rubriek. Deze uitbreiding sluit aan bij de in de Arboregeling
opgenomen definitie van statistische gegevens.
Het vermelden van de bedrijfsnaam en de vestigingsgegevens bij de melding van een
beroepsziekte stuit op juridische bezwaren. In deze variant zou de taak van het NCvB
worden uitgebreid met meer dan alleen de zuivere registratie en verwerking van anonieme,
statistische gegevens over beroepsziekten op basis van de vorengenoemde Europese Verordening.
Een dergelijke uitbreiding van de taak past niet binnen de aanwijzing van het NCvB
en zou bovendien de positie van het NCvB als neutraal onderzoeks- en kennisinstituut
aantasten. Daarom wordt niet gekozen voor deze uitbreiding.
Overige mogelijkheden
Naast de gegevensverzameling van de NCVB wordt ook via andere instrumenten, zoals
de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) informatie verzameld over beroepsziekten.
Om een nog beter inzicht te krijgen in het vóórkomen van beroepsziekten zal ik ook
in de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) vragen hierover opnemen. Ook dit biedt verdere
aanknopingspunten voor preventie en komt ook ten goede aan de risico-analyse van de
inspectie SZW.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher