25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 210 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2012

Bij brief van 12 april 2012 heeft de vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om een reactie gevraagd op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid betreffende «Instorting verdiepingsvloer B-Tower Rotterdam». Gevraagd werd hierbij met name in te gaan op respectievelijk de rol van de Arbeidsinspectie bij het voorkomen van een serie ongevallen in de bouw en op het bouwregelgevingsaspect in deze kwestie.

Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, onze gezamenlijke reactie toekomen. Wij hebben kennisgenomen van het rapport van de Onderzoeksraad en spreken onze waardering uit voor het gedegen werk van de Raad.

Rapport van de Onderzoeksraad

De Onderzoeksraad heeft naar aanleiding van het onderzoek naar de toedracht van de instorting van de derde verdiepingsvloer van de B-Tower geconcludeerd dat een gezamenlijke veiligheidsaanpak ontbrak, er sprake was van een ontoereikende coördinatie en controle en een diffuse verantwoordelijkheidsverdeling. Deze oorzaken beoordeelt de Raad als kenmerkend voor de Nederlandse bouw waar vaak complex en onder tijdsdruk wordt gebouwd. De Onderzoeksraad concludeert op basis van dit onderzoek – in het licht van eerdere incidenten met constructieve veiligheid in de bouw en het beperkt lerende effect in de bouwsector – dat «de ontwikkeling naar een hoger veiligheidsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel in de bouw nog meer aandacht verdient.» De Onderzoeksraad vraagt zich verder af «in hoeverre de risico’s toenemen en publieke waarden, zoals veiligheid, onder druk komen te staan als de partijen de verantwoordelijkheid, lees de «vrijheid» die de commissie Dekker voorstaat, niet aankunnen.»

De conclusies van de Raad raken zowel het beleidsterrein van gezond en veilig werken als van bouwkwaliteit. De Raad doet aanbevelingen aan de hoofdaannemer, de brancheorganisatie Bouwend Nederland en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Gezond en veilig werken in de bouw

Dat bouwpartijen niet altijd in staat zijn om de veiligheid in een complex bouwproces doeltreffend te bewaken herkennen wij van eerdere incidenten en in waarnemingen van de Inspecties (van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Leefomgeving en Transport).

De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) is op dit moment betrokken bij het strafrechtelijk onderzoek naar het ongeval bij de B-Tower en kan nog geen uitspraken doen over haar bevindingen.

Bouwwerkzaamheden brengen naar hun aard risico’s met zich mee voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en zelfstandigen. Het beheersen daarvan vraagt gerichte aandacht van opdrachtgevers, aannemers en werknemers. Daarbij komt dat bij een groot bouwwerk meerdere ondernemingen, gelijktijdig of achtereenvolgend, een deel van het werk verrichten. De risico’s die voortkomen uit de samenloop van bouwwerkzaamheden door verschillende ondernemingen kunnen alleen effectief worden beheerst door goede samenwerking en coördinatie van de werkzaamheden. Onderzoeken hebben bevestigd dat veel ongevallen (mede) zijn terug te voeren op het niet goed organiseren van preventie, samenwerking en coördinatie van het bouwproces.

De arbowetgeving bevat behalve bepalingen over bouwwerkzaamheden ook bepalingen over de organisatie van het bouwproces. Deze verplichten ondermeer dat opdrachtgevers zorgen voor bouwplannen die veilig zijn te realiseren, voor coördinatie in het bouwproces en voor afspraken over samenwerking bij veiligheidsmaatregelen.

In de activiteiten vanuit mijn ministerie gericht op arbeidsomstandigheden in de bouw komt steeds meer accent te liggen op de organisatie van het bouwproces. Daarbij gaat het onder meer over de wijze waarop opdrachtgevers rekening dienen te houden met de arbeidsomstandigheden in de bouwfase. Dat begint al bij het ontwerp en loopt door tot de aanbesteding van het werk. Verder zijn het Veiligheid- en gezondheidsplan -te beschouwen als het samenwerkingsdocument op veiligheid- en de coördinatie in de bouwfase belangrijke aandachtspunten.

De rol van de inspectie bij het voorkomen van ongevallen in de bouw is:

  • het onderzoeken van ongevallen en indien er overtredingen zijn gevonden van de arboregelgeving ervoor zorgen dat de betrokken werkgever(s) maatregelen neemt/nemen om herhaling te voorkomen,

  • het naar aanleiding van door werknemers ingediende klachten over misstanden in de arbeidsomstandigheden onderzoek doen en zonodig handhavend optreden,

  • het aansporen van werkgevers tot naleving van de arboregelgeving, aan de hand van inzichten uit het toezicht inclusief het ongevals- en klachtonderzoek,

  • het op bouwlocaties controleren of de bouwwerkzaamheden door werknemers volgens de arboregelgeving worden uitgevoerd en waar dat niet zo is handhavend op te treden.

In algemene zin is de bouw een prioritaire sector waar de Inspectie SZW extra aandacht aan besteedt. De Inspectie SZW heeft in 2010 en 2011 specifiek gelet op de rol van opdrachtgevers, in dit geval woningcorporaties, bij het realiseren van veilige arbeidsomstandigheden op de bouwplaats. Dit jaar worden groepen van gemeenten, provincies en waterschappen door inspecteurs voorgelicht over de verantwoordelijkheden op arbogebied van opdrachtgevers bij het aanbesteden van werken in de grond-, weg en waterbouw. Naast voorlichting zal er, in het kader van de sectoraanpak, ook worden geïnspecteerd in de bouw. In de komende jaren richt de aandacht zich onder andere op de Rijksgebouwendienst. In 2013 wordt er ondermeer een inspectieproject uitgevoerd naar de wijze waarop gemeenten hun rol als opdrachtgever uitvoeren.

Verder ontwikkelt het ministerie, in het kader van het Actieplan arbeidsveiligheid, samen met brancheorganisaties als Arbouw en Bouwend Nederland, instrumenten die partijen ondersteunen bij het veilig uitvoeren van bouwwerkzaamheden. Het actieplan is gericht op het vergroten van de veiligheidscultuur en het -gedrag in bedrijven. Ook met rijksopdrachtgevers wordt samengewerkt bij de ontwikkeling van instrumenten voor het verhogen van de veiligheid bij opgedragen bouwwerken.

Bouwkwaliteit en -regelgeving

De Onderzoeksraad doet de aanbeveling aan de minister van BZK om bij de uitvoering van de adviezen van de commissie Dekker in beschouwing te nemen hoe de bouwsector zijn nieuwe rol op zich neemt, hoe men laat zien de verantwoordelijkheid voor de bouwprojecten te kunnen en te willen dragen en hoe men vorm geeft aan verdere professionalisering. De Onderzoeksraad adviseert daarnaast om in overleg met markt-/bouwpartijen te bepalen waar de balans dient te liggen tussen het nemen van de eigen verantwoordelijkheid door de sector en het toezicht en handhaving door de overheid hierop. Advies is het tempo van de uitvoering van de adviezen van de commissie Dekker zo nodig hierop bij te stellen.

Het toezicht tijdens de bouw vanuit de bouwregelgeving is gericht op de oplevering van een eindproduct dat voldoet aan de bouwtechnische voorschriften en op het voorkomen van onveiligheid, schade of overlast buiten de bouwplaats. Zoals hierboven aangegeven vindt het toezicht op de veiligheid op de bouwplaats plaats in het kader van de arbeidsomstandighedenwetgeving.

Dit gezegd hebbende wordt de conclusie van de Onderzoeksraad dezerzijds herkend. Ook de Commissie Dekker constateerde dat vertrouwen geven en verantwoordelijkheid nemen twee zijdes van eenzelfde medaille zijn. In het kader van de uitvoering van de adviezen van de Commissie Dekker zullen de aanbevelingen van de Onderzoeksraad ter harte worden genomen. Er wordt op dit moment in overleg met bouwpartijen een duaal stelsel van private kwaliteitsborging uitgewerkt als alternatief voor de gemeentelijke preventieve bouwplantoets en toezicht tijdens de bouw, zoals aan uw Kamer is gemeld in een brief van 15 december 2011 (TK 2011–2012, 28 325, nr. 146). Hierbij zullen private kwaliteitsinstrumenten alleen dan een publieke werking kunnen krijgen als deze aantoonbaar leiden tot bouwwerken die voldoen aan de voorschriften.

Tot slot

De conclusies van de Onderzoeksraad over de genomen en te nemen verantwoordelijkheid in de bouwsector worden door ons herkend. Aangegeven is hoe partijen met name op het terrein van het veiligheidsbewustzijn en bouwkwaliteit worden aangespoord tot verbetering.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

Naar boven