nr. 62
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2008
In het Algemeen Overleg van de VC Justitie van donderdag 19 juni
jl. met de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
zijn door de heer de Wit (SP) vragen gesteld over het voorwaardenpakket inzake
de fiscale afhandeling van prostitutiearbeid en door de heer Teeven (VVD)
over de informatieuitwisseling tussen de Belastingdienst en de politie Amsterdam.
Vraag de heer de Wit
De vraagstelling was in het bijzonder gericht op de mate waarin het zogenoemde
voorwaardenpakket door de medewerkers in de prostitutiebranche aanvaard zou
zijn.
Achtergrond en korte schets voorwaardenpakket
Bevindingen van de Belastingdienst hebben uitgewezen dat in het overgrote
deel van de arbeidsrelaties met medewerkers in deze branche sprake is van
loondienst. Door exploitanten wordt echter meestal het standpunt ingenomen
dat geen sprake is van loondienst. Dit leidt tot veel procedures. Het standpunt
van de Belastingdienst is echter in diverse procedures bevestigd. Door veel
medewerkers in de branche wordt de loondienstsituatie niet als de meest gewenste
situatie gezien. Om hieraan tegemoet te komen en tegelijkertijd de handhaving
in de branche te verbeteren is door de Belastingdienst het zogenoemde voorwaardenpakket
opgesteld.
Het voorwaardenpakket omvat afspraken over de verhouding medewerker-exploitant
en een regeling van de fiscale verplichtingen inzake omzetbelasting, en loon-/inkomstenbelasting.
In de relatie medewerker-exploitant geldt onder meer dat medewerkers zonder
opgaaf van redenen klanten mogen weigeren, niet verplicht zijn mee te drinken
of te animeren, een inkomstenoverzicht verkrijgen, zelf hun kledingkeuze mogen
bepalen enz.
De fiscale verplichtingen worden op grond van het voorwaardenpakket afgehandeld
via de administratie van de exploitant. De heffing van de verschuldigde belasting
over de inkomsten van de medewerker gebeurt via de wettelijke regeling «opting-in»,
een al bestaande regeling volgens artikel 4f Wet op de loonbelasting 1964;
de verschuldigde inkomstenbelasting wordt dan al via loonheffing ingehouden
op de verdiensten. De verschuldigde omzetbelasting wordt via aangifte van
de exploitant gedaan.
De medewerkers hebben zodoende van de fiscale afhandeling geen verdere
(administratieve) last. Het moeten voldoen aan allerlei (administratieve)
verplichtingen is juist een belangrijk bezwaar van de medewerkers in de branche
om als echte zelfstandig ondernemer in fiscale zin te werken. In de situatie
van het voorwaardenpakket krijgen de medewerkers van de exploitant uiteindelijk
een netto bedrag in handen waar alle verschuldigde belastingen al van betaald
zijn. Het voorwaardenpakket beoogt zo recht te doen aan de wensen van de medewerkers
en geeft hen een meer zelfstandige positie. Hierbij is geen sprake van loondienst
of van zelfstandig ondernemerschap, maar van resultaat uit overige werkzaamheden.
Totstandkoming voorwaardenpakket
Bij de totstandkoming van het voorwaardenpakket zijn zowel vertegenwoordigers
van de exploitanten (de VER en Excellent) als die van de medewerkers (via
ondermeer de Rode Draad, het Prostitutie Informatie Centrum en SOA/AIDS Nederland)
betrokken geweest. Ook andere deskundigen op het gebied van prostitutie en/of
arbeidsrecht zijn geraadpleegd. Deze deskundigen hebben de hiervoor genoemde
organisaties ook geadviseerd. De betrokkenen hebben direct inbreng gehad bij
het opstellen van het voorwaardenpakket. Dit heeft er toe geleid dat naast
de loondienstsituatie, die zich naar bevindingen van Belastingdienst in het
overgrote deel van de gevallen voordoet, het voorwaardenpakket is gekomen.
Zo is er een alternatief voor de minder gewenste situatie van loondienst.
De medewerkers zijn hiermee tegemoet gekomen en er is de gewenste duidelijkheid.
Ik meen dan ook dat bij het opstellen van het pakket, op voorhand al voor
voldoende draagvlak is gezorgd.
Acceptatie pakket
Zoals hierboven aangegeven is het voorwaardenpakket mede totstandgekomen
met inbreng van vertegenwoordigers van de medewerkers. Dit om een zo groot
mogelijke acceptatie te bereiken.
Op dit moment is mij slechts 1 klacht bekend over het voorwaardenpakket.
Via het Prostitutie Informatie Centrum zijn wel meer meldingen van medewerkers
binnengekomen maar deze zijn vooral vragen om meer informatie of uitleg van
het voorwaardenpakket. Deze vragen worden door de vertegenwoordigende organisaties,
in samenwerking met de Belastingdienst, zo goed mogelijk beantwoord. Ook de
informatiebrochure geeft de medewerkers meer inzicht in het voorwaardenpakket.
Deze brochure is via de voornoemde vertegenwoordigende organisaties van medewerkers
verspreid en is ook via de website van de Belastingdienst te downloaden.
Na een voorlichtingsronde door de Belastingdienst over het voorwaardenpakket
is aan de exploitanten gevraagd een keuze te maken. Van de 541 aangeschreven
exploitanten hebben 270 al aangegeven het voorwaardenpakket te willen gaan
toepassen en hebben 26 exploitanten aangegeven loondienst te gaan toepassen.
Twaalf exploitanten hebben aangegeven geen keuze te zullen maken. In de overige
gevallen is bijvoorbeeld aangegeven dat men het bedrijf heeft
gestaakt of dat men nog nadere informatie wil alvorens een keuze te maken.
Ik zie in deze cijfers, met het hierboven aangegeven geringe aantal klachten,
een duidelijke bevestiging van de beleidsmatig gemaakte keuze van aanpak en
de aanvaarding van het voorwaardenpakket.
Vraag de heer Teeven
Gevraagd is naar de wijze waarop samenwerking en informatie-uitwisseling
tussen de Belastingdienst en de politie Amsterdam verloopt. De samenwerking
tussen diverse handhavingsorganisaties verloopt naar mijn mening goed. De
samenwerking is vastgelegd in convenanten, laatstelijk nog voor het zogeheten
Emergo-project. Op verzoek van convenantpartners verstrekt de Belastingdienst
de benodigde informatie. Mede op basis daarvan worden door de handhavingsorganisaties
gezamenlijke acties gehouden welke positieve resultaten hebben gehad.
De staatssecretaris van Financiën,
J. C. de Jager