25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 556 MOTIE VAN HET LID DIK-FABER C.S.

Voorgesteld 22 september 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat verpleegkundigen en verzorgenden in het voorjaar onvoldoende zijn betrokken bij de opschaling van de coronazorg;

overwegende dat de motie-Dik-Faber/Ellemeet (31 765, nr. 505) vraagt om te verkennen op welke wijze de zeggenschap van verpleegkundigen en verzorgenden op instellingsniveau wettelijk verankerd kan worden, maar dat dit niet op korte termijn geregeld is;

overwegende dat de motie-Klaver/Dijkhoff (25 295, nr. 358) vraagt om ic-verpleegkundigen net als ic-artsen te betrekken bij de bestuurlijke besluitvorming over de opschaling van de ic-capaciteit, maar dat uit een recente peiling van V&VN blijkt dat een groot deel van de ic-verpleegkundigen zich onvoldoende betrokken voelt bij de opschaling;

overwegende dat zeggenschap voor verpleegkundigen en verzorgenden in ziekenhuizen en verpleeghuizen bij belangrijke besluiten over de organisatie van de zorg van groot belang is om te zorgen dat zij hun werk kunnen volhouden én voor de zorg behouden blijven;

verzoekt de regering, samen met relevante partijen zoals V&VN, NFU, NVZ, NVIC en ActiZ concrete afspraken te maken over het beter betrekken van verpleegkundigen en verzorgenden bij belangrijke besluiten over de opschaling van de coronazorg in ziekenhuizen en verpleeghuizen, en de Kamer hierover zo snel mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dik-Faber

Dijkhoff

Klaver

Naar boven